Over-lijden. Het lijden is voorbij.



Mijn moeder is half mei overleden. Het lijden is voorbij.
We hebben vele jaren geen gemakkelijke relatie gehad.
Schuld en plichtsbesef (je moet er voor je ouders zijn) wilde rond 2014 niet langer meer de leidraad zijn om bij hen langs te gaan. Jarenlang speelde het thema van zwaarte en schuld in mij, mede n.a.v. opmerkingen van mijn moeder: je komt ook nooit (ik bezocht haar om de paar weken), het is je plicht om voor je ouders te zorgen etc. En opmerkingen als: daar wil ik niet over praten, daar krijg ik hoofdpijn van, ik wil dat het gezellig is. Met andere woorden: een open ontmoeting, een wederzijds delen van wat leeft en raakt behoorde niet tot de mogelijkheden; de uitwisseling diende oppervlakkig te zijn oftewel 'gezellig', zoals mijn moeder dat betitelde. Op enig moment voelde ik dat ik zo niet langer door kon en wilde gaan; voor mezelf niet en voor hen niet. Ik wilde hen bezoeken vanuit het hart en niet op basis van schuld en plicht.

In 2014 schreef ik een brief aan mijn ouders (en ter info aan familieleden om ruis tussen ouders en kinderen te voorkomen). Ik deel een gedeelte van de brief hieronder.
Lieve pa & ma,
Ook al vind ik het heel moeilijk om deze brief te versturen…, het is toch wat het hart ingeeft. Weet dat ik van jullie hou, het heeft echt niets met jullie persoonlijk te maken…, liefde voel ik voor jullie beiden…, dat is het dus niet…, maar de omgang tussen jullie en mij is vanuit mij niet helemaal schoon. Ik voel dat er nog trekkrachten in mij leven van waaruit ik jullie bezoek, die niet zuiver zijn. Dus dat ik jullie opzoek, omdat het hoort of omdat het moet of uit schuldgevoel, allemaal motieven, die niet uit het hart voort komen… En ik wil niet meer leven vanuit dat deel in mij. Ik wil niet naar jullie toegaan, omdat je nou eenmaal naar je ouders behoort te gaan, omdat je ouders oud zijn, omdat je ouders je financieel hebben ondersteund en dan dien je wel wat terug te doen… Naar mijn beleving allemaal onzuivere motieven van waaruit ik mede met jullie omga, die niets met het hart te maken hebben. Als ik naar jullie toe ga, dan wil ik naar jullie toe gaan vanuit waarachtigheid, vanuit het hart, volledig (dus niet een beetje hart in combinatie met een deel dat zich verplicht of schuldig voelt), dat is wat ik mezelf en jullie gun. Niet elkaar opzoeken vanuit ‘dat doe je nu eenmaal voor je ouders’ of vanuit ‘voor wat, hoort wat’. Ik wil gewoon niet meer onwaarachtig leven. En ik ervaar het als een hele uitdaging om 100% mezelf trouw te zijn, ongeacht de opvattingen en meningen van anderen. En al een tijd gaat er door me heen ‘ik wil los’, ‘ik wil los’ van alle verplichte nummers, van alle onwaarachtigheid in mij. Ik wil leven vanuit: ‘wat klopt voor mij’ en als het klopt voor mij, dan klopt (het hartje) ook voor anderen…, dan ben ik 100% aanwezig en in verbinding met jullie.
Dit alles betekent dat ik voorlopig onze bezoekjes los laat…, totdat er werkelijk van binnenuit een andere stroom op gang komt, een stroom die zuiver is, vanuit het hart. Dan zal ik me weer melden…
Mocht er nood aan de man/vrouw zijn, mochten jullie verhuizen en hulp nodig hebben, mocht één van jullie ernstig ziek worden, bel of mail me voor hulp. Ik kijk op dat moment wat ik voor jullie kan betekenen. De gezelligheidsbezoekjes laat ik los. Nogmaals: het heeft niet met jullie te maken, maar alles met mij…, dat ik volledig vrij wil zijn van dat wat niet zuiver en oprecht is in mij. Weet dat ik van jullie hou…
Liefs

