Over-lijden. Het lijden is voorbij.



Mijn moeder is half mei overleden. Het lijden is voorbij.
We hebben vele jaren geen gemakkelijke relatie gehad.
Schuld en plichtsbesef (je moet er voor je ouders zijn) wilde rond 2014 niet langer meer de leidraad zijn om bij hen langs te gaan. Jarenlang speelde het thema van zwaarte en schuld in mij, mede n.a.v. opmerkingen van mijn moeder: je komt ook nooit (ik bezocht haar om de paar weken), het is je plicht om voor je ouders te zorgen etc. En opmerkingen als: daar wil ik niet over praten, daar krijg ik hoofdpijn van, ik wil dat het gezellig is. Met andere woorden: een open ontmoeting, een wederzijds delen van wat leeft en raakt behoorde niet tot de mogelijkheden; de uitwisseling diende oppervlakkig te zijn oftewel 'gezellig', zoals mijn moeder dat betitelde. Op enig moment voelde ik dat ik zo niet langer door kon en wilde gaan; voor mezelf niet en voor hen niet. Ik wilde hen bezoeken vanuit het hart en niet op basis van schuld en plicht.

In 2014 schreef ik een brief aan mijn ouders (en ter info aan familieleden om ruis tussen ouders en kinderen te voorkomen). Ik deel een gedeelte van de brief hieronder.
Lieve pa & ma,
Ook al vind ik het heel moeilijk om deze brief te versturen…, het is toch wat het hart ingeeft. Weet dat ik van jullie hou, het heeft echt niets met jullie persoonlijk te maken…, liefde voel ik voor jullie beiden…, dat is het dus niet…, maar de omgang tussen jullie en mij is vanuit mij niet helemaal schoon. Ik voel dat er nog trekkrachten in mij leven van waaruit ik jullie bezoek, die niet zuiver zijn. Dus dat ik jullie opzoek, omdat het hoort of omdat het moet of uit schuldgevoel, allemaal motieven, die niet uit het hart voort komen… En ik wil niet meer leven vanuit dat deel in mij. Ik wil niet naar jullie toegaan, omdat je nou eenmaal naar je ouders behoort te gaan, omdat je ouders oud zijn, omdat je ouders je financieel hebben ondersteund en dan dien je wel wat terug te doen… Naar mijn beleving allemaal onzuivere motieven van waaruit ik mede met jullie omga, die niets met het hart te maken hebben. Als ik naar jullie toe ga, dan wil ik naar jullie toe gaan vanuit waarachtigheid, vanuit het hart, volledig (dus niet een beetje hart in combinatie met een deel dat zich verplicht of schuldig voelt), dat is wat ik mezelf en jullie gun. Niet elkaar opzoeken vanuit ‘dat doe je nu eenmaal voor je ouders’ of vanuit ‘voor wat, hoort wat’. Ik wil gewoon niet meer onwaarachtig leven. En ik ervaar het als een hele uitdaging om 100% mezelf trouw te zijn, ongeacht de opvattingen en meningen van anderen. En al een tijd gaat er door me heen ‘ik wil los’, ‘ik wil los’ van alle verplichte nummers, van alle onwaarachtigheid in mij. Ik wil leven vanuit: ‘wat klopt voor mij’ en als het klopt voor mij, dan klopt (het hartje) ook voor anderen…, dan ben ik 100% aanwezig en in verbinding met jullie.
Dit alles betekent dat ik voorlopig onze bezoekjes los laat…, totdat er werkelijk van binnenuit een andere stroom op gang komt, een stroom die zuiver is, vanuit het hart. Dan zal ik me weer melden…
Mocht er nood aan de man/vrouw zijn, mochten jullie verhuizen en hulp nodig hebben, mocht één van jullie ernstig ziek worden, bel of mail me voor hulp. Ik kijk op dat moment wat ik voor jullie kan betekenen. De gezelligheidsbezoekjes laat ik los. Nogmaals: het heeft niet met jullie te maken, maar alles met mij…, dat ik volledig vrij wil zijn van dat wat niet zuiver en oprecht is in mij. Weet dat ik van jullie hou…
Liefs

