Mijn moeder is half mei overleden. Het lijden is voorbij.
We hebben vele jaren geen gemakkelijke relatie gehad.
Schuld en plichtsbesef (je moet er voor je ouders zijn) wilde rond 2014 niet langer meer de leidraad zijn om bij hen langs te gaan. Jarenlang speelde het thema van zwaarte en schuld in mij, mede n.a.v. opmerkingen van mijn moeder: je komt ook nooit (ik bezocht haar om de paar weken), het is je plicht om voor je ouders te zorgen etc. En opmerkingen als: daar wil ik niet over praten, daar krijg ik hoofdpijn van, ik wil dat het gezellig is. Met andere woorden: een open ontmoeting, een wederzijds delen van wat leeft en raakt behoorde niet tot de mogelijkheden; de uitwisseling diende oppervlakkig te zijn oftewel 'gezellig', zoals mijn moeder dat betitelde. Op enig moment voelde ik dat ik zo niet langer door kon en wilde gaan; voor mezelf niet en voor hen niet. Ik wilde hen bezoeken vanuit het hart en niet op basis van schuld en plicht.
In 2014 schreef ik een brief aan mijn ouders (en ter info aan familieleden om ruis tussen ouders en kinderen te voorkomen). Ik deel een gedeelte van de brief hieronder.
Lieve pa & ma,
Ook al vind ik het heel moeilijk om deze brief te versturen…, het is toch wat het hart ingeeft. Weet dat ik van jullie hou, het heeft echt niets met jullie persoonlijk te maken…, liefde voel ik voor jullie beiden…, dat is het dus niet…, maar de omgang tussen jullie en mij is vanuit mij niet helemaal schoon. Ik voel dat er nog trekkrachten in mij leven van waaruit ik jullie bezoek, die niet zuiver zijn. Dus dat ik jullie opzoek, omdat het hoort of omdat het moet of uit schuldgevoel, allemaal motieven, die niet uit het hart voort komen… En ik wil niet meer leven vanuit dat deel in mij. Ik wil niet naar jullie toegaan, omdat je nou eenmaal naar je ouders behoort te gaan, omdat je ouders oud zijn, omdat je ouders je financieel hebben ondersteund en dan dien je wel wat terug te doen… Naar mijn beleving allemaal onzuivere motieven van waaruit ik mede met jullie omga, die niets met het hart te maken hebben. Als ik naar jullie toe ga, dan wil ik naar jullie toe gaan vanuit waarachtigheid, vanuit het hart, volledig (dus niet een beetje hart in combinatie met een deel dat zich verplicht of schuldig voelt), dat is wat ik mezelf en jullie gun. Niet elkaar opzoeken vanuit ‘dat doe je nu eenmaal voor je ouders’ of vanuit ‘voor wat, hoort wat’. Ik wil gewoon niet meer onwaarachtig leven. En ik ervaar het als een hele uitdaging om 100% mezelf trouw te zijn, ongeacht de opvattingen en meningen van anderen. En al een tijd gaat er door me heen ‘ik wil los’, ‘ik wil los’ van alle verplichte nummers, van alle onwaarachtigheid in mij. Ik wil leven vanuit: ‘wat klopt voor mij’ en als het klopt voor mij, dan klopt (het hartje) ook voor anderen…, dan ben ik 100% aanwezig en in verbinding met jullie.
Dit alles betekent dat ik voorlopig onze bezoekjes los laat…, totdat er werkelijk van binnenuit een andere stroom op gang komt, een stroom die zuiver is, vanuit het hart. Dan zal ik me weer melden…
Mocht er nood aan de man/vrouw zijn, mochten jullie verhuizen en hulp nodig hebben, mocht één van jullie ernstig ziek worden, bel of mail me voor hulp. Ik kijk op dat moment wat ik voor jullie kan betekenen. De gezelligheidsbezoekjes laat ik los. Nogmaals: het heeft niet met jullie te maken, maar alles met mij…, dat ik volledig vrij wil zijn van dat wat niet zuiver en oprecht is in mij. Weet dat ik van jullie hou…
Liefs
Mijn ouders vonden het niet makkelijk om deze brief in ontvangst te nemen. En mijn broers, zus en partners ook niet, omdat ik ook naar hen toe mij had uitgesproken dat familiebezoekjes voor een onbepaalde periode op een laag pitje zouden staan. Een van mijn broers zei: 'Volgens mij ben je tegen een boom opgelopen en nog herstellende. Inhoudelijk wat een onzin, kijk eerst eens goed naar je zelf, verder wijt ik geen woord meer aan die onzin en als je niet meer op toneel verschijnt, mij best'. Een zwager zei: 'Lekker makkelijk..., nu mogen wij voor de zorg opdraaien, want je moeder zal nooit zelf om hulp vragen'. Een schoonzus reageerde als volgt: 'Dat je zo een brief naar je broers en zussen schrijft ala, maar om zo een brief naar je ouders te sturen vind ik echt niet gepast! Wat moeten die mensen daar in godsnaam mee? Wat is dat voor een flauwe kul jôh, om die mensen het leven zuur te maken, de korte tijd dat ze nog leven. Ik weet het niet hoor, maar laat die mensen met rust, ze hebben toch altijd hun best gedaan!! Stel je voor dat jouw kinderen zo op jou gaan reageren later!!'
Ondanks de pijlen van boosheid en verdriet (zus) bleef ik trouw aan datgene wat ik voelde wat nodig was om de last van schuld en plicht en de gezelligheidsavondjes (ook met broers/zus), die eigenlijk alleen maar energie kostte, uit het systeem te doen oplossen. En langzaamaan doofde de schuld en het gevoel van plicht uit.
Op enig moment brak mijn moeder haar heup (2016?) en zocht ik haar op in het revalidatiecentrum. Ik had gezegd dat mijn ouders op mij konden rekenen indien er sprake was van praktische ondersteuning. En die mogelijkheid diende zich aan. En weer enige tijd later vroeg mijn moeder of ik met mijn vader voor een bepaalde behandeling naar het ziekenhuis wilde gaan. Natuurlijk. En eind 2017 vroeg mijn zus namens de familie of ik de euthanasie aanvraag voor mijn vader (90 jaar) bij de Levenseinde kliniek op me wilde nemen (zij konden het niet; mijn vader, met een ernstige vorm van huidkanker, beschouwde zijn leven als voltooid en wilde dood). Er volgde een mooi proces tussen mijn ouders en mij rond de euthanasie en het overleg met de levenseinde kliniek. Toen de aanvraag van mijn vader uiteindelijk werd gehonoreerd, zei hij tegen mij: 'Dank je wel. Je hebt me goed geholpen, je bent geslaagd'.
En kerst 2019 vroeg mijn moeder of ik de zaterdag voor haar wilde zorgen. Ja, het duurde even, maar uiteindelijk kwam mijn moeder dus toch over de brug voor hulp voor haarzelf. EN zo ging het..., ik zorgde op de zaterdag voor mijn moeder (tenzij ik in Tsjechië verbleef). En het eerste wat ik opmerkte toen ik deze taak op me nam was: een open hart, onvoorwaardelijkheid. De jaren bij mijn leraar (Naropa) en het opschoonwerk had geleid tot een fundamentele verschuiving. Er zat niets meer tussen...geen oordelen, geen irritatie, geen verwachtingen, geen spijt, geen verlangens, gewoon aanwezig zijn, dienstbaar en meebewegend met haar behoefte aan gezelligheid.
3 jaar is het zo gegaan... en groeide mijn moeder in kwetsbaarheid en sprak ze zo nu en dan over de dood en haar angst om alleen te sterven in haar appartement. Ze werd zachter, milder. De commando's werden vragen: zou je dit even willen doen? De controle dwang liet enigszins los. En dankbaarheid ontvouwde zich bij haar. Op enig moment zei ze: 'Het is altijd een feest als jij komt op de zaterdag'.