Mijn ouders vonden het niet makkelijk om deze brief in ontvangst te nemen. En mijn broers, zus en partners ook niet, omdat ik ook naar hen toe mij had uitgesproken dat familiebezoekjes voor een onbepaalde periode op een laag pitje zouden staan. Een van mijn broers zei: 'Volgens mij ben je tegen een boom opgelopen en nog herstellende. Inhoudelijk wat een onzin, kijk eerst eens goed naar je zelf, verder wijt ik geen woord meer aan die onzin en als je niet meer op toneel verschijnt, mij best'. Een zwager zei: 'Lekker makkelijk..., nu mogen wij voor de zorg opdraaien, want je moeder zal nooit zelf om hulp vragen'. Een schoonzus reageerde als volgt: 'Dat je zo een brief naar je broers en zussen schrijft ala, maar om zo een brief naar je ouders te sturen vind ik echt niet gepast! Wat moeten die mensen daar in godsnaam mee? Wat is dat voor een flauwe kul jôh, om die mensen het leven zuur te maken, de korte tijd dat ze nog leven. Ik weet het niet hoor, maar laat die mensen met rust, ze hebben toch altijd hun best gedaan!! Stel je voor dat jouw kinderen zo op jou gaan reageren later!!'

Ondanks de pijlen van boosheid en verdriet (zus) bleef ik trouw aan datgene wat ik voelde wat nodig was om de last van schuld en plicht en de gezelligheidsavondjes (ook met broers/zus), die eigenlijk alleen maar energie kostte, uit het systeem te doen oplossen. En langzaamaan doofde de schuld en het gevoel van plicht uit.

Op enig moment brak mijn moeder haar heup (2016?) en zocht ik haar op in het revalidatiecentrum. Ik had gezegd dat mijn ouders op mij konden rekenen indien er sprake was van praktische ondersteuning. En die mogelijkheid diende zich aan. En weer enige tijd later vroeg mijn moeder of ik met mijn vader voor een bepaalde behandeling naar het ziekenhuis wilde gaan. Natuurlijk. En eind 2017 vroeg mijn zus namens de familie of ik de euthanasie aanvraag voor mijn vader (90 jaar) bij de Levenseinde kliniek op me wilde nemen (zij konden het niet; mijn vader, met een ernstige vorm van huidkanker, beschouwde zijn leven als voltooid en wilde dood). Er volgde een mooi proces tussen mijn ouders en mij rond de euthanasie en het overleg met de levenseinde kliniek. Toen de aanvraag van mijn vader uiteindelijk werd gehonoreerd, zei hij tegen mij: 'Dank je wel. Je hebt me goed geholpen, je bent geslaagd'.
En kerst 2019 vroeg mijn moeder of ik de zaterdag voor haar wilde zorgen. Ja, het duurde even, maar uiteindelijk kwam mijn moeder dus toch over de brug voor hulp voor haarzelf. EN zo ging het..., ik zorgde op de zaterdag voor mijn moeder (tenzij ik in Tsjechië verbleef). En het eerste wat ik opmerkte toen ik deze taak op me nam was: een open hart, onvoorwaardelijkheid. De jaren bij mijn leraar (Naropa) en het opschoonwerk had geleid tot een fundamentele verschuiving. Er zat niets meer tussen...geen oordelen, geen irritatie, geen verwachtingen, geen spijt, geen verlangens, gewoon aanwezig zijn, dienstbaar en meebewegend met haar behoefte aan gezelligheid.

3 jaar is het zo gegaan... en groeide mijn moeder in kwetsbaarheid en sprak ze zo nu en dan over de dood en haar angst om alleen te sterven in haar appartement. Ze werd zachter, milder. De commando's werden vragen: zou je dit even willen doen? De controle dwang liet enigszins los. En dankbaarheid ontvouwde zich bij haar. Op enig moment zei ze: 'Het is altijd een feest als jij komt op de zaterdag'.