Mijn ouders vonden het niet makkelijk om deze brief in ontvangst te nemen. En mijn broers, zus en partners ook niet, omdat ik ook naar hen toe mij had uitgesproken dat familiebezoekjes voor een onbepaalde periode op een laag pitje zouden staan. Een van mijn broers zei: 'Volgens mij ben je tegen een boom opgelopen en nog herstellende. Inhoudelijk wat een onzin, kijk eerst eens goed naar je zelf, verder wijt ik geen woord meer aan die onzin en als je niet meer op toneel verschijnt, mij best'. Een zwager zei: 'Lekker makkelijk..., nu mogen wij voor de zorg opdraaien, want je moeder zal nooit zelf om hulp vragen'. Een schoonzus reageerde als volgt: 'Dat je zo een brief naar je broers en zussen schrijft ala, maar om zo een brief naar je ouders te sturen vind ik echt niet gepast! Wat moeten die mensen daar in godsnaam mee? Wat is dat voor een flauwe kul jôh, om die mensen het leven zuur te maken, de korte tijd dat ze nog leven. Ik weet het niet hoor, maar laat die mensen met rust, ze hebben toch altijd hun best gedaan!! Stel je voor dat jouw kinderen zo op jou gaan reageren later!!'

Ondanks de pijlen van boosheid en verdriet (zus) bleef ik trouw aan datgene wat ik voelde wat nodig was om de last van schuld en plicht en de gezelligheidsavondjes (ook met broers/zus), die eigenlijk alleen maar energie kostte, uit het systeem te doen oplossen. En langzaamaan doofde de schuld en het gevoel van plicht uit.

Op enig moment brak mijn moeder haar heup (2016?) en zocht ik haar op in het revalidatiecentrum. Ik had gezegd dat mijn ouders op mij konden rekenen indien er sprake was van praktische ondersteuning. En die mogelijkheid diende zich aan. En weer enige tijd later vroeg mijn moeder of ik met mijn vader voor een bepaalde behandeling naar het ziekenhuis wilde gaan. Natuurlijk. En eind 2017 vroeg mijn zus namens de familie of ik de euthanasie aanvraag voor mijn vader (90 jaar) bij de Levenseinde kliniek op me wilde nemen (zij konden het niet; mijn vader, met een ernstige vorm van huidkanker, beschouwde zijn leven als voltooid en wilde dood). Er volgde een mooi proces tussen mijn ouders en mij rond de euthanasie en het overleg met de levenseinde kliniek. Toen de aanvraag van mijn vader uiteindelijk werd gehonoreerd, zei hij tegen mij: 'Dank je wel. Je hebt me goed geholpen, je bent geslaagd'.
En kerst 2019 vroeg mijn moeder of ik de zaterdag voor haar wilde zorgen. Ja, het duurde even, maar uiteindelijk kwam mijn moeder dus toch over de brug voor hulp voor haarzelf. EN zo ging het..., ik zorgde op de zaterdag voor mijn moeder (tenzij ik in Tsjechië verbleef). En het eerste wat ik opmerkte toen ik deze taak op me nam was: een open hart, onvoorwaardelijkheid. De jaren bij mijn leraar (Naropa) en het opschoonwerk had geleid tot een fundamentele verschuiving. Er zat niets meer tussen...geen oordelen, geen irritatie, geen verwachtingen, geen spijt, geen verlangens, gewoon aanwezig zijn, dienstbaar en meebewegend met haar behoefte aan gezelligheid.

3 jaar is het zo gegaan... en groeide mijn moeder in kwetsbaarheid en sprak ze zo nu en dan over de dood en haar angst om alleen te sterven in haar appartement. Ze werd zachter, milder. De commando's werden vragen: zou je dit even willen doen? De controle dwang liet enigszins los. En dankbaarheid ontvouwde zich bij haar. Op enig moment zei ze: 'Het is altijd een feest als jij komt op de zaterdag'.

Dat wat aanvankelijk door een ieder werd gezien als 'dat doe je niet', 'dat zeg je niet tegen je ouders', 'wat ben jij egoïstisch' (ja, stap er maar lekker uit, moeten wij het allemaal doen) etc. ontvouwde zich tot een intiem contact vanuit het hart, zonder schuld en plichtsbesef.

Mijn moeder stierf niet alleen. Tijdens de avond dat ik 'dienst' had bij haar thuis overleed ze in mijn aanwezigheid.
En de samenwerking met broers en zus rond het stervensproces verliep ontspannen, in goede harmonie met elkaar, ook al had één broer nog steeds moeite met de handeling van destijds. En dat mag.

Ik schreef onderstaande toespraak voor haar en heb deze gedeeld tijdens de begrafenis. Daarmee eindigt deze blog. De toespraak is in verkorte vorm weer gegeven.