Dat wat aanvankelijk door een ieder werd gezien als 'dat doe je niet', 'dat zeg je niet tegen je ouders', 'wat ben jij egoïstisch' (ja, stap er maar lekker uit, moeten wij het allemaal doen) etc. ontvouwde zich tot een intiem contact vanuit het hart, zonder schuld en plichtsbesef.
Mijn moeder stierf niet alleen. Tijdens de avond dat ik 'dienst' had bij haar thuis overleed ze in mijn aanwezigheid.
En de samenwerking met broers en zus rond het stervensproces verliep ontspannen, in goede harmonie met elkaar, ook al had één broer nog steeds moeite met de handeling van destijds. En dat mag.
Ik schreef onderstaande toespraak voor haar en heb deze gedeeld tijdens de begrafenis. Daarmee eindigt deze blog. De toespraak is in verkorte vorm weer gegeven.
Lieve moeder,
Eindelijk is het zover…, de dood is gekomen. 91 jaar zijn je gegeven en toen was het genoeg. Je was al jaren moe…, en zei weleens dat je leven niets anders was dan wachten op de dood…, je kwakkelde met je gezondheid, beweging was ook niet meer gemakkelijk…, je kon de laatste jaren niet meer zelfstandig naar buiten, je was afhankelijk van anderen om de deur uit te gaan. In alle opzichten tekende het thema afhankelijkheid zich af…, je werd in toenemende mate afhankelijk van de thuiszorg, de schoonmaakster, automaatje (degene die jou met de auto vervoerde), het bezoek en de inzet van je kinderen en vrienden.
En je wilde zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Beperking op beperking volgde……, de ouderdom voltrok zich voor mijn ogen in de jaren voorafgaand aan je dood. Niet eenvoudig om te zien, wetende dat dit scenario mogelijk ook mijn/ons voorland zou kunnen zijn.
De laatste jaren was ik degene die op de zaterdag langs kwam (uitgezonderd de maanden dat ik in ons huis in Tsjechië was). Als ik op zaterdag zo rond half 11 binnenkwam, dan wist je precies te vertellen wat er gedaan diende te worden…, en vooral ook hoe de dingen moesten gebeuren, want het diende allemaal wel op jouw manier gedaan te worden. Soms had ik mijn jas nog niet uit en werd ik direct aan het werk gezet…, geeft niks hoor ma, zo ging het… en ik begrijp het ook wel…als je niets meer kan…en je ziet van alles wat je niet bevalt en wat gedaan moet worden…, en als je jaren bepaalde klussen op jouw wijze hebt gedaan…, dan is het soms lastig om het uit handen te geven, dan is het niet altijd gemakkelijk om even de tijd te nemen, dan wil je meteen alles benoemen wat er moet gebeuren…, mede omdat je bang was dat je het anders zou vergeten…, ook dat ken ik…, want het gebeurde regelmatig dat je iets had benoemd en dat ik het toch was vergeten…, maar gelukkig was je toch nog zo bij de pinken, hé ma, dat je in de loop van de ochtend er nog eens op terug kwam en dan zei ik: o, ja, dat ben ik vergeten, ik zal het zo even doen.
En soms nam je bij binnenkomst de tijd, dan zei je: ga maar even zitten kind, hoe gaat het met je? Zullen we eerst een kop koffie drinken? En dan wisselden we even uit over de afgelopen week. Je vertelde over de bridge uitjes, hoe het ging… of jullie goed gespeeld hadden…, of het gezellig was.., je vertelde over de uitnodigingen van andere bewoners in het appartementen complex…, hoe fijn je dat vond…, even een borreltje drinken bij deze of gene rond een uur of 4 of 5 in de middag…En na ons gesprekje gingen we over op de boodschappenlijst voor de week. We bespraken wat we zouden eten voor de lunch en vervolgens ging ik erop uit…de boodschappen doen bij een supermarkt, daarna langs een andere winkel voor verzorgingsproducten, naar de bakker voor een krentenbol of een taartje en tot slot langs de viswinkel of de slager…en in de tussentijd deed jij een slaapje, want de laatste paar jaar zei je keer op keer…ik ben moe…, doodmoe.
Bij terugkomst nam ik de krant mee uit de postbus, ruimde alle boodschappen op en maakte de lunch klaar…we gingen samen aan tafel zitten en lekker smullen van wat er was…en veelal als toetje nam jij een ijsje, want daar hield je ook van. Na de lunch gingen we met de rolstoel naar buiten…, als het weer het toe liet…, voor een wandeling door het park…waar je van genoot…en soms bekenden tegen kwam waar je een praatje mee maakte…dan nog even door de winkelstraat heen…en dan weer naar huis. Ik maakte nog even een soepje voor de komende dagen en rond een uur of 3 vertrok ik weer naar huis.
In die laatste jaren merkte ik op hoe je langzaamaan steeds zachter en kwetsbaarder werd, ook al bleef je het moeilijk vinden om dingen uit handen te geven…, je werd warmer, opener en liefdevol.
Ik weet nog dat je vele jaren geleden tegen me zei dat je een levensmotto had. En toen ik vroeg wat dat dan was, zei je: je moet zo sterk zijn dat je niemand nodig hebt.
Nou ma, je hebt dat vele jaren kunnen leven, maar het bestaan besloot op enig moment toch een andere ervaring op je bord te leggen: de ervaring dat we allemaal kwetsbaar zijn en afhankelijk van anderen, de ervaring dat je niet aan je lot wordt over gelaten en dat er voor je gezorgd wordt op het moment dat je dat zelf niet meer kan…, ik ben blij dat wij, kinderen, en anderen dat aan jou hebben kunnen geven…, ik ben dankbaar dat het bestaan jou en ons zo genadig was dat altijd de juiste mensen verschenen wanneer dit nodig was voor jouw welzijn…ik denk aan die geweldige meneer van automaatje…dank je wel dat je onze moeder zo vaak hebt willen vervoeren, en wat super dat er keer op keer toch weer een nieuwe schoonmaakster tevoorschijn kwam om je huis te onderhouden en wat fijn dat kennissen en vrienden uit het appartementencomplex je uitnodigden voor een samenzijn…en dat er binnen de thuiszorg ook een aantal lieve vrouwen waren die jou verzorgden.
En bovenal ben ik jou dankbaar, ma, moedertje, voor alles wat je hebt gegeven…, je hebt ons in financieel opzicht enorm ondersteund…, dank daarvoor, je hebt ons vele gezellige etentjes bezorgd, want daar hield je van…gezellig samenzijn…, niet te moeilijk doen, daar is het leven niet voor bedoeld…, gezellig met elkaar uit wisselen…dat vond je fijn…, dank daarvoor
Onze relatie is in het verleden niet altijd gemakkelijk geweest…, maar ook dat heeft het bestaan ons gegeven…, een uitdaging…om ondanks de verschillen, uiteindelijk de liefde te ontdekken en te ervaren in onze laatste jaren.
Is dat niet geweldig? Dat we zo samen ons leven kunnen afronden?
In… gewoon gezellig samen zijn…, dank je wel ma… ik wens je toe dat je pa en andere geliefden… in die andere sfeer… ook gewoon gezellig mag ontmoeten. Dag lieverd, het ga je goed.
Moed betekent angst voelen en toch je hart volgen.