Dat wat aanvankelijk door een ieder werd gezien als 'dat doe je niet', 'dat zeg je niet tegen je ouders', 'wat ben jij egoïstisch' (ja, stap er maar lekker uit, moeten wij het allemaal doen) etc. ontvouwde zich tot een intiem contact vanuit het hart, zonder schuld en plichtsbesef.

Mijn moeder stierf niet alleen. Tijdens de avond dat ik 'dienst' had bij haar thuis overleed ze in mijn aanwezigheid.
En de samenwerking met broers en zus rond het stervensproces verliep ontspannen, in goede harmonie met elkaar, ook al had één broer nog steeds moeite met de handeling van destijds. En dat mag.

Ik schreef onderstaande toespraak voor haar en heb deze gedeeld tijdens de begrafenis. Daarmee eindigt deze blog. De toespraak is in verkorte vorm weer gegeven.

Lieve moeder,
Eindelijk is het zover…, de dood is gekomen. 91 jaar zijn je gegeven en toen was het genoeg. Je was al jaren moe…, en zei weleens dat je leven niets anders was dan wachten op de dood…, je kwakkelde met je gezondheid, beweging was ook niet meer gemakkelijk…, je kon de laatste jaren niet meer zelfstandig naar buiten, je was afhankelijk van anderen om de deur uit te gaan. In alle opzichten tekende het thema afhankelijkheid zich af…, je werd in toenemende mate afhankelijk van de thuiszorg, de schoonmaakster, automaatje (degene die jou met de auto vervoerde), het bezoek en de inzet van je kinderen en vrienden.
En je wilde zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Beperking op beperking volgde……, de ouderdom voltrok zich voor mijn ogen in de jaren voorafgaand aan je dood. Niet eenvoudig om te zien, wetende dat dit scenario mogelijk ook mijn/ons voorland zou kunnen zijn.

De laatste jaren was ik degene die op de zaterdag langs kwam (uitgezonderd de maanden dat ik in ons huis in Tsjechië was). Als ik op zaterdag zo rond half 11 binnenkwam, dan wist je precies te vertellen wat er gedaan diende te worden…, en vooral ook hoe de dingen moesten gebeuren, want het diende allemaal wel op jouw manier gedaan te worden. Soms had ik mijn jas nog niet uit en werd ik direct aan het werk gezet…, geeft niks hoor ma, zo ging het… en ik begrijp het ook wel…als je niets meer kan…en je ziet van alles wat je niet bevalt en wat gedaan moet worden…, en als je jaren bepaalde klussen op jouw wijze hebt gedaan…, dan is het soms lastig om het uit handen te geven, dan is het niet altijd gemakkelijk om even de tijd te nemen, dan wil je meteen alles benoemen wat er moet gebeuren…, mede omdat je bang was dat je het anders zou vergeten…, ook dat ken ik…, want het gebeurde regelmatig dat je iets had benoemd en dat ik het toch was vergeten…, maar gelukkig was je toch nog zo bij de pinken, hé ma, dat je in de loop van de ochtend er nog eens op terug kwam en dan zei ik: o, ja, dat ben ik vergeten, ik zal het zo even doen.

En soms nam je bij binnenkomst de tijd, dan zei je: ga maar even zitten kind, hoe gaat het met je? Zullen we eerst een kop koffie drinken? En dan wisselden we even uit over de afgelopen week. Je vertelde over de bridge uitjes, hoe het ging… of jullie goed gespeeld hadden…, of het gezellig was.., je vertelde over de uitnodigingen van andere bewoners in het appartementen complex…, hoe fijn je dat vond…, even een borreltje drinken bij deze of gene rond een uur of 4 of 5 in de middag…En na ons gesprekje gingen we over op de boodschappenlijst voor de week. We bespraken wat we zouden eten voor de lunch en vervolgens ging ik erop uit…de boodschappen doen bij een supermarkt, daarna langs een andere winkel voor verzorgingsproducten, naar de bakker voor een krentenbol of een taartje en tot slot langs de viswinkel of de slager…en in de tussentijd deed jij een slaapje, want de laatste paar jaar zei je keer op keer…ik ben moe…, doodmoe.

