Over-lijden. Het lijden is voorbij.



Mijn moeder is half mei overleden. Het lijden is voorbij.
We hebben vele jaren geen gemakkelijke relatie gehad.
Schuld en plichtsbesef (je moet er voor je ouders zijn) wilde rond 2014 niet langer meer de leidraad zijn om bij hen langs te gaan. Jarenlang speelde het thema van zwaarte en schuld in mij, mede n.a.v. opmerkingen van mijn moeder: je komt ook nooit (ik bezocht haar om de paar weken), het is je plicht om voor je ouders te zorgen etc. En opmerkingen als: daar wil ik niet over praten, daar krijg ik hoofdpijn van, ik wil dat het gezellig is. Met andere woorden: een open ontmoeting, een wederzijds delen van wat leeft en raakt behoorde niet tot de mogelijkheden; de uitwisseling diende oppervlakkig te zijn oftewel 'gezellig', zoals mijn moeder dat betitelde. Op enig moment voelde ik dat ik zo niet langer door kon en wilde gaan; voor mezelf niet en voor hen niet. Ik wilde hen bezoeken vanuit het hart en niet op basis van schuld en plicht.

In 2014 schreef ik een brief aan mijn ouders (en ter info aan familieleden om ruis tussen ouders en kinderen te voorkomen). Ik deel een gedeelte van de brief hieronder.
Lieve pa & ma,
Ook al vind ik het heel moeilijk om deze brief te versturen…, het is toch wat het hart ingeeft. Weet dat ik van jullie hou, het heeft echt niets met jullie persoonlijk te maken…, liefde voel ik voor jullie beiden…, dat is het dus niet…, maar de omgang tussen jullie en mij is vanuit mij niet helemaal schoon. Ik voel dat er nog trekkrachten in mij leven van waaruit ik jullie bezoek, die niet zuiver zijn. Dus dat ik jullie opzoek, omdat het hoort of omdat het moet of uit schuldgevoel, allemaal motieven, die niet uit het hart voort komen… En ik wil niet meer leven vanuit dat deel in mij. Ik wil niet naar jullie toegaan, omdat je nou eenmaal naar je ouders behoort te gaan, omdat je ouders oud zijn, omdat je ouders je financieel hebben ondersteund en dan dien je wel wat terug te doen… Naar mijn beleving allemaal onzuivere motieven van waaruit ik mede met jullie omga, die niets met het hart te maken hebben. Als ik naar jullie toe ga, dan wil ik naar jullie toe gaan vanuit waarachtigheid, vanuit het hart, volledig (dus niet een beetje hart in combinatie met een deel dat zich verplicht of schuldig voelt), dat is wat ik mezelf en jullie gun. Niet elkaar opzoeken vanuit ‘dat doe je nu eenmaal voor je ouders’ of vanuit ‘voor wat, hoort wat’. Ik wil gewoon niet meer onwaarachtig leven. En ik ervaar het als een hele uitdaging om 100% mezelf trouw te zijn, ongeacht de opvattingen en meningen van anderen. En al een tijd gaat er door me heen ‘ik wil los’, ‘ik wil los’ van alle verplichte nummers, van alle onwaarachtigheid in mij. Ik wil leven vanuit: ‘wat klopt voor mij’ en als het klopt voor mij, dan klopt (het hartje) ook voor anderen…, dan ben ik 100% aanwezig en in verbinding met jullie.
Dit alles betekent dat ik voorlopig onze bezoekjes los laat…, totdat er werkelijk van binnenuit een andere stroom op gang komt, een stroom die zuiver is, vanuit het hart. Dan zal ik me weer melden…
Mocht er nood aan de man/vrouw zijn, mochten jullie verhuizen en hulp nodig hebben, mocht één van jullie ernstig ziek worden, bel of mail me voor hulp. Ik kijk op dat moment wat ik voor jullie kan betekenen. De gezelligheidsbezoekjes laat ik los. Nogmaals: het heeft niet met jullie te maken, maar alles met mij…, dat ik volledig vrij wil zijn van dat wat niet zuiver en oprecht is in mij. Weet dat ik van jullie hou…
Liefs