Moed betekent angst voelen en toch je hart volgen. We zijn op vakantie. Kennissen uit de omgeving komen langs, op visite. De man en de vrouw delen de wetenswaardigheden van het afgelopen jaar. We luisteren naar de nieuwtjes en vragen hier en daar door. Leuk om te horen welke concrete veranderingen er in hun leven hebben plaats gevonden (verbouwing/andere baan). Het tempo van het gesprek ligt ‘hoog’. Het ene verhaal na het andere wordt gedeeld. Na enige tijd valt mij op dat er niet een wederkerige uitwisseling ontstaat. Zij delen, wij (mijn partner en ik) luisteren. Wat maakt dat deze uitwisseling zo verloopt? Wat ik bemerk, is er dat er weinig ruimte is in het gesprek, ruimte in de zin van openheid, ruimte in de zin van vertraging, ruimte in de zin van pauzes gedurende het delen, ruimte in de zin van: stilte. De stilte, de openheid, de vertraging van waaruit verdieping, een werkelijk ontmoeten en humor kan ontstaan... Op enig moment wordt er een wedervraag gesteld: welke nieuwtjes hebben jullie? Ik voel geen enkele impuls om wat te delen. Er komt niets op. Ik heb geen nieuwtjes te delen. Wel een proces doorlopen naar aanleiding van het overlijden van onze dochter, waar zij van op de hoogte zijn. De energie in het gezelschap ligt ‘hoog’ of is ‘gehaast’, ‘snel’. Ik merk dat ik wat tijd nodig heb om te zakken, om in te dalen, om te voelen wat er van binnenuit gedeeld wil worden, maar die tijd ontbreekt. En ik spreek me daarover niet uit. Mijn partner doet een poging door een nieuwtje te delen. Het nieuwtje wordt op een bepaalde wijze opgepakt en vertaald door de ander. Er komt geen uitwisseling op gang en al snel draaien de rollen weer om. Hier en daar plaats ik nog een opmerking, maar er komt geen werkelijke ontmoeting op gang. Ik bekijk onze interactie. Ja, zo gaat het…, dit is het hoofdmenu, niet het voorgerecht, maar het hoofdmenu: de wetenswaardigheden. Geen stilte, pauze, vertraging van waaruit verdieping en humor kan ontstaan, maar in een hoog tempo zenden. Hij mist contact, hij mist de uitwisseling van emoties, geeft de bezoeker aan. Dat begrijp ik, als ik zo het gesprek waarneem. Hij voelt zich alleen, eenzaam, kent weinig mensen. Dat begrijp ik, als ik zo het gesprek beluister. Na 1,5 uur breekt het moment aan om afscheid te nemen. De man geeft aan dat we altijd langs kunnen komen als er iets is, dat zij graag met ons willen wandelen en vervolgens nodigt hij ons uit om over 6 dagen te komen barbecueën. En dan komt het erop aan: Wat zeg ik? Wat is mijn waarheid? Wat voel ik? Wil ik wel nader contact? Wil ik wel barbecueën met hen? En durf ik me uit te spreken ook als de ander dat mogelijk als een afwijzing of teleurstelling ervaart? Eén ding is op voorhand voor mij duidelijk: ik wil niet barbecueën. Ik voel er niets voor om een aantal uren van mijn tijd door te brengen met mensen, die zich bewegen op het level van nieuwtjes. Niet dat er iets mis is met hen (het zijn sympathieke mensen) of met het uitwisselen van nieuwtjes, maar dat kan ook door even een praatje te maken, zo nu en dan. Oké, de uitnodiging. Wat is mijn antwoord? Ik zeg: ik weet het nog niet. Waarop de ander reageert: hoezo weet je het nu nog niet? Ik zeg: Ik wil eerst met mijn partner overleggen, ik laat het je nog weten. Hoezo is daar overleg voor nodig? Je weet nu toch wel of je over 6 dagen wilt barbecueën? (En dat klopt, ik weet mijn antwoord, maar ik ben niet alleen, er is ook een partner, en ik vind het niet makkelijk om ‘nee’ te zeggen). En vervolgens kijkt hij vragend naar mijn partner: wat vind jij ervan? En ik zeg nogmaals dat ik met mijn partner wil overleggen: ik laat het je over enkele dagen weten. Mijn partner knikt instemmend naar mij en het gezelschap. Ik zie en voel dat de bezoeker geïrriteerd is en zich afgewezen voelt. Ik pak de draad weer op en zeg: ik weet niet of ik het nu wel wil…, misschien voelt het gewoon te snel…, voelt het meer kloppend als we over een maand afspreken om te barbecueën. En ik wil ook gewoon even afstemmen met mijn partner. Waarop hij verbolgen reageert: Over een maand? zegt hij (dan pas…), nou, dan weet ik niet of ik er wel ben, misschien ben ik dan wel op vakantie. Waarop ik zeg: Oké, dat zij dan zo. Dat antwoord vindt hij niet leuk. En ik voeg eraan toe: Als het antwoord ‘nee’ is, als we jullie uitnodiging afslaan, betrek het dan niet op jezelf. Het gaat niet over jullie, ik mag jullie, maar de vraag is of ik op deze wijze wil afspreken met jullie. Nou, reageert hij echt geïrriteerd: ik wil het wel een paar dagen van tevoren weten om de inkopen te doen. Ik zal het je tijdig laten weten, zeg ik. Voel je het gesprek aan? Voel je hoe moeilijk het is om jezelf trouw te blijven als je een sterk appèl voelt van de andere kant tot contact? Als je weet dat de ander zich eenzaam voelt, ook al ben ik niet verantwoordelijk voor de eenzaamheid van de ander… Voel je wat voor enorme uitdaging er in zit om je uit te spreken, om je waarheid te leven? Zo nu en dan een praatje of een kopje koffie/thee, meer zit er niet in. Dat is het antwoord van binnenuit, oftewel ‘mijn’ waarheid. Ga er maar eens aan staan om deze boodschap in alle openheid en eerlijkheid te geven. Ik wijs hen niet af, maar zo interpreteren zij dat wel, zij betrekken het op zichzelf, maar daar gaat het niet over, het gaat niet over hen, maar over mij: wat klopt voor mij? Ook al klopt dat niet voor de ander… Ja, maar je kunt toch niet altijd uitgaan van jezelf? Dat is toch egoïstisch? Is dat zo? Is het egoïstisch om jezelf trouw te zijn? Of is het egoïstisch van de ander om er bij voorbaat vanuit te gaan dat je aan de verwachting (de uitnodiging) van de ander tegemoet komt? Het is toch een uitnodiging? Oftewel: een vraag? En op een vraag zijn toch meerdere antwoorden mogelijk: ja, nee, misschien. Mag ik ‘nee’ zeggen? Of dien ik eigenlijk ‘ja’ te zeggen, omdat de ander zich anders afgewezen voelt of teleurgesteld, alsof ik verantwoordelijk ben voor de reactie van de ander? Ben ik verantwoordelijk voor de pijn die de ander in zich draagt, de pijn die geraakt wordt op het moment dat ik ‘nee’ zeg, de pijn die ooit is ontstaan in zijn of haar geschiedenis? Dien ik dan het leven te leiden wat anderen van mij verwachten, omdat zij zich anders afgewezen of teleurgesteld voelen? Ben ik op het punt aangeland dat ik een afwijzing van de ander in ontvangst kan nemen wetende dat deze afwijzing niets over mij zegt, maar alles over de ander: hij of zij raakt getriggerd door een ‘nee’, hij of zij heeft een verwachting waar ik niet aan tegemoet kan komen, hij of zij laat de ander (mij) niet vrij, er is geen ruimte bij de ander om elk antwoord in ontvangst te nemen, het antwoord moet eigenlijk ‘ja’ zijn. Is dit liefde? Hoe