Lieve moeder,
Eindelijk is het zover…, de dood is gekomen. 91 jaar zijn je gegeven en toen was het genoeg. Je was al jaren moe…, en zei weleens dat je leven niets anders was dan wachten op de dood…, je kwakkelde met je gezondheid, beweging was ook niet meer gemakkelijk…, je kon de laatste jaren niet meer zelfstandig naar buiten, je was afhankelijk van anderen om de deur uit te gaan. In alle opzichten tekende het thema afhankelijkheid zich af…, je werd in toenemende mate afhankelijk van de thuiszorg, de schoonmaakster, automaatje (degene die jou met de auto vervoerde), het bezoek en de inzet van je kinderen en vrienden.
En je wilde zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Beperking op beperking volgde……, de ouderdom voltrok zich voor mijn ogen in de jaren voorafgaand aan je dood. Niet eenvoudig om te zien, wetende dat dit scenario mogelijk ook mijn/ons voorland zou kunnen zijn.

De laatste jaren was ik degene die op de zaterdag langs kwam (uitgezonderd de maanden dat ik in ons huis in Tsjechië was). Als ik op zaterdag zo rond half 11 binnenkwam, dan wist je precies te vertellen wat er gedaan diende te worden…, en vooral ook hoe de dingen moesten gebeuren, want het diende allemaal wel op jouw manier gedaan te worden. Soms had ik mijn jas nog niet uit en werd ik direct aan het werk gezet…, geeft niks hoor ma, zo ging het… en ik begrijp het ook wel…als je niets meer kan…en je ziet van alles wat je niet bevalt en wat gedaan moet worden…, en als je jaren bepaalde klussen op jouw wijze hebt gedaan…, dan is het soms lastig om het uit handen te geven, dan is het niet altijd gemakkelijk om even de tijd te nemen, dan wil je meteen alles benoemen wat er moet gebeuren…, mede omdat je bang was dat je het anders zou vergeten…, ook dat ken ik…, want het gebeurde regelmatig dat je iets had benoemd en dat ik het toch was vergeten…, maar gelukkig was je toch nog zo bij de pinken, hé ma, dat je in de loop van de ochtend er nog eens op terug kwam en dan zei ik: o, ja, dat ben ik vergeten, ik zal het zo even doen.

En soms nam je bij binnenkomst de tijd, dan zei je: ga maar even zitten kind, hoe gaat het met je? Zullen we eerst een kop koffie drinken? En dan wisselden we even uit over de afgelopen week. Je vertelde over de bridge uitjes, hoe het ging… of jullie goed gespeeld hadden…, of het gezellig was.., je vertelde over de uitnodigingen van andere bewoners in het appartementen complex…, hoe fijn je dat vond…, even een borreltje drinken bij deze of gene rond een uur of 4 of 5 in de middag…En na ons gesprekje gingen we over op de boodschappenlijst voor de week. We bespraken wat we zouden eten voor de lunch en vervolgens ging ik erop uit…de boodschappen doen bij een supermarkt, daarna langs een andere winkel voor verzorgingsproducten, naar de bakker voor een krentenbol of een taartje en tot slot langs de viswinkel of de slager…en in de tussentijd deed jij een slaapje, want de laatste paar jaar zei je keer op keer…ik ben moe…, doodmoe.

Bij terugkomst nam ik de krant mee uit de postbus, ruimde alle boodschappen op en maakte de lunch klaar…we gingen samen aan tafel zitten en lekker smullen van wat er was…en veelal als toetje nam jij een ijsje, want daar hield je ook van. Na de lunch gingen we met de rolstoel naar buiten…, als het weer het toe liet…, voor een wandeling door het park…waar je van genoot…en soms bekenden tegen kwam waar je een praatje mee maakte…dan nog even door de winkelstraat heen…en dan weer naar huis. Ik maakte nog even een soepje voor de komende dagen en rond een uur of 3 vertrok ik weer naar huis.

In die laatste jaren merkte ik op hoe je langzaamaan steeds zachter en kwetsbaarder werd, ook al bleef je het moeilijk vinden om dingen uit handen te geven…, je werd warmer, opener en liefdevol.
Ik weet nog dat je vele jaren geleden tegen me zei dat je een levensmotto had. En toen ik vroeg wat dat dan was, zei je: je moet zo sterk zijn dat je niemand nodig hebt.