Mijn ouders vonden het niet makkelijk om deze brief in ontvangst te nemen. En mijn broers, zus en partners ook niet, omdat ik ook naar hen toe mij had uitgesproken dat familiebezoekjes voor een onbepaalde periode op een laag pitje zouden staan. Een van mijn broers zei: 'Volgens mij ben je tegen een boom opgelopen en nog herstellende. Inhoudelijk wat een onzin, kijk eerst eens goed naar je zelf, verder wijt ik geen woord meer aan die onzin en als je niet meer op toneel verschijnt, mij best'. Een zwager zei: 'Lekker makkelijk..., nu mogen wij voor de zorg opdraaien, want je moeder zal nooit zelf om hulp vragen'. Een schoonzus reageerde als volgt: 'Dat je zo een brief naar je broers en zussen schrijft ala, maar om zo een brief naar je ouders te sturen vind ik echt niet gepast! Wat moeten die mensen daar in godsnaam mee? Wat is dat voor een flauwe kul jôh, om die mensen het leven zuur te maken, de korte tijd dat ze nog leven. Ik weet het niet hoor, maar laat die mensen met rust, ze hebben toch altijd hun best gedaan!! Stel je voor dat jouw kinderen zo op jou gaan reageren later!!'

Ondanks de pijlen van boosheid en verdriet (zus) bleef ik trouw aan datgene wat ik voelde wat nodig was om de last van schuld en plicht en de gezelligheidsavondjes (ook met broers/zus), die eigenlijk alleen maar energie kostte, uit het systeem te doen oplossen. En langzaamaan doofde de schuld en het gevoel van plicht uit.

Op enig moment brak mijn moeder haar heup (2016?) en zocht ik haar op in het revalidatiecentrum. Ik had gezegd dat mijn ouders op mij konden rekenen indien er sprake was van praktische ondersteuning. En die mogelijkheid diende zich aan. En weer enige tijd later vroeg mijn moeder of ik met mijn vader voor een bepaalde behandeling naar het ziekenhuis wilde gaan. Natuurlijk. En eind 2017 vroeg mijn zus namens de familie of ik de euthanasie aanvraag voor mijn vader (90 jaar) bij de Levenseinde kliniek op me wilde nemen (zij konden het niet; mijn vader, met een ernstige vorm van huidkanker, beschouwde zijn leven als voltooid en wilde dood). Er volgde een mooi proces tussen mijn ouders en mij rond de euthanasie en het overleg met de levenseinde kliniek. Toen de aanvraag van mijn vader uiteindelijk werd gehonoreerd, zei hij tegen mij: 'Dank je wel. Je hebt me goed geholpen, je bent geslaagd'.
En kerst 2019 vroeg mijn moeder of ik de zaterdag voor haar wilde zorgen. Ja, het duurde even, maar uiteindelijk kwam mijn moeder dus toch over de brug voor hulp voor haarzelf. EN zo ging het..., ik zorgde op de zaterdag voor mijn moeder (tenzij ik in Tsjechië verbleef). En het eerste wat ik opmerkte toen ik deze taak op me nam was: een open hart, onvoorwaardelijkheid. De jaren bij mijn leraar (Naropa) en het opschoonwerk had geleid tot een fundamentele verschuiving. Er zat niets meer tussen...geen oordelen, geen irritatie, geen verwachtingen, geen spijt, geen verlangens, gewoon aanwezig zijn, dienstbaar en meebewegend met haar behoefte aan gezelligheid.