groot is het hart van de ander als er impliciete eisen worden gesteld? Als je eigenlijk geen ‘nee’ mag zeggen. Is het egoïstisch om naar jezelf te luisteren? Om na te gaan wat klopt voor jou? Ook als dat niet klopt voor de ander… Moet ik dan mijn leven zo leven dat ik aan alle verwachtingen en verlangens van anderen voldoe? Dus dat ik het leven van anderen leid in plaats van het leven zoals het van binnenuit klopt? Van waaruit bewegen we mee met al die verwachtingen die anderen over ons hebben? Schuldgevoel? Dan ben ik geen goeie …: vader, moeder, dochter, zoon, buurvrouw/man, partner, werknemer, werkgever? Bewegen we mee met de verwachtingen om mogelijke oordelen van anderen te voorkomen? Oordelen die nog in onszelf leven, want anders zouden de oordelen van anderen ons überhaupt niet raken. Oordelen die voort komen uit overtuigingen, die we van jongs af aan hebben mee gekregen: als je aan jezelf denkt ben je een egoïst, dan heb je niets voor de ander over. Is dat zo? Heb je niets voor de ander over als je uitgaat van datgene wat klopt voor jou? In hoeverre ben je echt aanwezig, in verbinding, in contact, als je ‘ja’ zegt, terwijl het van binnen een ‘nee’ is? In hoeverre is dat liefdevol naar de ander toe? Maar bovenal naar jezelf? Waarom voelen zoveel mensen zich moe en uitgeput? Zou dat onder andere te maken kunnen hebben met het gegeven dat we niet luisteren naar dat wat de innerlijke stem aangeeft, omdat we geleefd worden door allerlei overtuigingen, die aan ons door opvoeders en maatschappij met de paplepel zijn mee gegeven? Oké, terug naar de situatie. De uitnodiging voor de barbecue. Ik overleg met mijn partner en vraag hem hoe hij erin zit. Hij geeft aan dat hij niet van barbecueën houdt. Zo nu en dan een kopje koffie/thee drinken en hij wil ook wel een enkele keer met de mannelijke bezoeker wandelen (of het er daadwerkelijk van komt, weet hij niet), maar hij zit niet te wachten op een barbecue. Dit is het antwoord wat ik de bezoekers stuurde: Ha lieve mensen, Barbecue: nee. We vinden het leuk om jullie zondag even te bezoeken, de verbouwing te zien en een praatje te maken, als het voor jullie ook oké is. Ik kreeg het volgende antwoord terug: Hi, Oke op zondag. Tja, zo gaat het dan…, dikke kans dat hij zondag vraagt waarom we niet willen barbecueën. En wederom een uitdaging: wat zeg ik dan? En mijn antwoord is anders dan het antwoord van mijn partner. Durf ik open en eerlijk aan te geven hoe voor mij de vork in de steel zit: zo nu en dan een praatje, dat is het, het heeft niets met jullie persoonlijk te maken, dit is gewoon het antwoord wat ik van binnenuit voel. Ben benieuwd wat zich zondag ontvouwd. PS betekent dit dat mijn partner voor hetzelfde dient te kiezen? Nee. Als hij wil gaan wandelen, eten, kletsen of anderszins…, ga je gang…, je bent een vrij mens…, net als ik. De vrijheid die in mij rijzende is, gun ik ieder ander. www.bewustzijnscoaching.com Facebook: Caroline Ootes, Ontwaken, Bewustzijnscoaching LinkedIn: Caroline Ootes
Gaan waar de wind je heen voert..., niet mijn wil geschiedt, maar Uw wil.
Gaan waar de wind je heen voert..., niet mijn wil geschiedt, maar Uw wil. Een dagdeel in de week verricht ik vrijwilligerswerk (2015-2018). Ik ondersteun op frequente basis, samen met een andere vrijwilliger, een trainer in zijn werk. Afgelopen week zei de trainer tegen mij dat hij meerdere vrijwilligers had gevraagd om een collega van hem op een andere locatie te ondersteunen. Zijn collega heeft nog geen vrijwilligers, die haar ondersteunen bij haar werk. De trainer laat mij weten dat de vrijwilligers tot nu toe allemaal afwijzend hebben gereageerd op zijn vraag. Vervolgens vraagt hij aan mij of ik zijn collega zou willen bijstaan. Mijn eerste impulsieve reactie is: 'Nee, ik heb het hier naar mijn zin met de andere vrijwilligers, en met één in het bijzonder (we hebben veel plezier samen), en ik ben ook pas net weer begonnen na een periode van afwezigheid.' De volgende dag ontvang ik een mail van de trainer: Ha Caroline, Ik begrijp wel dat je het fijn vindt om samen te werken met X. Maar mag ik je toch uitnodigen om a.s. vrijdag in elk geval één keertje mijn collega te helpen bij haar werkzaamheden? Gewoon vrijblijvend voor één keer, dan kunnen jullie eens kennismaken. Iets (intuïtie?) zegt mij dat het goed tussen jullie zal klikken. Hartelijke groet, Y Tja, wat doe je in zo'n situatie? Waar laat je je door leiden? Laat je je leiden door je eigen behoefte, je persoonlijke wil: ik heb het naar mijn zin, fijne samenwerking met collega('s) en ik draag een steentje bij aan het ondersteunen van de bijeenkomst. Of laat je je leiden door het bestaan zelf, door de stroom die het bestaan op dat moment aanneemt in de vorm van een vraag die de trainer mij voorlegt? Beweeg je mee met waar de wind je heen voert of geef je gehoor aan persoonlijke verlangens, verwachtingen en behoeften? Alles is mogelijk..., niets is goed of fout. Zie van waaruit je beweegt, dat is waar het om gaat. Ik beluisterde laatst een prachtige satsang van Adyashanti: Beyond the Personal Will (te vinden op www.adyashanti.org) en las zijn boek 'Jezus, de mysticus', een boek waarin Adyashanti laat zien hoe belangrijke gebeurtenissen in het leven van Jezus parallel lopen met de verschillende fasen van spiritueel ontwaken. Adyashanti geeft in de satsang aan dat na ontwaken er nog jaren volgen waarbij de persoonlijke wil langzaamaan uitdooft..., geleidelijk aan meer en meer uitdooft..., totdat er niets meer van overblijft en volledige realisatie zich voltrekt. Hij geeft ook aan dat dit uitdoven van de persoonlijke wil (het ego) over het algemeen jaren in beslag neemt..., zo sterk is de kracht van de persoonlijke wil en de illusie een afgescheiden ik (identiteit) te zijn. Een verduidelijkend citaat uit zijn boek (Jezus, de mysticus) over ontwaken zelf (pagina 235) is: 'We stijgen boven de identificatie met het ego en de geest uit, we beseffen onze ware natuur van goddelijk zijn. Maar wanneer je iets overstijgt, wil dit niet zeggen dat wat je overstegen hebt ergens heen gaat. En zo komen we in de tijd van beproevingen, wanneer het leven ons (...) situaties geeft die ons helpen (...) te gaan belichamen wat we gerealiseerd hebben. Als we door de vele beproevingen heen zijn gegaan die ons leren om geest (Goddelijk zijn) te belichamen - en dit stadium duurt vaak enkele jaren - komen we tot een diep en intens gevoel van rust, van welbehagen, van welzijn.' En dat is waar ik me bevind: in de jaren van beproevingen en het uitdoven van de persoonlijke wil. Een zeer grote beproeving voltrok zich in de zomer van 2016 toen geheel onverwacht onze dochter op 28-jarige leeftijd overleed. Daar schrijf ik op een ander moment