Nou ma, je hebt dat vele jaren kunnen leven, maar het bestaan besloot op enig moment toch een andere ervaring op je bord te leggen: de ervaring dat we allemaal kwetsbaar zijn en afhankelijk van anderen, de ervaring dat je niet aan je lot wordt over gelaten en dat er voor je gezorgd wordt op het moment dat je dat zelf niet meer kan…, ik ben blij dat wij, kinderen, en anderen dat aan jou hebben kunnen geven…, ik ben dankbaar dat het bestaan jou en ons zo genadig was dat altijd de juiste mensen verschenen wanneer dit nodig was voor jouw welzijn…ik denk aan die geweldige meneer van automaatje…dank je wel dat je onze moeder zo vaak hebt willen vervoeren, en wat super dat er keer op keer toch weer een nieuwe schoonmaakster tevoorschijn kwam om je huis te onderhouden en wat fijn dat kennissen en vrienden uit het appartementencomplex je uitnodigden voor een samenzijn…en dat er binnen de thuiszorg ook een aantal lieve vrouwen waren die jou verzorgden.

En bovenal ben ik jou dankbaar, ma, moedertje, voor alles wat je hebt gegeven…, je hebt ons in financieel opzicht enorm ondersteund…, dank daarvoor, je hebt ons vele gezellige etentjes bezorgd, want daar hield je van…gezellig samenzijn…, niet te moeilijk doen, daar is het leven niet voor bedoeld…, gezellig met elkaar uit wisselen…dat vond je fijn…, dank daarvoor

Onze relatie is in het verleden niet altijd gemakkelijk geweest…, maar ook dat heeft het bestaan ons gegeven…, een uitdaging…om ondanks de verschillen, uiteindelijk de liefde te ontdekken en te ervaren in onze laatste jaren.

Is dat niet geweldig? Dat we zo samen ons leven kunnen afronden?
In… gewoon gezellig samen zijn…, dank je wel ma… ik wens je toe dat je pa en andere geliefden… in die andere sfeer… ook gewoon gezellig mag ontmoeten. Dag lieverd, het ga je goed.









Waardeer de kus van het leven.



Waardeer de kus van het Leven.
Tja, op enig moment verschijnt de mogelijkheid van de dood in ons leven. De aanleiding kan zijn een overlijden van een dierbare, een ernstige ziekte, aftakeling, het verouderingsproces: er komt een moment in ons leven dat we werkelijk beseffen dat ons leven hier op aarde eindig is. En in deze tijd, met alle uitdagingen waar de mensheid voor staat (o.a. klimaatverandering, uitputting van natuurlijke bronnen) worden we collectief gedwongen om dit besef van vergankelijkheid tot ons door te laten dringen: we kunnen niet ongestraft doorgaan met het leeg roven en uitbuiten van de aarde en haar bewoners. Liefdeloosheid en egocentrisme dienen getransformeerd te worden, alleen dan is er een radicale shift mogelijk.

Afgelopen jaren, in het bijzonder tijdens de zomermaanden wanneer we in ons huis in het buitenland verblijven, realiseer ik me op een diep niveau dat ook dit avontuur op een dag ophoudt. Met 'dit avontuur' bedoel ik ons verblijf hier, in de natuur, de diepe stilte van deze omgeving, de fietstochten en wandelingen die we maken over de heuvels en de velden, de weidsheid en uitgestrektheid van het landschap, het huis waarin we verblijven met een uitzicht over de heuvels... O, wat is het een zegen om hier te zijn...en het houdt op een dag allemaal op.

De laatste jaren bijvoorbeeld, tobt mijn vriendin met haar gezondheid...er was zelfs op enig moment een overweging om niet te komen wegens fysieke beperkingen. Onze uitwisseling hierover triggerde wederom het besef van vergankelijkheid: het samen delen van dit avontuur kent een einde. Of ik ga dood of de ander valt weg. En als ik dan zo gaande ben, al wandelend, fietsend, zwemmend, uithangend in de tuin, onderhoud verrichtend aan het huis en de tuin, dan flits zo nu en dan de volgende zin door me heen: ook dit eindigt…, ook dit eindigt. Gaande de afgelopen jaren verdiept dit besef van vergankelijkheid zich meer en meer..., alles is mij zo lief..., een onthechtingsproces is gaande...
Op een dag is 'mijn' lief er niet meer, op een dag moet ik afscheid nemen van 'mijn' hartsvriendin en houdt ons verblijf hier in het buitenland op... heftig… en ... tegelijkertijd ken ik de ervaring van een plotsklaps loslaten van dat wat mij dierbaar is (de dood van onze dochter in 2016). Wanneer het moment daar is dat ook dit avontuur eindigt, om wat voor reden dan ook, dan kan er verdriet zijn, maar ook een volledige aanvaarding van wat zich voltrekt... Juist door een diep besef van de eindigheid der dingen.