Bij terugkomst nam ik de krant mee uit de postbus, ruimde alle boodschappen op en maakte de lunch klaar…we gingen samen aan tafel zitten en lekker smullen van wat er was…en veelal als toetje nam jij een ijsje, want daar hield je ook van. Na de lunch gingen we met de rolstoel naar buiten…, als het weer het toe liet…, voor een wandeling door het park…waar je van genoot…en soms bekenden tegen kwam waar je een praatje mee maakte…dan nog even door de winkelstraat heen…en dan weer naar huis. Ik maakte nog even een soepje voor de komende dagen en rond een uur of 3 vertrok ik weer naar huis.

In die laatste jaren merkte ik op hoe je langzaamaan steeds zachter en kwetsbaarder werd, ook al bleef je het moeilijk vinden om dingen uit handen te geven…, je werd warmer, opener en liefdevol.
Ik weet nog dat je vele jaren geleden tegen me zei dat je een levensmotto had. En toen ik vroeg wat dat dan was, zei je: je moet zo sterk zijn dat je niemand nodig hebt.

Nou ma, je hebt dat vele jaren kunnen leven, maar het bestaan besloot op enig moment toch een andere ervaring op je bord te leggen: de ervaring dat we allemaal kwetsbaar zijn en afhankelijk van anderen, de ervaring dat je niet aan je lot wordt over gelaten en dat er voor je gezorgd wordt op het moment dat je dat zelf niet meer kan…, ik ben blij dat wij, kinderen, en anderen dat aan jou hebben kunnen geven…, ik ben dankbaar dat het bestaan jou en ons zo genadig was dat altijd de juiste mensen verschenen wanneer dit nodig was voor jouw welzijn…ik denk aan die geweldige meneer van automaatje…dank je wel dat je onze moeder zo vaak hebt willen vervoeren, en wat super dat er keer op keer toch weer een nieuwe schoonmaakster tevoorschijn kwam om je huis te onderhouden en wat fijn dat kennissen en vrienden uit het appartementencomplex je uitnodigden voor een samenzijn…en dat er binnen de thuiszorg ook een aantal lieve vrouwen waren die jou verzorgden.

En bovenal ben ik jou dankbaar, ma, moedertje, voor alles wat je hebt gegeven…, je hebt ons in financieel opzicht enorm ondersteund…, dank daarvoor, je hebt ons vele gezellige etentjes bezorgd, want daar hield je van…gezellig samenzijn…, niet te moeilijk doen, daar is het leven niet voor bedoeld…, gezellig met elkaar uit wisselen…dat vond je fijn…, dank daarvoor

Onze relatie is in het verleden niet altijd gemakkelijk geweest…, maar ook dat heeft het bestaan ons gegeven…, een uitdaging…om ondanks de verschillen, uiteindelijk de liefde te ontdekken en te ervaren in onze laatste jaren.

Is dat niet geweldig? Dat we zo samen ons leven kunnen afronden?
In… gewoon gezellig samen zijn…, dank je wel ma… ik wens je toe dat je pa en andere geliefden… in die andere sfeer… ook gewoon gezellig mag ontmoeten. Dag lieverd, het ga je goed.









Ik voel weerstand, wil ik wel groeien?



Isabel komt voor een tweede sessie nadat ze twee keer heeft afgezegd.
Ze valt meteen met de deur in huis.
Ik weet niet of ik dit wel wil. Het wringt in mij, ik voel weerstand. Ik  vraag me af of ik deze coaching wel aan wil gaan. Onze vorige sessie gaf heel veel inzicht en op dat moment had ik heel sterk het gevoel dat ik ermee opgeschoten was, maar na verloop van tijd ebt het weg en dan val ik gewoon weer terug in mijn patroon.
Ik heb wel in de afgelopen weken enkele blogs van jou gelezen en ook jouw aantekeningen van ons vorige consult heb ik in de afgelopen maanden drie keer ter hand genomen om het nog eens tot me door te laten dringen, maar ja..., ik kan het gewoon niet omzetten in de praktijk.

