Vanuit welke bril kijk jij?

Er komt een cliënt in de praktijk. Louise vertelt over een familielid, laten we hem Jos noemen, die ongeneeslijk ziek is. Jos is nog in staat om het nodige in huis en buitenshuis te ondernemen, naast de rust die hij nodig heeft in verband met zijn ziekte. Louise gaat op bezoek. Ze wil graag haar hulp aanbieden.

Naar zeggen van Louise maakt Jos gebruik van zijn ziekte door van iedereen te verwachten dat ze dag en nacht voor hem klaar staan en hem op zijn wenken bedienen. Zijn gedrag is overigens niet veel anders dan voor het moment dat hij ongeneeslijk ziek werd: alles draait om hem, hij manipuleert iedereen om hem heen om aan zijn verlangens te voldoen, iedereen moet naar zijn pijpen dansen.

Louise geeft aan dat ze graag iets zou willen doen voor Hilde, de vrouw van Jos, maar ze weet niet wat. Na met hen op stap te zijn geweest, ontstaat er een gesprek tussen Louise en Hilde. Jos ligt op dat moment op bed. Hilde geeft aan dat ze zich uitgeput voelt, ze staat overal voor aan de lat. Ze is moe en zou ook weleens op de bank willen liggen, net als haar man. Of eens de deur uit gaan om hard te lopen, maar dan moet ze zoveel regelen voor de kinderen en haar man: het is te lastig…, laat maar. Ja, en Jos geeft doorlopend opdrachten, want ja, hij is ziek, hij heeft aandacht en zorg nodig.

Ik vraag aan Louise of ze op dat moment in het gesprek haar hulp heeft aangeboden, nu Hilde zo duidelijk aangeeft wat haar wens is. Nee, zegt Louise, ik heb geen hulp aangeboden, het ging wel door me heen, maar ik dacht dat daarmee de situatie niet zou gaan veranderen, eigenlijk dacht ik alleen maar 'hij mag ook weleens iets voor haar doen'.

Tja, zo gaat het dan…, er gebeurt blijkbaar het nodige in Louise zelf waardoor ze niet ‘aanwezig’ kan zijn, in afstemming met Hilde.

Het gesprek tussen Louise en Hilde gaat verder. Louise vraagt aan Hilde of ze Jos geen kleine opdrachten kan geven om daarmee zichzelf wat te ontzien. Nee, zegt Hilde, ik wil Jos niet het gevoel wil geven dat hij niet genoeg doet. Louise reikt nog aan dat Jos bijvoorbeeld fruit kan klaar maken voor de kinderen, maar Hilde houdt de boot af: ze is bang dat Jos boos wordt (zoals dat tot dan toe is gegaan in hun huwelijk), dan is de sfeer negatief en dat wil ze niet. Louise voelt de onmacht van Hilde en voelt zichzelf ook onmachtig. Ze weet niet goed hoe ze verder met deze situatie om kan gaan en welke hulp ze kan aanbieden.

Ik vraag aan Louise wat er bij haar wordt getriggerd: Wat plak jij op deze situatie? Welke plaatjes/overtuigingen worden in gang gezet? Vanuit welke bril kijk jij?

Louise zegt: hij behandelt haar als een slaaf, ze doet zichzelf gewoon tekort, ik zou haar wakker willen schudden…, jij bent ook een persoon, die zorg en aandacht mag ontvangen en nodig heeft.

Herkenbaar? vraag ik.
Tot voor kort leefde jij ook een soortgelijk scenario, toch?
Zie je de spiegels waar je in kijkt?
Dat jij, nog niet zo lang geleden, je ook uitgeput en onmachtig voelde en jezelf zwaar tekort deed…, je bleef maar rennen en zorgen voor de anderen en jij wilde ook de lieve vrede bewaren: als zij niet over lastige onderwerpen spreken, dan hou ik ook mijn mond...

Louise herkent de spiegels.
Naast onmacht voelt zij ook frustratie. Wiens frustratie is dat? vraag ik. Gaat dat over Hilde en Jos of is het jouw frustratie? Frustratie, omdat jij zo lang bent door gegaan in een ongezonde situatie, een situatie die jou uitputte? Frustratie, omdat jij alsmaar door ging met het geven van zorg en aandacht, terwijl je zelf die zorg en aandacht nodig had, maar niet kon vragen…
Ze herkent wat ik terug geef.