De andere kant van deze medaille, het gegeven dat alles vergankelijk is, maakt dat het samen zijn in deze omgeving niet meer als vanzelfsprekend wordt ervaren, maar als een diep geschenk. En als mijn vriendin afgelopen jaar uiteindelijk beslist om toch de stap te wagen om te komen, ondanks de fysieke beperkingen..., dan genieten we intens van onze uitwisselingen, humor en plezier. We genieten van elkaars aanwezig zijn..., juist door dat besef dat op een dag deze vorm van samen zijn ophoudt te bestaan.

Geboren worden betekent nu eenmaal op een dag sterven. Je zou zelfs kunnen zeggen dat onze geboortedatum een sterfdatum is. Vanaf die dag begint eigenlijk het aftellen. Iedere dag die achter ons ligt, brengt ons dichterbij de dood.
Zo stuurde Boeddha de novices een aantal maanden naar de burning ghats waar de lijken aan de rivier de Ganges werden gecremeerd, om dag in, dag uit het thema vergankelijkheid en de dood in te drinken. Dat was o.a. hun voorbereiding op de eindigheid en de vergankelijkheid van het bestaan, waarin tevens de boodschap besloten lag, die omschreven kan worden als: vergooi je leven niet, beschouw het niet als vanzelfsprekend, voordat je het weet is het einde in zicht en ontdek je dat alles waar je je zo druk over hebt gemaakt eenvoudigweg er niet meer toe doet, gebruik de tijd die je is gegeven om tot onvoorwaardelijke liefde en waarheid te komen, om de realiteit te ontdekken zoals die is, zonder al die vervormingen vanuit de mind. Dat dient jou en de mensheid, de aarde… want Liefde heelt.

Uiteenlopende vormen van verlies bereiden ons voor en confronteren ons met de tijdelijkheid van het bestaan en met de illusie van een ‘ik’ die meent het leven naar zijn/haar hand te kunnen zetten: je verliest je baan, het bedrijf gaat failliet, je gezondheid laat je in de steek, relaties gaan over, een dierbare overlijdt etc. Het gebeurt, of jij dat nu wil of niet wilt… We worden gedwongen om afscheid te nemen..., we worden gedwongen om los te laten: het bestaan helpt ons om op die manier ons voor te bereiden op verlies, op de dood zelf en het doorzien van de illusie van een ‘ik’ dat aan het roer staat. Het is de identificatie met het ‘ik’ (wat ik leuk vind of niet leuk vind, wat ik wil of niet wil) wat de oorzaak is van al het lijden in ons en in de wereld.

We beseffen het niet..., maar uiteindelijk is alles in het bestaan onzeker (en daar ga jij dus niet over) en ieder moment voltrekt zich een geboorte en dood: wat nu is, is 'straks' voorbij en we weten niet wat het volgende moment brengt; niets geen houvast en zekerheid en toch willen we ons vast klampen (wat lijden veroorzaakt): aan een huis, baan, relatie, gezondheid, aan een godsdienst die ons een schijnhouvast geeft van een volgend leven, een hemel of een hel.

Eén kant van de medaille..., we hechten aan het leven, maar in hoeverre is vastklampen aan het leven werkelijk Leven? Leven vanuit een ontspannen staat van zijn, in overgave met dat wat is? In overgave met de loop der dingen, de veranderlijkheid van het bestaan waar jij niet over gaat? En toch ook weer wel: door je verantwoordelijkheid te nemen voor dat wat zich aandient en ons hart te openen.

En wat betekent vergankelijkheid en de dood nou eigenlijk? Ja, vormen houden op te bestaan. Het lichaam takelt af en sterft. Voor degenen die achterblijven is dat een reëel gegeven, het lichaam van degene die ons verlaat, leeft niet meer. Maar dat is dan ook alles wat we erover kunnen zeggen..., we weten helemaal niet wat de dood betekent voor degene die haar of zijn lichaam verlaat. Misschien is geboren worden op aarde, dood gaan bezien vanuit een andere dimensie.
En dood gaan zou kunnen betekenen dat we in een andere dimensie geboren worden. Wie zal het zeggen?