Oké, zeg ik, geweldig dat je toch bent gekomen, ik voel je energie.
Ik ga je iets vragen..., kijk maar wat er op komt... Leeft er in jou een verlangen naar groei, naar bevrijding van patronen? Ja, zegt Isabel, ik verlang wel naar 'iets', maar ik weet niet waar naar...
Het is even stil en dan zegt Isabel: "Ik zou wat meer afstand willen nemen, wat meer voor mezelf willen kiezen, minder rekening houden met anderen." Oké, er leeft dus wel een verlangen in je naar groei.
Ja, zegt Isabel, maar toch is er iets wat mij weerhoudt om hier te komen. En dat is? Ja, angst..., dat ik niet genoeg lef heb om echt die verandering aan te gaan. Want? Dan moet ik mensen teleur stellen of worden ze boos als ik niet aan hun verwachtingen voldoe. Hoe erg is dat? Mogen mensen teleur gesteld zijn of boos? Dat is toch een menselijke reactie? Je zou het ook als een teken kunnen zien dat ze jouw aanwezigheid waarderen en belangrijk vinden..., anders deed het hun niets.
Ja, dat is zo, maar toch...

Ik kan het niet voor jou beslissen of je wilt groeien of niet. Het is aan jou om na te gaan wat sterker weegt: toewijding aan jezelf en bevrijding van verstikkende patronen óf de patronen in stand houden, want dat is bekend, vertrouwd en veilig, ook al voelt het beklemmend. Als je voor het laatste kiest, dan ga je door met anderen ter wille zijn ook al zou je meer voor jezelf willen kiezen, je gaat door met je inhouden, met het oppotten van spanning, met je niet uitspreken, met je aanpassen aan anderen, met je mateloos irriteren, met iedereen tevreden houden. Ja, dat is het, zegt Isabel: iedereen tevreden houden. Ja, en dat alles veroorzaakt stress. Toch? Ja, het vreet energie, zegt Isabel.
Het is aan jou om de keuze te maken. Ik vind er niks van. Als jij door wilt gaan met je leventje zoals het nu is..., wie ben ik om daar wat van te vinden... Alleen jij kan de vraag beantwoorden of je eraan toe bent om in beweging te komen, om een innerlijke groei door te maken, die je welzijn ondersteunt..., of niet.

Laten we eens kijken naar een situatie waarin bovenstaande zich afspeelt. Hoe lijkt je dat? Ja, zegt Isabel, dat is goed.
Het betreft mijn moeder. Ze is 86 jaar en woont sinds kort, op haar verzoek, dicht bij mij in de buurt. Dat was haar wens. En ik heb haar daarbij geholpen. Mijn moeder is geen gemakkelijke vrouw, zij is iemand die altijd negatief denkt, snel oordeelt en vrij egoïstisch leeft. Mijn vader leeft niet meer. De wereld van mijn moeder is altijd heel klein geweest, ze heeft geen vrienden en nagenoeg geen contacten. Eigenlijk steunt mijn moeder al een groot deel van haar leven op mij.

Ik bezoek of bel haar iedere dag sinds ze dicht bij ons woont.
Ze geeft aan dat ze zo alleen is, ze mist haar buren, terwijl ze altijd tegen mij heeft gezegd dat ze in haar vorige woonplaats met niemand contact had. Dus ik begrijp haar uitspraak niet..., het klopt gewoon niet.
Ze doet voorkomen dat het niet goed met haar gaat, dat ze eenzaam is en zit te verpieteren, maar ik zie dat niet, als ik kom zie ik dat ze zich best vermaakt. Vervolgens spreekt ze een nieuwe buurvrouw op straat, waar ik bij ben, en zegt ze dat het mijn keuze was om te verhuizen: "Isabel, wilde het zo graag, dus ben ik voor haar verhuisd." En dat is helemaal niet hoe het gegaan is..., zij gaf aan dat ze bij mij in de buurt wilde wonen, omdat ze hulpbehoevender wordt. Ik irriteer me mateloos aan dat soort uitspraken.
En wat zeg je dan als je met dit soort situaties wordt geconfronteerd?
Niets, ik hou mijn mond dicht, ik loop even weg of ga naar het toilet, maar het vreet wel van binnen, het klopt gewoon niet wat ze zegt. En als ik er weleens wat over zeg, dan zegt ze: "O, maar dat weet ik niet meer."
Tja, wat kan je dan nog zeggen..., dan ben je toch uit gesproken.