over. Een zeer geringe 'beproeving', ik zou het eerder een 'testje' noemen, was de vraag die de trainer aan mij voorlegde. Ik schreef een email aan de collega vrijwilliger waar ik met veel plezier mee samen werk. Een gedeelte van die mail geef ik hieronder weer: Tja…, reuze jammer dat wij elkaar dan niet meer op frequente basis zien…, maar ik kan er ook naar kijken vanuit het perspectief dat het bestaan deze stroom op gang brengt (dit expliciete verzoek van de trainer), naast het gegeven dat wij natuurlijk zo nu en dan eens een kopje koffie kunnen drinken na onze bijeenkomsten, die op dezelfde tijd plaats vinden, alleen op een andere locatie…, en ik wil ook graag een bijdrage leveren daar waar ik nodig ben…, vanuit het hart..., wat voorbij persoonlijke belangen/behoefte gaat… Nou, X, ik had niet verwacht dat het zo zou lopen…, over verwachtingen gesproken… waar mijn vorige blog over ging…, maar ben innerlijk soepel genoeg om mee te bewegen met de stroom van het leven. Dus ik ga komende week een keer meelopen..., welke kant het opgaat…, geen idee..., maar ik hou je op de hoogte. Liefs, Caroline En dan is het zover. Ik loop een dagdeel mee met de andere trainer op een andere locatie. En opnieuw doen zich enkele kleine uitdagingen voor: het is aanvankelijk steenkoud in de ruimte (de airco kon niet uit) en de ramen zijn bedekt met stevige vitrage zodat er geen afleiding voor de deelnemers plaats kan vinden, er is dus geen contact met buiten (met de natuur) en de verlichting van de ruimte laat ook te wensen over. Met andere woorden: ik ga er qua ruimte en sfeer duidelijk niet op vooruit. Oké, zeg ik tegen mezelf: zo is het dan. De volgende keer kleed ik mij erop..., dit is waar het bestaan mij brengt. Ik verleen die middag de ondersteuning voor de trainer en voel duidelijk aan dat het verzoek om een keer mee te lopen niet uit de lucht komt vallen: ik ben hier nodig en wil er graag voor haar zijn. De volgende dag mail ik de trainer, die mij had gevraagd om zijn collega te ondersteunen, dat ik in het vervolg zijn collega zal bijstaan. En zo gaat het dan..., als je je niet meer laat leiden door je persoonlijke wil, maar door het hart, door het bestaan zelf... Zo gaat het dan..., als je het roer vrijwillig uit handen geeft: dan ga je waar de wind je heen voert... Sinds enige tijd is er nagenoeg geen weerstand meer, geen verzet meer wanneer het leven mij uitnodigt om mee te bewegen met de stroom van het Leven zelf. Ja, ik merk de staartjes van de persoonlijke wil op en ook de neiging om te hechten (ik heb het naar mijn zin/veel plezier met een andere vrijwilliger), maar er is niet veel nodig om los te laten. De sleutel is het hart: het hart is open en wordt geraakt wanneer de trainer mij wederom vraagt om een keer mee te lopen met zijn collega en dat maakt de beweging als vanzelf mogelijk. In alle andere gevallen (als het hart niet open is) komt de 'keuze' om al dan niet mee te bewegen voort uit ons hoofd of uit de persoonlijke wil (ik heb het naar mijn zin, ze zoeken maar een andere vrijwilliger). Of we bewegen mee, omdat religieuze stromingen beoefening prediken van bepaalde deugden zoals dienstbaarheid, menslievendheid, gelijkmoedigheid. Dan komt de beweging ook niet voort uit het hart, maar uit het hoofd, het ego: ik moet goed doen, ik ga onvoorwaardelijke vriendelijkheid beoefenen (alsof die te beoefenen valt...). Of we zeggen 'ja', omdat we geen 'nee' kunnen zeggen, omdat we aardig gevonden willen worden. Ook dan komt de beweging niet uit het hart, maar uit een aangeleerd programma uit onze jeugd. Met andere woorden: de persoonlijke wil blijft intact. Het is dus niet mogelijk om een project te maken van het ontmantelen van de persoonlijke wil, omdat de drijfveer van waaruit je dan beweegt de persoonlijke wil zelf is (ik ga nu de slavendrijver in mij, de persoonlijke wil met al haar verlangens en behoeften afbreken). Wie is de 'ik' die dit wil?? De enige weg die ik zie, is het openen van het hart. En dat is waar bewustzijnscoaching over gaat en voor bedoeld is: de transformatie van hoofd naar hart. Niet mijn wil geschiedt, maar Uw wil..., de wil van het Leven zelf, voorbij het ego, voorbij het denkbeeldige 'ik', die meent het leven te kunnen besturen (persoonlijke wilskracht). www.bewustzijnscoaching.com LinkedIn: Caroline Ootes Facebook: Caroline Ootes, Ontwaken, Bewustzijnscoaching
Karma: Het zal wel mijn schuld zijn, ik heb het er zelf naar gemaakt.
Er komt een cliënt in de praktijk. Op enig moment geeft ze aan dat ze gelooft dat de loop van haar leven, die bepaald niet makkelijk is geweest (en nog de nodige uitdagingen met zich mee brengt), wordt bepaald door karma. Karma wordt ook wel de wet van oorzaak en gevolg genoemd. Dit betekent dat alles wat we doen (actie) een oorzaak vormt, die op een zeker tijdstip een gevolg heeft. Dat latere tijdstip kan betrekking hebben op dit leven of een volgend (ander) leven. Ik vraag aan de cliënt wat het voor haar betekent dat ze in reïncarnatie & karma gelooft. Ze zegt: 'Het zal wel mijn eigen schuld zijn geweest dat mijn leven zo is gelopen, ik heb het er zelf naar gemaakt.' Is dat zo? vraag ik. Heb jij het er zelf naar gemaakt? Eigen schuld, dikke bult? Weet jij wat al je handelingen zijn geweest uit een ander leven waardoor je huidige leven zo loopt zoals het is? Nee, zegt ze. Heb jij het leven in de hand? Het nest waarin je geboren werd? De omstandigheden zoals die eruit zien? Heb jij je ouders uit gekozen? Was jij daarbij? Dat weet ik niet, zegt ze. En welke stem hoor jij als je zegt: 'Het zal wel mijn schuld zijn?' Is dat de stem van het hart, de stem van compassie en mededogen? Of de stem van je ouders, de stem van het verleden, de stem die verbonden is aan pijnlijke herinneringen, de stem van de mind, die steeds hetzelfde scenario blijft herhalen: het is jouw schuld dat je leven zo loopt... Is dat waar? En zijn deze overtuigingen behulpzaam? Nee, helemaal niet, zegt de cliënt. Zolang we nog geprogrammeerde c.q. geconditioneerde wezens zijn, kan er dan wel sprake zijn van keuzevrijheid? De vrijheid om anders te handelen dan de scenario's, die in ons programma staan geschreven? Wat heeft het dan voor zin om op deze wijze (schuld en boete) naar jezelf en het bestaan te kijken? Zie je dat de mind alles aangrijpt, zelfs het concept van karma en reïncarnatie om jou gevangen te houden in schuld, in veroordeling van jezelf? Ja, zegt de cliënt, dat realiseerde ik me later ook..., dat ik hier niks mee kan..., waar ik wel wat mee kan, is hoe ik ermee om ga. Precies, zeg ik, verantwoordelijkheid nemen voor datgene wat er op je pad komt, wakker worden uit de geconditioneerde staat van zijn, wakker worden uit al die aangeleerde reactiepatronen