3 jaar is het zo gegaan... en groeide mijn moeder in kwetsbaarheid en sprak ze zo nu en dan over de dood en haar angst om alleen te sterven in haar appartement. Ze werd zachter, milder. De commando's werden vragen: zou je dit even willen doen? De controle dwang liet enigszins los. En dankbaarheid ontvouwde zich bij haar. Op enig moment zei ze: 'Het is altijd een feest als jij komt op de zaterdag'.

Dat wat aanvankelijk door een ieder werd gezien als 'dat doe je niet', 'dat zeg je niet tegen je ouders', 'wat ben jij egoïstisch' (ja, stap er maar lekker uit, moeten wij het allemaal doen) etc. ontvouwde zich tot een intiem contact vanuit het hart, zonder schuld en plichtsbesef.

Mijn moeder stierf niet alleen. Tijdens de avond dat ik 'dienst' had bij haar thuis overleed ze in mijn aanwezigheid.
En de samenwerking met broers en zus rond het stervensproces verliep ontspannen, in goede harmonie met elkaar, ook al had één broer nog steeds moeite met de handeling van destijds. En dat mag.

Ik schreef onderstaande toespraak voor haar en heb deze gedeeld tijdens de begrafenis. Daarmee eindigt deze blog. De toespraak is in verkorte vorm weer gegeven.

Lieve moeder,
Eindelijk is het zover…, de dood is gekomen. 91 jaar zijn je gegeven en toen was het genoeg. Je was al jaren moe…, en zei weleens dat je leven niets anders was dan wachten op de dood…, je kwakkelde met je gezondheid, beweging was ook niet meer gemakkelijk…, je kon de laatste jaren niet meer zelfstandig naar buiten, je was afhankelijk van anderen om de deur uit te gaan. In alle opzichten tekende het thema afhankelijkheid zich af…, je werd in toenemende mate afhankelijk van de thuiszorg, de schoonmaakster, automaatje (degene die jou met de auto vervoerde), het bezoek en de inzet van je kinderen en vrienden.
En je wilde zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Beperking op beperking volgde……, de ouderdom voltrok zich voor mijn ogen in de jaren voorafgaand aan je dood. Niet eenvoudig om te zien, wetende dat dit scenario mogelijk ook mijn/ons voorland zou kunnen zijn.

De laatste jaren was ik degene die op de zaterdag langs kwam (uitgezonderd de maanden dat ik in ons huis in Tsjechië was). Als ik op zaterdag zo rond half 11 binnenkwam, dan wist je precies te vertellen wat er gedaan diende te worden…, en vooral ook hoe de dingen moesten gebeuren, want het diende allemaal wel op jouw manier gedaan te worden. Soms had ik mijn jas nog niet uit en werd ik direct aan het werk gezet…, geeft niks hoor ma, zo ging het… en ik begrijp het ook wel…als je niets meer kan…en je ziet van alles wat je niet bevalt en wat gedaan moet worden…, en als je jaren bepaalde klussen op jouw wijze hebt gedaan…, dan is het soms lastig om het uit handen te geven, dan is het niet altijd gemakkelijk om even de tijd te nemen, dan wil je meteen alles benoemen wat er moet gebeuren…, mede omdat je bang was dat je het anders zou vergeten…, ook dat ken ik…, want het gebeurde regelmatig dat je iets had benoemd en dat ik het toch was vergeten…, maar gelukkig was je toch nog zo bij de pinken, hé ma, dat je in de loop van de ochtend er nog eens op terug kwam en dan zei ik: o, ja, dat ben ik vergeten, ik zal het zo even doen.

En soms nam je bij binnenkomst de tijd, dan zei je: ga maar even zitten kind, hoe gaat het met je? Zullen we eerst een kop koffie drinken? En dan wisselden we even uit over de afgelopen week. Je vertelde over de bridge uitjes, hoe het ging… of jullie goed gespeeld hadden…, of het gezellig was.., je vertelde over de uitnodigingen van andere bewoners in het appartementen complex…, hoe fijn je dat vond…, even een borreltje drinken bij deze of gene rond een uur of 4 of 5 in de middag…En na ons gesprekje gingen we over op de boodschappenlijst voor de week. We bespraken wat we zouden eten voor de lunch en vervolgens ging ik erop uit…de boodschappen doen bij een supermarkt, daarna langs een andere winkel voor verzorgingsproducten, naar de bakker voor een krentenbol of een taartje en tot slot langs de viswinkel of de slager…en in de tussentijd deed jij een slaapje, want de laatste paar jaar zei je keer op keer…ik ben moe…, doodmoe.