Oké, zeg ik, dit is een situatie die zich goed leent voor zelfonderzoek.
Doe je weleens aan zelfonderzoek? Dat je eens gaat zitten en opschrijft wat er allemaal in jou plaats vindt, welke overtuigingen er in jou leven? Nee. Dat zou ik je aanraden. Laten we samen eens kijken wat er in jou leeft als je moeder tegen de buurvrouw zegt: "Mijn dochter wilde dat ik bij haar in de buurt zou komen wonen, ik mis mijn buurtjes, mijn contacten."
Wat is de interpretatie die jij aan deze uitspraak van je moeder geeft?
Na enig onderzoek komt Isabel uit bij de kern: dat ma niet blij is met de verhuizing, dat ze zich door mij onder druk gezet gevoeld om hier te komen wonen.

O, interessant, zeg ik..., zo kijk jij ernaar..., ik had een heel andere interpretatie lopen..., en dat is nou zo waardevol van zelfonderzoek..., dat je opeens heel helder op de plaat krijgt wat jij op die uitspraak van je moeder plakt..., dat is niet de waarheid..., maar dat is wat jij ziet..., dat komt uit jouw koker. Dat wil niet zeggen dat je moeder het zo bedoelt..., jij ziet dit zo, vanuit jouw inkleuring. Misschien is het wel andersom: dat jij je onder druk gezet voelde om je moeder jouw kant op te verhuizen door haar uitlatingen over eenzaamheid?

Weet je hoe ik haar uiting interpreteer? Nee.
Dat je moeder op een indirecte wijze naar de buurvrouw uitspreekt dat ze ook wel wat contact met haar zou willen.
Dat is een heel andere inkleuring dan die jij eraan geeft. Niet gezegd dat deze interpretatie klopt..., het is meer dat ik je wil laten zien dat ieder zo haar eigen zienswijze heeft. Daar is niets mee mis zolang je je realiseert dat het slechts een zienswijze is, niet meer en niet minder, maar als jij ervan uitgaat dat wat jij ziet de waarheid is, dan leidt dat tot wrijving en conflict in jou en buiten jou.

Voel je al dat je een beetje los komt van de identificatie met deze zienswijze? Ze knikt. Je kunt het vergelijken met wat er nu plaats vindt tussen jou en mij: we kijken allebei naar dezelfde situatie, maar jij ziet iets anders dan ik. Dus je weet niet vanuit welke intentie je moeder zich op deze wijze uitsprak naar de buurvrouw.

Een volgende stap kan zijn dat je het gesprek met je moeder aan gaat, niet vanuit beschuldiging en irritatie (wat jij zegt klopt niet, je jokt), maar vanuit kwetsbaarheid en openheid. Je deelt jouw interpretatie terwijl je je realiseert dat het een interpretatie is én je vraagt naar haar beleving. Als je kan zien dat het jouw inkleuring is, dan valt de lading weg, dan begrijp je dat het niet de waarheid is, maar een invulling van jouw kant. Dan kan je die interpretatie delen: mams, ik wil even terug komen op het gesprek wat je met de buurvrouw had..., het raakt mij als je zegt dat je voor mij bent verhuisd, dat herken ik niet, ik heb het zo begrepen dat jij zelf dichter bij mij in de buurt wilde wonen, omdat je hulpbehoevender werd en ja..., dat het dan voor mij ook makkelijker is dat je dichterbij woont..., dat is waar, het mes snijdt aan twee kanten, maar als je tegen de buurvrouw zegt dat je voor mij dichterbij bent komen wonen, dat ik dat wilde..., dan krijg ik het gevoel dat je er niet blij mee bent en dat je je door mij onder druk gezet voelde om hierheen te verhuizen..., ik weet niet of dat zo is, dit is wat ik ervan maak..., misschien bedoel jij het wel heel anders...