en overtuigingen. En dat heeft niets met schuld of straf te maken. En uiteindelijk weten we niet hoe de vork in de steel zit..., of reïncarnatie waar of onwaar is. En doet dat er wel toe? Je leven speelt zich hier en nu af, richt daar je aandacht op. Mediteer en gebruik zelfonderzoek om te ontsnappen uit de greep van de mind, die jou terroriseert met gedachten en emoties als schuld, angst, niet goed genoeg zijn, karma etc. En: Het leven blijft een mysterie. Gelukkig maar…, we kunnen erover filosoferen, maar het uiteindelijke antwoord weten we niet. En dat is maar goed ook. Dat gezegd hebbende voel ik zelf affiniteit met het concept ‘reïncarnatie’. Oftewel: het Bewustzijn (niet een 'ikje') kiest de omstandigheden (leven na leven), om thuis te komen bij het Zelf (wat we al zijn, maar ons niet meer herinneren) van waaruit we loskomen van het wiel van wedergeboorte. Een tijd geleden las ik een boek van Osho (Totdat je sterft) waarin hij o.a. een verfrissende kijk geeft op de basisconcepten van religies zoals het Hindoeïsme (reïncarnatie/karma), Soefisme en het Christendom. Het fascineerde me. Ik wil dan ook graag met de lezer delen wat Osho daarover in zijn boek weer geeft. Hieronder een verkorte weergave van enkele bladzijden uit het boek (pagina 144 en verder). De cursivering van bepaalde uitspraken van Osho komt van mij, evenals enkele woorden die tussen haakjes staan geschreven. Met 'onecht' wordt bedoeld: de geconditioneerde, mechanische structuur (ego/mind). Oké, daar gaan we dan: ‘De waarheid kan jou niet rechtstreeks gezegd worden. Er moet iets gedaan worden, zodat je geleidelijk je weg naar de waarheid vervolgt. (…) De kennis moet geleidelijk in jou groeien door middel van bepaalde omstandigheden. En natuurlijk zullen alleen onechte omstandigheden helpen, omdat jij onecht bent. (…) Om een voorbeeld te geven: stel dat je in een gesloten huis woont, een huis waar je nooit uit bent geweest. Je hebt de zon nooit gezien, je hebt de vogels nooit gehoord, je hebt de wind nooit door de bomen voelen gaan. Je bent nooit buiten geweest, je hebt nooit bloemen gezien of de regen. Je hebt in een dicht huis gewoond, volkomen afgesloten, zelfs geen raam. Dan kom ik naar je toe en ik wil graag dat je buiten komt en zingt met de vogels en danst met de wind en bent als de bloemen die zich openen (…) voor het oneindige. Maar hoe kan ik jou iets vertellen over de wereld buiten? Er is geen taal voor. Als ik over bloemen praat, zul je het niet begrijpen. ‘Bloemen?’ zul je vragen, ‘wat bedoel je met bloemen? Bewijs eerst maar eens dat ze bestaan.’ (…) En met welk bewijs ik ook aankom, jij kunt het weerleggen, je kunt met tegenargumenten komen. (…) ‘Je droomt’, zul je zeggen. ‘Het is je verbeelding’, zul je zeggen, ‘er bestaat geen buitenwereld’. Dit is de enige wereld; er is geen andere wereld. Waar praat je over?’ (…) De moeilijkheid is: in welke taal moet ik tot jou spreken, van welke gelijkenissen, van welke symbolen moet ik gebruik maken? Wat er ook gezegd wordt, het zal misverstanden oproepen - omdat je iets alleen kunt begrijpen wanneer je het ervaren hebt. (…) Ik zal de een of andere methode moeten toepassen. Die methode is waar noch onwaar. (…) Ik kan bijvoorbeeld een koortssituatie scheppen: ‘Het huis stort in. Kom er zo snel mogelijk uit! (…) Dat deed Jezus. Hij zei: ‘De hele wereld zal in elkaar storten. (…) Het einde is nabij – De dag des Oordeels.’ Tot nu toe is het niet gebeurd. En Jezus zei tegen zijn discipelen: ‘Voor jullie sterven zal de dag des oordeels komen. Zorg dat je een transformatie ondergaat, verander jezelf, bekeer je! Kom tot inkeer! Want de tijd gaat snel voorbij en het huis stort in.’ (…) Wat zegt hij eigenlijk? Jullie kunnen de taal van de vrijheid niet verstaan, maar wel de taal van de angst. Daarom zegt hij dat de dag des oordeels nabij is. Jezus zegt: ‘Er is maar één leven. Eenmaal verloren, altijd verloren.’ Daarom maakte Jezus nooit gebruik van het Indiase hulpmiddel reïncarnatie. (…) Jezus zegt: ‘Dit is het enige leven’, om een koorts in je op te wekken van angst. Want als hij zegt dat er vele levens zijn, kun je ontspannen; dan kun je zeggen: ‘Er is geen haast. Dit huis zal tijdens mijn leven niet in elkaar storten en er zijn meer levens, dus waarom zou ik me nu haasten?’ (…) Zo kan je blijven uitstellen. Jezus verwierp uitstellen. Hij zei: ‘Er is maar één leven, dit is het enige leven.’ (…) En spoedig zal in dit leven, voor je dood, de dag des oordeels aanbreken. Dan zullen je zonden beoordeeld worden en zul je gestraft worden’. Wat zegt hij eigenlijk? (…) Hij probeert je uit je huis te halen. (…) Zodra je Jezus volgt, zodra je het huis uit bent, weet je dat het een list was, dat je naar buiten gelokt bent. Maar dan ben je niet boos: je voelt je dankbaar, omdat het de enige manier was. En je was zo onecht dat zelfs een Jezus van een leugen gebruik moest maken om je eruit te halen. Maar zodra je eruit bent, vergeet je alles over de dag des oordeels en god en zijn koninkrijk; dan vergeet je alles over dood en angst. Zodra je buiten bent, in de open lucht, in wind en zonneschijn, dan vier je dat, dan geniet je, dan ben je Jezus voor eeuwig en altijd dankbaar, omdat hij zo’n mededogen toonde dat hij zelfs loog om je maar naar buiten te kunnen brengen. In India hebben we van een andere methode gebruik gemaakt en daar zijn verschillende redenen voor. India is bijzonder oud. (…) Het Westen is jong. Wanneer je met een oude man praat, praat je op een andere manier dan wanneer je met een jonge man praat – omdat hun houding volkomen anders is. Een jonge man kijkt altijd naar de toekomst. Een oude man kijkt altijd naar het verleden, omdat er voor een oude man geen toekomst is. (…) De Oosterse geest wil zowel van het leven als van de dood verlost worden. Het Oosten is verveeld, zoals iedere oude man. (…) Het Oosten heeft genoeg van het leven. Je kunt niet méér leven beloven. Dat is geen belofte, integendeel, dat lijkt een straf. Daarom hebben we in het Oosten van een volstrekt andere methode gebruik gemaakt en die methode is: het rad van leven en dood. Wij zeggen dat je miljoenen keren geboren bent (…) En iedereen blijft hetzelfde patroon herhalen – kindertijd en de fantasieën van de kindertijd; jeugd en de dwaasheden van de jeugd; ouderdom en de verveling en dan de dood. En het rad blijft maar in beweging. (…) Wat is de boodschap achter de reïncarnatietheorie? De boodschap is: genoeg is genoeg! Reken er nu eens voor altijd mee af! Kom er nu uit! Als je erin blijft zal het rad steeds doordraaien. (…) Dat is een taal die een verveeld mens kan begrijpen. Maar zowel de ene als de andere theorie zijn methoden. Vraag me niet of ze waar zijn. Ze zijn noch waar noch