Enkele jaren geleden koos mijn vader op 90-jarige leeftijd voor euthanasie. In de weken voorafgaand aan zijn dood spraken we weleens over de dood en zei hij: er is niks, ik geloof daar niet in, het houdt gewoon op. Waarop ik zei: dat zou zo kunnen zijn, maar we weten het niet, hou het gewoon open... En op een ander moment zei ik op een luchtige toon: ik heb Simone (onze dochter die in 2016 overleed) gevraagd je op te halen bij de poort. En dan moest hij lachen... En zo speelden we wat over en weer over een mogelijk bestaan of niet bestaan na de dood. Op enig moment zei hij: ik geloof niet in een bestaan na de dood, maar als er wat is, dan pleeg ik een belletje en laat ik het jullie weten. Zo gezegd, zo gedaan. Drie uur na de euthanasie zei mijn moeder tijdens een etentje met het hele gezin: stil eens, ik hoor pa..., hij zegt: je hebt toch gelijk, er is wel wat..., het is hier heel mooi. Tja, het zou zomaar waar kunnen zijn..., we weten het niet.

Dat is het mysterie van het Bestaan..., het onzekere en onbekende; het mysterie wat Leven heet, voorbij de kop en de munt, voorbij de wereld van dualiteit (leven en dood, ik tegenover jij/wij etc.). Opgenomen in het Leven zelf betekent overgave aan dat wat is, aan dat wat zich ontvouwt. Dus ook aan sporen van hechting, wanneer deze uit de diepte van onze cellen zich aandient. De ontvouwing getuigt van een diepe schoonheid, ook al lijkt dat in onze ogen niet zo, omdat dat wat zich aandient, bijvoorbeeld ‘hechting’, als pijnlijk wordt ervaren. Het enige wat van ons wordt gevraagd is: er mee te zijn. Geen psychologische analyses of verklaringen en geen verzet tegen dat wat is. Simpelweg, vanuit presentie, aanwezig zijn bij dat wat zich aandient. Is er verdriet, dan is er verdriet, wees met wat er is.
Zo eenvoudig is het…

Sta eens stil bij al die vanzelfsprekendheden in je bestaan. En speel eens met de kant van de medaille die we veelal negeren: ook dit eindigt. Laat het diep door dringen en ontdek wat het effect daarvan is op het ervaren van het Leven zelf, in al zijn volheid en schoonheid, en jouw liefde voor de aarde zelf.

Kijk eens in de ogen van je lief... en voel de hartsverbinding (of niet): o, wat hou ik van jou, wat ben ik blij dat jij er bent...., want ik besef nu op een diep niveau dat onze aardse relatie eens eindigt en dat kan elk moment zich voltrekken: dat weten we niet.

Waarom in strijd leven met jezelf of met de ander? Waarom maken we ons zo druk over ons uiterlijk en image? Wat maakt dat we maar door blijven gaan met het najagen met van alles en nog wat? Sta eens stil…, keer naar binnen, ontdek de kracht van overgave. En vraag je eens in alle ernst af wat er werkelijk toe doet in jouw leven? Wat wil jij van binnenuit leven? Waarvoor wil jij de tijd, die jou hier op aarde is gegeven, gebruiken?

Vergooi je leven niet, want voordat je het weet..., is het voorbij.
De kus van het Leven duurt maar even.




www.bewustzijnscoaching.com
Facebook: Caroline Ootes, Ontwaken, Bewustzijnscoaching
LinkedIn: Caroline Ootes

 

 

Mijn vader wil euthanasie, de huisarts werkt niet mee...



Enkele maanden geleden zei ik tegen mijn moeder: 'Ik heb het gevoel dat pa niet lang meer zal leven.' Daar schrok ze van..., ook al is hij 90.

Enkele weken later zitten we erop eens midden in, en toch ook niet opeens. Zijn lichaam is op..., hij wil niet meer..., het is ziekenhuis in en ziekenhuis uit..., hij wil euthanasie..., maar ja, zijn hart is sterk en de longen goed..., dus of de huisarts gaat meewerken aan het verzoek, dat is nog maar zeer de vraag.

Mijn vader heeft een ver gevorderde vorm van huidkanker op het bovenlijf en het hoofd. Het ziekenhuis heeft aan gegeven dat zij zijn uit behandeld, de huid is te dun, ze kunnen niets meer voor hem doen. Daarnaast zijn zijn knieën versleten waardoor hij moeilijk kan lopen en weleens valt, ogen en oren functioneren slecht, één oog sluit niet meer volledig door enkele TIA's die hij heeft gehad, hij bibbert waardoor hij een schort voor moet en gevoerd moet worden en hij kan zichzelf niet meer wassen/verzorgen, hij is niet makkelijk verstaanbaar door de TIA's die hij heeft gehad.