En dan kan het heel goed zijn dat je moeder zegt: Ja, kind, dat weet ik allemaal niet meer. Of dat ze zegt: ik moet ook wennen, ik voel me ook nog niet echt happy hier, ik mis mijn huis, mijn buurtje, en ook al voelde ik me daar eenzaam..., ik had toch zo mijn contact momentjes met de buren, ik heb gewoon wat meer tijd nodig voordat ik me hier weer thuis voel. Of: ik voelde me ook onder druk gezet, misschien bedoelde je dat wel niet zo..., maar ik had het gevoel dat ik geen keuze had, want ja..., ik ben ook van jou afhankelijk en dan is het voor jou makkelijker als ik dichterbij woon. Vele antwoorden zijn mogelijk...

En dan gaat het erom of je ieder antwoord van je moeder kan horen, in ontvangst kan nemen zonder het persoonlijk te maken, zonder het op jezelf te betrekken (ik heb het niet goed gedaan, zie je wel, ma is er niet blij mee...).

En dan gaat het er niet om dat je je gelijk krijgt of je gelijk haalt..., maar dat je hebt gezegd wat je dwars zit...(in plaats van alles op te potten), en dat ieder zijn/haar beleving kan delen..., er is geen fout of goed..., het is niet zo dat jouw perspectief klopt en die van je moeder niet, en het is ook niet zo dat het perspectief van je moeder klopt en de jouwe niet. We creëren allemaal zo onze eigen verhaaltjes (interpretaties) over de werkelijkheid. Het gaat om het delen: "O, zit jij er zò in..., dat leeft voor jou..., goed om te horen, ik kijk er heel anders naar."

Je moeder en jij verschillen niet van elkaar: beiden zijn jullie een gevangene van de mind. Zij ziet alles negatief en verdraait feiten naar jouw beleving (dat is haar patroon) en jij wil iedereen tevreden stellen en pot alles op (dat is jouw patroon). Je zou graag zien dat zij verandert, maar zo moeilijk als het voor haar is, is het ook voor jou, toch? Kan je dat zien? Misschien verzacht dat je kijk op je moeder. Het is niet eenvoudig om te veranderen, het vraagt moed om stappen te zetten buiten je comfortzone.

Dus de vraag is: Wil je groeien?
En als het antwoord 'ja' is, dan neem je de weerstand voor lief, dan grijp je iedere situatie aan voor innerlijke bevrijding, dan ga je ervoor.

Een week later stuur ik haar deze blog om te accorderen. Dit is haar reactie: Ik vind het ontzettend mooi en duidelijk geschreven en heb er nu alweer ontzettend veel aan gehad. Zo helder om het zo weer terug te lezen en ik kan me helemaal vinden in het verhaal. Als ik het zo lees zeg ik zeker: ja, ik wil groeien en ik kan je zeggen dat ik er ook echt mee bezig ben.
Ik heb ook een goed gesprek met mijn moeder gehad en het klopte zo goed hoe jij het beschrijft..., dat het inderdaad ieders interpretatie is.
Dank je wel voor deze mooie blog.

www.bewustzijnscoaching.com
LinkedIn: Caroline Ootes
Facebookpagina: Caroline Ootes, Ontwaken, Bewustzijnscoaching

Love your mind, don't make it your enemy.



You have to go through your suffering, through your own hell.
 No one else can do it for you.
(Osho)