Bij terugkomst nam ik de krant mee uit de postbus, ruimde alle boodschappen op en maakte de lunch klaar…we gingen samen aan tafel zitten en lekker smullen van wat er was…en veelal als toetje nam jij een ijsje, want daar hield je ook van. Na de lunch gingen we met de rolstoel naar buiten…, als het weer het toe liet…, voor een wandeling door het park…waar je van genoot…en soms bekenden tegen kwam waar je een praatje mee maakte…dan nog even door de winkelstraat heen…en dan weer naar huis. Ik maakte nog even een soepje voor de komende dagen en rond een uur of 3 vertrok ik weer naar huis.

In die laatste jaren merkte ik op hoe je langzaamaan steeds zachter en kwetsbaarder werd, ook al bleef je het moeilijk vinden om dingen uit handen te geven…, je werd warmer, opener en liefdevol.
Ik weet nog dat je vele jaren geleden tegen me zei dat je een levensmotto had. En toen ik vroeg wat dat dan was, zei je: je moet zo sterk zijn dat je niemand nodig hebt.

Nou ma, je hebt dat vele jaren kunnen leven, maar het bestaan besloot op enig moment toch een andere ervaring op je bord te leggen: de ervaring dat we allemaal kwetsbaar zijn en afhankelijk van anderen, de ervaring dat je niet aan je lot wordt over gelaten en dat er voor je gezorgd wordt op het moment dat je dat zelf niet meer kan…, ik ben blij dat wij, kinderen, en anderen dat aan jou hebben kunnen geven…, ik ben dankbaar dat het bestaan jou en ons zo genadig was dat altijd de juiste mensen verschenen wanneer dit nodig was voor jouw welzijn…ik denk aan die geweldige meneer van automaatje…dank je wel dat je onze moeder zo vaak hebt willen vervoeren, en wat super dat er keer op keer toch weer een nieuwe schoonmaakster tevoorschijn kwam om je huis te onderhouden en wat fijn dat kennissen en vrienden uit het appartementencomplex je uitnodigden voor een samenzijn…en dat er binnen de thuiszorg ook een aantal lieve vrouwen waren die jou verzorgden.

En bovenal ben ik jou dankbaar, ma, moedertje, voor alles wat je hebt gegeven…, je hebt ons in financieel opzicht enorm ondersteund…, dank daarvoor, je hebt ons vele gezellige etentjes bezorgd, want daar hield je van…gezellig samenzijn…, niet te moeilijk doen, daar is het leven niet voor bedoeld…, gezellig met elkaar uit wisselen…dat vond je fijn…, dank daarvoor

Onze relatie is in het verleden niet altijd gemakkelijk geweest…, maar ook dat heeft het bestaan ons gegeven…, een uitdaging…om ondanks de verschillen, uiteindelijk de liefde te ontdekken en te ervaren in onze laatste jaren.

Is dat niet geweldig? Dat we zo samen ons leven kunnen afronden?
In… gewoon gezellig samen zijn…, dank je wel ma… ik wens je toe dat je pa en andere geliefden… in die andere sfeer… ook gewoon gezellig mag ontmoeten. Dag lieverd, het ga je goed.









Emoties zijn niet goed of slecht: ze zijn. Ik ben jaloers.



                  Ik ben jaloers.