En zo gebeurt het dat ik op een ochtend mijn vader verzorg. Mijn moeder hoort mij binnen komen en zegt: 'O, je bent wat eerder, goed zo, dan kan jij vandaag pa zijn huid insmeren met zalf.' Ik slik even als ik de slaapkamer binnen kom. Daar zit mijn vader, op bed, zonder kleding, zijn oog half dicht genaaid en bont en blauw van de operatie, zijn bovenlichaam en hoofd vol met huidkankerplekken en grote blauwe plekken van de keren dat hij is gevallen. Ik trek een handschoen aan en smeer zijn huid in die jeukt, de zalf geeft enige verlichting, ik kleed hem aan en doe hier en daar wat kleine klusjes in huis...

Als ik zo naar mijn vader kijk, dan zie ik de vergankelijkheid van het bestaan..., er is geen ontkomen aan..., en wij zijn de volgende generatie, die aan de beurt is...

Daar zit mijn vader op bed..., hij laat zich alles wel gevallen..., geen weerstand..., geen schaamte..., er is overgave..., overgave aan de gang van zaken én de wens om zijn leven te beëindigen: het is mooi geweest, laat de dood maar komen..., ik ben er klaar voor..., mijn lijf is op...
Ja, dat is de energie van mijn vader: een hele gewone man, die in de loop der jaren heel broos en kwetsbaar is geworden.

Ik voer gesprekken met mijn vader en moeder over de wens van mijn vader tot euthanasie. Tijdens het tweede of derde gesprek vraag ik zonder omwegen aan mijn vader: 'Wil je echt dood, pa? Je hoeft niet dood, dat begrijp je toch wel hé, dus als je wilt blijven leven, dan is dat ook helemaal oké, wij zullen voor je zorgen.'  Ja, dat weet ik, daar ben ik jullie ook dankbaar voor, zegt mijn vader, maar ik wil euthanasie, het gaat zo niet meer. Oké, zeg ik, realiseer je dan goed dat jij degene bent, die aan de huisarts duidelijk moet maken dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Begrijp je dat, pa? Ja..., dat begrijp ik. Oké, pa, wat zeg je dan als de huisarts bijvoorbeeld aan jou vraagt of je pijn hebt? Nou, dan zeg ik dat het wel mee valt..., aan pijn wen je.
Ja, pa, dat is zo, je went aan pijn, en nogmaals van ons hoef je niet dood..., maar als je wel dood wil, dan ben jij degene die deze boodschap dient te onderbouwen naar de huisarts toe. Hij begrijpt wat ik aangeef. En even later zegt hij: De huisarts weet heus wel dat ik veel pijn heb.

Enkele dagen later komt de huisarts. Ik geef aan dat ik onze gesprekken over euthanasie aan haar wil terug koppelen. De huisarts staat er niet voor open, ook al had ik eerder in die week laten weten dat wij tijdens haar huisbezoek daarover wilde spreken. Ze zegt: 'Ik ga eerst in gesprek met uw vader, u gaat wel heel erg snel.' Vervolgens draait ze zich letterlijk van mij en mijn moeder af en richt ze het woord tot mijn vader.

Mijn vader heeft de boodschap uit ons gesprek, wat eerder in die week plaats vond, begrepen: hij is aan zet. En op enig moment komt hij tevoorschijn, hij zegt tegen de huisarts dat hij euthanasie wil. En dan benoemt hij de klachten (soms moeilijk verstaanbaar) en gevolgen van de klachten van waaruit hij euthanasie wil. Op de achtergrond kijken mijn moeder en ik toe en luisteren naar mijn vader. Hij gaat ervoor staan en maakt heel goed duidelijk dat het voor hem niet meer hoeft.

Gaande het gesprek wordt ook helder hoe de huisarts erin staat, ze wil en kan niet mee werken aan euthanasie: er is onvoldoende dossieropbouw (naar haar mening) en er is geen sprake van een ongeneeslijke ziekte in de zin dat mijn vader binnen 2 weken tot 6 maanden zal sterven. Daarnaast ziet zij het als haar taak om de laatste levensfase van een patiënt zo harmonieus mogelijk te laten verlopen door de patiënt te ondersteunen met medicatie en zorg. Passieve of actieve euthanasie is geen optie voor haar. En dat is haar goed recht.