onwaar. Zodra je uit het huis bent, zul je weten of het waar is; als je binnen blijft, zul je de waarheid nooit weten. Alles wat je op weg helpt naar de open lucht, naar vrijheid, naar openheid, is waar. Als een religie niet meer helpen kan, is ze onwaar. Het idee van Jezus zal het Westen nu niet veel helpen. Daarom keert de Westerse geest zich naar het Oosten. Nu zal de filosofie van de verveling beter voldoen omdat jullie nu ook oud zijn. Het christendom spreekt minder aan. Hindoeïsme, Boeddhisme zijn aantrekkelijker. Jullie zijn oud geworden! (…) Reïncarnatie spreekt meer aan dan één leven. De Dag des Oordeels lijkt kinderachtig en één leven lijkt niet voldoende. Hoe kun je een mens beoordelen door hem maar één kans te geven? Er zullen op zijn minst meer gelegenheden nodig zijn om een oordeel te kunnen vellen, omdat hij alleen door vallen en opstaan leren kan. Door hem maar één kans te geven, geef je hem eigenlijk geen kans. Als hij zich vergist, vergist hij zich. Dan is er geen tijd om de fout te herstellen. (…) Het zijn hulpmiddelen. ‘Een hulpmiddel’ is iets dat waar noch onwaar is. Het kan helpen. Als het helpt is het waar. Als het een belemmering vormt, dan is het onwaar. (…) En wanneer je er werkelijk uit bent, dan is er geen behoefte meer aan enige methode. Alle methoden dienen alleen maar om je uit je geslotenheid te halen, uit je graf, uit je ongevoeligheid, uit je onbewustheid. (…) Soefi’s zeggen dat alles in het leven zo met elkaar samenhangt, dat de karmatheorie niet juist kan zijn. En ze hebben gelijk, want ook hun methode is waar. Als alles in het leven zo met elkaar samenhangt hoe kan de karmatheorie dan zin hebben? Volgens de karmatheorie ben je verbonden met je vorige leven, alleen met je vorige leven; je bent een gevolg van je eigen karma’s en je oogst de resultaten van je eigen karma’s. Maar Soefi’s zeggen dat er een onderlinge samenhang is tussen alles wat leeft: het karma van ieder ander is mijn karma en mijn karma is het karma van ieder ander. Het is een netwerk van onderlinge verwantschap. (…) Je gooit een steentje in het meer en het hele meer komt in beroering. Iedereen is als een steentje in het meer. Wat je ook doet, je brengt golven, vibraties teweeg. (…) Het geheel is heel dankzij allen. Soefi’s zeggen dat de karmatheorie in de grond getuigt van een egoïstische instelling. En ze hebben gelijk! Volgens die theorie (karmatheorie) ben je – dus wat je zaait zul je oogsten. Dat versterkt jou, het ego. Soefi’s maken van een ander patroon gebruik om je eruit te halen. Jij bent er niet meer. Het geheel is. Je bent slechts een golfje. Wat heeft het voor zin om te denken dat je bent? Soefi’s zeggen, als je de onderlinge samenhang van alles begrijpt, laat je het begrip van het ego eenvoudig vallen, dan ben je geen ik meer. (…) Het is een methode. Hindoes hebben hun eigen methode (karmatheorie). Zij zeggen: ‘Zo je zaait, zul je oogsten.’ Ze bedoelen: als je er beroerd aan toe bent, ben jij daar zelf de oorzaak van. Als je in angst verkeert heb je ergens in een of ander leven het gif gezaaid en oogst je nu het resultaat. Waarom leggen ze hier zo de nadruk op? Om twee redenen: Ten eerste. Als je voelt dat jij verantwoordelijk bent, dan kun je je ellende en angst laten varen; er is geen andere manier. Als je denkt dat iemand anders net zo verantwoordelijk is als jij, dan blijf je zoals je bent. Wat kun je er dan aan doen? Jij alleen kunt er niets aan veranderen. Zo wordt het onmogelijk om je ellende en je angst los te laten. Ten tweede en van grotere betekenis: de Hindoemethode leert dat het hele verschijnsel van het verleden – wat je ook gedaan hebt, wat je ook gedacht hebt – nu op dit moment in jou aanwezig is. De mensen denken dat het verleden niet ongedaan gemaakt kan worden. Hindoes zeggen dat het ongedaan gemaakt kan worden, omdat het verleden deel uitmaakt van het heden. Je draagt het bij je. Je kunt niet alleen het heden en de toekomst veranderen, je kunt ook het verleden veranderen, je kunt het laten vallen. En, zeggen ze, vrijheid is mogelijk, omdat jij de enige bent die verantwoordelijk is voor jouw leven. (...) Hindoes menen dat jij verantwoordelijk bent voor je karma’s. Dat is goed. Als jij verantwoordelijk bent, dan kun je veranderen, dan is transformatie mogelijk. Jij bent de enige die erbij betrokken is. Je kunt je karma loslaten of je kunt het met je meedragen, wat je maar wilt? En wie wil graag angst, ellende, hel met zich meedragen? Je zult het allemaal laten vallen.' Einde weergave van Osho. Hoe ik er naar kijk? Het was Karl Marx die heeft gezegd dat godsdienst opium is voor het volk, het houdt mensen in slaap. En zo is het... Mensen zijn verworden tot slaaf van een doctrine (geloofsovertuiging) die hen vertelt wat goed en fout is en hoe zij zich dienen te gedragen. Elke vorm van godsdienst die ons niet thuis brengt in ons hart, houdt de mens in coma. Door de eeuwen heen zijn we door de godsdiensten vergiftigd met schuld, boete, plicht en haat, naar onszelf toe en naar andersdenkenden en anders levenden (homoseksuelen etc.). Het hoofd in de vorm van geboden/verboden (de doctrine): geen abortus, monogamie, afwijzing van homoseksualiteit etc. ... in plaats van het hart (open en vrij). Identificatie met een geloof (ik ben een Christen, Moslim, Jood etc.) heeft in de geschiedenis tot vele conflicten en oorlogen geleid - en nog. Met de mond wordt 'vrede' en 'menslievendheid' gepredikt en het zwaard geheven tegen een ieder, die anders leeft en denkt. Of het tegenovergestelde: er wordt gedreigd met hel en verdoemenis onder het mom van Liefde en verlossing van ons lijden. Het woord 'religie' verwijst etymologisch gezien onder andere naar het woord 'religare' wat 'opnieuw verbinden' betekent. Een duiding die resoneert bij mij, gelijk de duiding van Osho: religie is een hulpmiddel - om naar binnen te keren (in plaats van een oordelende houding naar anders levenden toe). Religie zou een hulpmiddel moeten zijn om ons opnieuw te verbinden met de goddelijke essentie die we zijn, voorbij geloof en ongeloof, voorbij elke regel of doctrine, voorbij de priesters en de dominees, voorbij de mind (wat goed en fout is). De goddelijke essentie is onvoorwaardelijke liefde en wijsheid. En als een religie je niet thuis brengt..., niet leidt tot onvoorwaardelijke liefde en wijsheid, dan dient het niet..., laat het los..., en ga op zoek naar een levende meester, die thuis is in de Bron van Liefde en Wijsheid, van waaruit hij/zij jou kan begeleiden op je pad naar ontwaken, naar een vrije staat van zijn. www.bewustzijnscoaching.com Linked-In: Caroline Ootes Facebookpagina: Caroline Ootes, Ontwaken, Bewustzijnscoaching
Delen en onderzoeken van gekwetstheid in relaties.