Emoties zijn niet goed of slecht: ze zijn. Ze hebben je wat te vertellen.
Als mens zijn we behept met emoties en gedachten. En het feit dat emoties en gedachten er zijn, geeft aan dat ze bestaansrecht hebben. Ze zijn.
Ze komen voort uit de Leegte, uit de Bron, uit Beingness.
Raken we geïdentificeerd met - in onze ogen - vervelende emoties en gedachten, dan is er lijden. Bezien we onze emoties en gedachten - vanuit Puur gewaarzijn - dan ontstaat er ruimte om deze emoties en gedachten heen. Dan is er oordeelloos waarnemen van alles wat in ons plaats vindt. Geen enkele emotie of gedachte is dan goed of slecht: ze zijn. Op het moment dat we emoties en gedachten kunnen waarnemen, zijn er andere opties mogelijk voor deze 'vervelende' emoties en gedachten, namelijk: zelfonderzoek.

Voorbeeld:
Ik ben jaloers, zegt Suzanne. Het slaat echt nergens op, maar het is toch zo.
Wat is de situatie? Suzanne is samen met haar vriend naar een massagesalon gegaan. Ze hadden allebei een massageafspraak, die tegelijkertijd plaats vond in een afzonderlijke ruimte die voor hen was gereserveerd (dus zonder andere massageklanten). Oké, zeg ik, en wat gebeurde er toen? Nou, er kwam een oude masseuse en een jonge masseuse. De jonge masseuse ging eerst mijn voeten wassen. De oude masseuse stond bij de massagetafel van mijn vriend. Ja, en toen? Ik (Suzanne) dacht: dan gaat de jonge masseuse mij masseren en de oude masseuse mijn vriend, maar zo ging het niet..., de jonge masseuse ging na mijn voeten gewassen te hebben, de voeten wassen van mijn vriend en vervolgens kwam de oude masseuse bij mij staan en werd zij mijn masseuse en de jonge masseuse ging mijn vriend masseren. Oké, zeg ik, en toen? Nou, ik kon het niet uitstaan dat die jonge masseuse mijn vriend ging masseren, terwijl ik eigenlijk deep down heel graag een oude masseuse wil, omdat die niet zo soft zijn en ik van een stevige massage hou. Wat gebeurde er toen in jou? zei ik. Ik kon helemaal niet genieten van de massage. Ik dacht: die jonge masseuse heeft even zitten smoezen met die oude masseuse dat zij graag mijn vriend wil masseren en dat ze daarom hadden geruild. Vervolgens zat ik haar steeds in de gaten te houden terwijl ze met mijn vriend bezig was en ik voelde me heel erg jaloers. En vervolgens had ik daar weer een oordeel over..., ik mag niet jaloers zijn.
Goed dat je dat allemaal ziet, zeg ik. En als je nu nog wat verder onderzoek verricht, heb je dan door dat je een interpretatie erop los laat? De interpretatie is dan dat de jonge masseuse eigenlijk voor jou was bedoeld, omdat ze jouw voeten als eerste ging wassen. Hoezo zou zij voor jou zijn bedoeld? Omdat ze als eerste je voeten wast? En klopt de gedachte wel dat zij liever jouw vriend wilde masseren? Zou het ook zo kunnen zijn dat de oude masseuse een beetje ontzien wordt en dat de afspraak is dat de jonge masseuse alle voeten wast? Of dat de oude masseuse die opdracht heeft gegeven aan de jonge masseuse of dat...en ga zo maar verder..., vele mogelijkheden waarom situaties zo verlopen zoals ze verlopen... En jij kleurt het in zoals jij het ziet, niet zoals het werkelijk is, maar zoals jij het ziet. Het is jouw interpretatie, jouw inkleuring van de situatie, die meer zegt over jou, dan over de situatie zelf.