Na afloop van het gesprek besluiten we de levenseindekliniek in te schakelen.

Tja, wat is uitzichtloos en ondraaglijk lijden? Wie gaat daarover?
Wie bepaalt wat uitzichtloos is en wat ondraaglijk lijden is?
Is er sprake van uitzichtloos en ondraaglijk lijden als je de deur bijna niet meer uit kan, omdat je knieën versleten zijn en de kans op een val groot is? Is er sprake van uitzichtloos en ondraaglijk lijden als je iedere dag verzorgd, gewassen en gevoerd moet worden door derden?
Is er sprake van uitzichtloos en ondraaglijk lijden als de wonden van de huidkanker niet meer helen (de huid is te dun), de huid jeukt en je niet mag krabben, omdat je anders weer naar het ziekenhuis moet om de zoveelste bloeding te stelpen?
Is er sprake van uitzichtloos en ondraaglijk lijden als de zintuigen slecht functioneren, je handen continu bibberen en sociale contacten buiten de deur nagenoeg niet meer mogelijk zijn?

Het zijn subjectieve gegevens, dat is waar: wat de een als uitzichtloos en ondraaglijk ervaart, kan voor een ander weer heel anders zijn. Dat maakt het ook zo moeilijk. Kan een ander daar eigenlijk wel over oordelen? Oordelen over wat jij ervaart en voelt?

En het wonderlijke is dat mijn vader, gaande het verzoek tot euthanasie, op zijn wijze nog geniet. Vooral van het eten (een van de weinige geneugten die nog mogelijk zijn), ook al moet hij gevoerd worden. Ik begrijp dat wel. Dat is ook wat ik bewonder in mijn vader. Hij wil dood, maar als de wens niet gehonoreerd wordt, dan legt hij zich daarbij neer: niet als slachtoffer, maar vanuit een basisgegeven dat alles gaat zoals het gaat.

Wat kan je anders? zegt mijn vader. Ik kan mijn wens kenbaar maken, maar als het er niet in zit, dan is dat het.., dan geef je je daaraan over..., het is niet anders.

Mooi om te zien, ik zie overgave, een overgave die noch blij noch verdrietig is. Een overgave aan de situatie zoals die is. Een overgave aan het leven én de dood die in aantocht is, want ja…, er is een tijd van komen en een tijd van gaan.

De procedure met de levenseindekliniek start. Na een aantal weken komt de langverwachte uitspraak van de levenseindekliniek én de scenarts, een onafhankelijk arts, die de aanvraag tot euthanasie beoordeelt:
'Ja, er is sprake van uitzichtloos en ondraaglijk lijden door stapeling van ouderdomsaandoeningen.'

Pa voelt zich opgelucht en dankbaar nu het einde in zicht is.

Tijdens een van de uitwisselingen met de arts van de levenseindekliniek vraag ik op enig moment aan hem hoe hij naar actieve euthanasie kijkt. Ik zeg: 'Nogal wat huisartsen geven aan dat zij actieve euthanasie zien als een handeling waardoor zij iemand doden, wat is uw visie daarop?'
De arts van de levenseindekliniek zegt: 'Ik zie euthanasie als een medische handeling om de patiënt een waardig levenseinde te geven.'

Mooi.., tja..., dat is weer een heel ander perspectief…, het is ook maar net hoe je ernaar kijkt… Fijn dat de levenseindekliniek bestaat, dat mensen daar terecht kunnen als de huisarts het verzoek tot euthanasie niet wil en kan ondersteunen.

Deel de blog… als dat zo voelt…, zodat de ouderen onder ons deze informatie tot zich kunnen nemen (nogal wat ouderen weten niet van het bestaan van de levenseindekliniek).

PS: Mijn vader ontving op 13 januari 2018 euthanasie.
Een verkorte versie van deze blog heb ik, enkele weken voor zijn dood, aan hen (vader/moeder en op een later tijdstip het hele gezin) voor gelezen. Zijn reactie: 'Dat heb je heel mooi beschreven..., dat moet je publiceren zodat de ouderen onder ons weten dat zij terecht kunnen bij de levenseindekliniek als hun huisarts niet mee werkt.' Dat zal ik doen, pa.
Bij deze...

www.bewustzijnscoaching.com
Facebookpagina: Caroline Ootes, Ontwaken, Bewustzijnscoaching
LinkedIn: Caroline Ootes