Blijkbaar leeft er nog het nodige aan frustratie in jou over de afgelopen jaren en die frustratie wordt getriggerd door deze situatie van Hilde en Jos. Ja, zegt Louise, ik heb heel veel weg gestopt…, ik wilde dat gevoel van onmacht en frustratie niet voelen en zo gauw mogelijk weg poetsen. Ja, zeg ik, en dat wil je dus ook bij Jos en Hilde: de onmacht en frustratie weg poetsen... Mag zij zich onmachtig en gefrustreerd voelen?
Ja, ik zie wat je bedoelt, zegt Louise.

En verder..., vraag ik, wat leeft er nog meer in jou? Nou, zegt Louise, ik zou zo graag willen dat Hilde ook een kop koffie krijgt van hem. Het is niet zo dat alles maar om Jos draait en dat hij zich kan permitteren om de sfeer te verpesten als Hilde niet doet wat hij zegt.

Is dat zo wat jij zegt? Is dat zo: dat het niet zo kan zijn dat alles om Jos draait.
Ik zie iets anders. Wat ik zie is dat de situatie is zoals die is: alles draait om Jos, en Hilde is hem in alles ter wille om te voorkomen dat hij boos wordt of haar volledig negeert. Dat is de realiteit, dat zijn de feiten. Ja, zegt Louise, dat is waar.

Kan jij daarmee zijn?
Moeilijk, zegt Louise.

Als Hilde aangeeft dat zij in deze laatste fase met deze man op dezelfde voet wil doorgaan als voorheen, wie ben jij dan om dat anders te willen?

Als je hulp zou willen bieden, vanuit compassie met haar situatie, dan is dat toch zonder voorwaarden? Of dient zij zich uit te spreken naar haar partner toe, omdat jij nog met frustratie zit vanuit jouw situatie, vanuit al die keren dat jij je niet hebt uitgesproken?

Als je werkelijk je ondersteuning wil geven, dan kan ik me voorstellen dat je haar aanbiedt om bij haar langs te komen en dat zij, bij wijze van spreken, twee uur voor zichzelf heeft om te doen wat zij op dat moment graag zou willen (hard lopen/rusten/vriendin opzoeken).

En dan zeg je erbij dat je heel goed voor haar man zal zorgen…
Louise kijkt me met grote ogen aan.

Ja, zeg ik, dat is nou precies waar haar zorg over gaat…, het is te ingewikkeld, te groots om oppas te regelen voor de kinderen én voor deze man in het bijzonder…, laat maar.

Zij realiseert zich heel goed dat hij een dwingeland is, waar zij niet tegen in gaat…, en zeker niet nu hij ongeneeslijk ziek is… Zij heeft zo haar beweegredenen om het te doen zoals zij het doet…, mag dat? Of moet zij en Jos veranderen voordat jij in het bootje kan stappen om hen hulp te geven?

Kan je zijn met wat is?

En dit is het: een vrouw die een destructief patroon in stand houdt om de lieve vrede te bewaren, want haar man zal binnen niet al te lange tijd sterven. Dat is de realiteit. Zie dat jouw frustratie en onmacht erdoor heen loopt, waardoor je niet kan aanvoelen en kan geven wat er nodig is voor Hilde. Dat is niet erg…, het gaat niet over goed of fout…, maar over de drijfveren, die maken dat jij zo reageert zoals je reageert. Als je die doorziet, ontstaat er bewegingsvrijheid en kan je de hulp bieden die passend is.

En hoe lang heb jij erover gedaan om uit je patroon te stappen?
Kan je compassie voelen voor haar en voor de situatie waarin zij zich bevindt?
Omdat je zelf aan den lijve hebt ervaren dat je niet bij machte was om uit een destructief patroon te stappen?
Omdat je zelf aan den lijve hebt ervaren dat je zo jouw beweegredenen had om een ongezonde situatie in stand te houden?
Omdat je zelf aan den lijve hebt ervaren dat het heel wat moed vraagt om in opstand te komen?

Ja, zegt Louise, ik voel wat je zegt, het komt binnen. Ik zou dit met haar kunnen delen, van mens tot mens, dat ik begrijp dat ze zich in een moeilijke situatie bevindt, dat ik het herken.. en dat ik haar graag wil bijstaan zoals het voor haar goed voelt. Ik heb er zelf ook zo lang over gedaan…

Ja, zo is het..., nu voel ik je hart.

www.bewustzijnscoaching.com
LinkedIn: Caroline Ootes
Facebookpagina: Caroline Ootes, Ontwaken, Bewustzijnscoaching