Ja, zegt Suzanne, dat is waar, het zijn allemaal aannames van mijn kant..., ik weet natuurlijk niet wat er feitelijk plaats vindt in het hoofd van de masseurs. Nee, zeg ik, precies, dat weet je niet. Jij plakt er van alles op, kleurt de situatie in..., doen we allemaal hoor, jij bent echt geen uitzondering daarin. Totdat we wakker beginnen te worden uit onze aannames... en doorzien dat we door een gekleurde bril naar de buitenwereld kijken.

Oké nu weer een stapje verder: als iedere emotie je wat te vertellen heeft, wat heeft de jaloezie van dit moment je te vertellen? Waar kijk je naar als je de jonge masseuse je vriend ziet masseren? Wat gaat er schuil achter de jaloezie? Dat hij zoveel aandacht krijgt van haar..., dat ze zo intiem zijn met elkaar. En wat vertelt dat jou? Eigenlijk ben ik jaloers op de aandacht die hij krijgt. En als alles projectie is, wat vertelt dit jou? Dat ik verlang naar aandacht van hem voor mij..., aandacht voor elkaar. Klopt die helemaal? Ja, zegt Suzanne, die klopt..., afgelopen week/weken is het heel druk geweest, we hadden veel visite, we hadden weinig tijd voor elkaar en ik voelde dat ik graag wat tijd met hem alleen wilde doorbrengen, maar het kwam er niet van en toen logeerde er ook nog eens een week een vriendin van hem bij ons in huis en had hij helemaal weinig aandacht voor mij, alles ging naar die vriendin, die na een week weer naar het buitenland zou vertrekken.
Oké: en hoe zou het voor je zijn om die aandacht te vragen?
Moeilijk, zegt Suzanne. Want? Nou, ik vind het niet makkelijk om te onderkennen dat ik behoefte heb aan aandacht van hem. Oké, dus er lijkt een verbod te zijn op het nodig hebben van aandacht? zeg ik.  Ja, zegt Suzanne..., zo had ik het nog niet bekeken...
Nou, dan weet je wat je te doen staat, zeg ik.  Je behoefte uitspreken:
Lieve schat, ik zou het zo fijn vinden om samen wat tijd met jou door te brengen, ik heb je gemist de afgelopen weken, en ik voel me net een klein kind, die behoefte heeft aan aandacht... en ik was stink jaloers op die vriendin van je die zoveel aandacht van jou vroeg en toen kreeg je ook nog eens die jonge masseuse, die aan jouw lijf ging plukken..., ik wil je weer even helemaal voor mezelf hebben..., wanneer is dat mogelijk?
Oohh, zegt ze, spannend om zo open te delen wat er allemaal in mij plaats vond en om mijn behoefte aan aandacht zo in het licht te zetten en uit te spreken, maar ik ga het aan.

Ben benieuwd, zeg ik. De behoefte aan aandacht smelt vanzelf als het taboe erop wordt doorzien. Onderken dat deze behoefte aan aandacht in je leeft..., spreek het uit, leef het..., tot het geen issue meer is..., omdat jij er geen issue meer van maakt, omdat aandacht versus geen aandacht als imprint (pijnpunt) in jouw systeem uitdooft. Er zit dan geen lading meer op het thema 'aandacht'. Maar als jij je verzet tegen deze behoefte, dan neemt de lading alleen maar toe en blijft jaloezie nog lang aan je kleven. En daar weet ik alles van...

En als je niet de aandacht krijgt waar je om vraagt, omdat je vriend op dat moment een andere keuze maakt ..., en het doet pijn ... voel de pijn. Het is de pijn van het jonge kind, die niet de aandacht kreeg die ze nodig had. Voel de pijn, wetende dat het 'oude pijn' is zonder je vriend enig verwijt te maken dat hij op dat moment geen aandacht voor je heeft. Neem verantwoordelijkheid voor je eigen 'oude pijn'. En maak een nieuwe afspraak met je vriend voor quality time.

www.bewustzijnscoaching.com
Linked-In: Caroline Ootes
Facebookpagina: Caroline Ootes, Ontwaken, Bewustzijnscoaching