Delen en onderzoeken van gekwetstheid in relaties: wat bedoel ik daarmee? Hieronder beschrijf ik een mogelijkheid voor elke relatievorm om gekwetstheden met elkaar te onderzoeken door open en oprecht met elkaar te delen. In bijzijn van de ander deel je wat er allemaal leeft en speelt in jou terwijl de ander luistert; daarna draaien de rollen om: jij luistert en de ander deelt. Zolang we nog geïdentificeerd zijn met de mind, zolang we nog onze gedachten en emoties als 'waarheid' beschouwen (ik heb gelijk), wordt deze oefening door beide 'partijen' als pittig ervaren. Jezelf helemaal laten zien tijdens het delen, vraagt openheid en kwetsbaarheid, wat voor veel mensen geen gemakkelijke opgave is, omdat het hart nog niet (volledig) open is. En werkelijk open luisteren naar de ander is eveneens niet makkelijk. Voordat we het door hebben, zit de mind ertussen en vinden we er van alles van (het klopt niet wat jij zegt). Duidelijke afspraken zijn essentieel om het ontstaan van wederzijds begrip een kans te geven. Begrip over de motieven en pijnpatronen van elkaar, die tot het conflict hebben geleidt. Zo spreek je met elkaar af wie er als eerste begint met delen en hoeveel tijd een ieder krijgt voor het onderzoek in bijzijn van de ander. Je zou kunnen beginnen met 15 minuten per persoon, maar het kan heel goed een half uur zijn, zodat degene, die vertelt in alle rust alle aspecten (zie vorige blog) kan onderzoeken en delen. De ander luistert, is aanwezig en tracht zich volledig te verplaatsen in jou, in wat er door jou heen gaat..., ook als degene die deelt het over jou heeft. Wat is haar of zijn beleving van de situatie? Kan ik dat invoelen? Meevoelen, zonder dat de mind het over neemt en er van alles van vindt? Soms vallen er stiltes..., laat het gebeuren, ga er niet vanuit dat de deler dan klaar is. Je draait de rollen pas om als de tijd, die je met elkaar hebt afgesproken, voorbij is. In de stilte kan namelijk van alles alsnog omhoog borrelen of nader bekeken worden om even later te delen met de luisteraar. De luisteraar heeft als taak een veld van aandacht te zijn. Het is niet de bedoeling dat de luisteraar vragen stelt om de ander te 'helpen' als hij of zij stil valt. Blijf in stilte luisteren tot de tijd voorbij is. En draai dan de rollen om, zonder enige evaluatie of uitwisseling over datgene wat de deler zojuist heeft gezegd. Het is een hele uitdaging om als luisteraar 'leeg' te blijven wanneer het over jou gaat. Allerlei opvattingen, oordelen, meningen, emoties (mind) komen voorbij terwijl je naar de beleving van de ander luistert. Je zou de ander maar wat graag willen onderbreken om jouw waarheid te vertellen..., het liefst willen opleggen, want volgens jou is het zo niet gegaan..., en jij ziet het juist... De vraag is of dat zo is. Zie jij het juist? Wat maakt dat jij ervan uit gaat dat jouw interpretatie van het conflict klopt en de interpretatie van de ander niet? Waarom zou de ene inkleuring van de werkelijkheid wel juist zijn en de andere inkleuring niet? Het zijn toch beide inkleuringen oftewel interpretaties, zowel van de deler als van de luisteraar? Besef je wel dat er geen gelijk of waarheid bestaat op het moment dat er sprake is van interpretaties? Als je dat werkelijk beseft, dan realiseer je je dat je allebei een gevangene bent van een 'verhaal', een interpretatie dat de mind jou voorspiegelt, een verhaal dat voor jou 'waarheid' lijkt, zoals het verhaal voor de ander ook 'waar' lijkt, maar het niet is, het is een interpretatie. Voordat we het in de gaten hebben, zijn we overtuigd van ons gelijk en verwijten we de ander van alles, zonder ons te realiseren dat deze verwijten niet over de ander gaan maar over onszelf. We verwijten de ander bijvoorbeeld egoïstisch gedrag (je houdt helemaal geen rekening met mij) zonder ons te realiseren dat we bijvoorbeeld helemaal geen rekening met onszelf houden, omdat we van jongs af aan hebben geleerd dat de ander altijd voor gaat. Dus je spreekt je behoefte niet uit en je past je automatisch aan aan de ander en roept dan op enig moment dat de ander egoïstisch is. Het delen kan tot een onderzoek leiden naar wat deze verwijten, die we over de ander hebben, onszelf te vertellen hebben: ik verwijt jou dat je geen rekening met mij houdt, maar ik ontdek dat ik me onvoldoende heb uitgesproken over wat ik fijn vind of belangrijk vind..., ik ben mee gegaan met jouw behoefte en heb mijn behoefte opzij geschoven, dus eigenlijk ben ik boos op mezelf..., dat ik dit weer heb laten gebeuren..., dat ik geen verantwoordelijkheid heb genomen voor mijn behoefte door me uit te spreken. En dan zeg ik dat jij geen rekening met mij houdt..., maar dat klopt niet, ik kom erachter dat ik het ben die geen rekening met mezelf hou, eigenlijk zou ik zelf wat 'egoïstischer' mogen zijn. En ik realiseer me dat het ook mogelijk is dat we op een bepaald moment allebei een andere behoefte hebben..., dat wil niet zeggen dat ik me dan moet aanpassen aan jou (wat ik automatisch doe als gevolg van de opvoeding) of dat jij je aan mij moet aanpassen... Tja, het is niet eenvoudig om ons los te maken van het verhaal waar we totaal mee geïdentificeerd zijn geraakt (jij gedraagt je egoïstisch), maar wel heel essentieel om te groeien in bewustzijn. Dus: realiseer je wat er gaande is..., je ziet de realiteit niet zoals die is, allebei niet. Een conflict betekent bij voorbaat: vervorming van de realiteit, je kijkt door een gekleurde bril naar de ander en de ander kijkt door een gekleurde bril naar jou..., en jullie geloven allebei wat de mind je voorspiegelt... Als je het bovenstaande als uitgangspunt neemt, dan kan delen en onderzoek in bijzijn van de ander enorm vruchtbaar zijn. Als beide 'partijen' op wezenlijk niveau begrijpen dat zij de waarheid niet in pacht hebben (die bestaat niet op het level van de mind: ieder heeft zo zijn/haar interpretaties), als beide 'partijen' beseffen dat zij verantwoordelijk zijn voor de bril die zij op hebben (een gekleurde bril), als beide 'partijen' bereid zijn te onderzoeken wat de spiegel is van de oordelen en verwijten die we hebben over de ander, dan is delen en onderzoek in bijzijn van de ander een groot geschenk, een zegen. Delen en onderzoek in bijzijn van degene waarmee we in conflict zijn, is dus een pittige oefening, maar levert ook veel op aan zelfinzicht en intimiteit. Er gaat niets ondergronds wat de relatie kan vertroebelen. Een ieder krijgt de ruimte en de tijd om te onderzoeken wat er allemaal speelt en leeft. Er ontstaat begrip voor ieders belevingswereld, de verbinding wordt opgeschoond en de ruis verdwijnt: o, ik begrijp je, daaaaar kom jij vandaan, dat gebeurde er in jou, die overtuiging werd getriggerd van waaruit je zo heftig reageerde. Er kan weer met een schone lei verder gegaan worden. Delen in relaties leidt ertoe dat het contact, de vriendschap of de samenwerking zich verdiept, maar dit is alleen mogelijk als we werkelijk bereid zijn om ons ego (ik heb gelijk) opzij te schuiven, als we ons blanco verplaatsen in de ander, als we in staat zijn om ons geheel open te stellen voor de belevingswereld van de ander, als we naar de ander luisteren vanuit ‘leegte’ (zonder mind), vanuit het hart. Dit kan je helaas niet afdwingen. Als die ‘leegte’ nog niet aanwezig is in ons, dan is het belangrijk om je oordelen/meningen e.d. voorbij te zien komen: zie de oordelen, maar handel er niet naar door de ander te storen of door de ander straks even goed de waarheid te vertellen als jij aan de beurt bent (dan ben je weer een gevangene van je gelijk, je verhaal). Je kan de ander niet ‘verstaan’ of horen als je zo vol zit met jouw verhaal... Tracht je open te stellen voor de ander ook al komen er allerlei oordelen van jouw kant voorbij, tracht zover te komen in het luisteren naar de ander dat je begrijpt waar de ander vandaan komt: wat is zijn of haar ‘verhaal’, wat is zijn of haar interpretatie van de situatie? Dat wil niet zeggen dat dit verhaal ‘waar’ is of dat je het met de ander 'eens' of 'oneens' bent... Het gaat namelijk niet om ‘waar’ of ‘niet waar’, weet je nog..., ieder heeft zo haar of zijn eigen interpretatie... Het gaat erom dat je de tijd en ruimte krijgt om de achtergrond van je emotionele reactie (verwijten/oordelen) te delen en te onderzoeken in bijzijn van de ander, zodat er wederzijds begrip kan ontstaan. Het gaat niet om ‘gelijk’ krijgen: ik zie het juist en jij ziet het fout: dat is de mind en niet het hart. En om toch nog even heel precies te zijn: het doel van delen en onderzoek is niet een emmer modder over de ander heen storten of je gal spuwen. Nee, dan heb je niet begrepen wat de grondslag is van deze oefening: delen wat er innerlijk in jou plaats vindt, onderzoeken wat de diepere motieven/drijfveren zijn van waaruit je reageerde zoals je reageerde. En last but not least: de ander en jezelf op een diep niveau ontmoeten van waaruit wederzijds begrip zich ontvouwt. www.bewustzijnscoaching.com LinkedIn: Caroline Ootes Facebook: Caroline Ootes, Ontwaken, Bewustzijnscoaching.