Er komt een cliënt in de praktijk. Ze geeft aan dat ze rust in haar hoofd wil vinden, dat ze heel veel in haar hoofd zit. ‘Ik wil overal een antwoord op, een verklaring waar het vandaan komt’, zegt ze. En dan…, vraag ik, wat levert je dat dan op? Lost de vraag dan op of komt er weer een nieuwe vraag voor in de plaats?
Ze lacht, uit herkenning: ‘Ja, die vragen gaan maar door…, dat houdt nooit op, maar ik kan het niet stoppen. En wat het me oplevert? Nou, als ik een verklaring heb, dan kan ik het sturen of loslaten…, ik heb gewoon een controle issue en ik kan er niet tegen dat ik nergens geen controle meer over heb. En dit is allemaal begonnen toen ik enkele jaren geleden werkloos raakte. En dan gaat er door me heen dat ik achter werk aan moet gaan, dat ik moet solliciteren, maar er komt niets in beweging, en dat begrijp ik gewoon niet…, zo ben ik nooit geweest… Ik voel me zo gefrustreerd…, ik herken mezelf gewoon niet meer. Voordat ik werkloos raakte was ik een heel andere vrouw: onafhankelijk, krachtig, zelfstandig, ik pakte zaken aan… Maar nu maak ik overal een drama van. Ik weet het gewoon niet meer… En dan vraag ik me af of ik niet meer moet gaan voelen of dat ik teveel denk… of te weinig. En dat hoofd gaat maar door en dan ga ik naar buiten om heel mindfull te fietsen of te wandelen, om maar uit dat hoofd te raken, ik moet dan van mezelf mindfull zijn, zo van: nu moet het afgelopen zijn met die dwangmatige neiging om maar te denken..., ik onderdruk het dan gewoon, maar zodra ik thuis ben, neemt het hoofd het weer over. Vroeger had ik dat niet, voordat ik werkloos raakte. Ik begrijp er niks van.

Herkenbaar voor de lezer? De neiging om alsmaar rond te dobberen in het hoofd? De neiging om overal een verklaring of antwoord op te formuleren? De neiging tot psychologiseren en analyseren vanuit een onderliggende behoefte aan controle: als ik het nou maar begrijp wat er in mij plaats vindt, dan kan ik het sturen of loslaten. Herkenbaar dat het alsmaar doorgaat en dat je de neiging niet kan stoppen?

Ik voel haar angst aan…, ze verliest greep op haar leven…, een greep die niemand heeft, ook al denken we van wel... Niets is meer duidelijk en voorspelbaar voor haar, ze heeft 'het' niet meer in de hand. Sinds ze werkloos is, is de persoonlijke wilskracht aan het uitdoven…, ze herkent zichzelf niet meer… en het mechanisme (wilskracht) waarmee ze spanningen onder het vloerkleed kon vegen, wat zo goed werkte voordat ze werkloos raakte, functioneert niet meer. Het ego is in een afbraakproces en de mind trekt alles uit de kast om te overleven: analyseren, psychologiseren, angst, twijfel, verwarring. Tja, hoe vind je dan rust in je hoofd?

Ik voel compassie voor haar en deel met haar wat ik waarneem: er is een stervensproces gaande, de persoonlijke wilskracht dooft uit. Niet eenvoudig..., maar het brengt je uiteindelijk thuis, het brengt je naar overgave aan het bestaan. Alles bevindt zich op de juiste plaats en tijd (een statement die zij gebruikte voordat ze werkloos raakte) en dient jou om wakker te worden uit de greep van het ego, uit de greep van de mind, die controle wil, houvast, zekerheid en duidelijkheid (zo ben ik). Dat is niet het Leven zelf, want het Leven zelf..., wat jij in essentie bent..., stroomt... En leeft in overgave met wat is.

Ik zie de perfectie van het bestaan door haar heen werken: het lijden wat dient om thuis te komen bij het Zelf. Ik ben er zelf doorheen gegaan en herken wat ze beschrijft: de persoonlijke wilskracht doet het niet meer..., het beeld wat je over jezelf had..., alle eigenschappen waarmee je jezelf identificeerde..., het stort allemaal in..., je herkent jezelf niet meer.

En om je daaraan over te geven..., aan dat afbraakproces..., aan het gegeven dat je niets meer in de hand hebt (wat altijd al zo was), is niet eenvoudig..., de mind komt in opstand, alles moet blijven zoals het was...

Tja, en dan kom je op een punt in je leven dat alles wat gestold was (baan/beeld over jezelf/je identiteit) overhoop wordt gehaald...

Een maand later is er een vervolgafspraak. De avond voorafgaand aan het consult kom ik op you tube een satsang tegen van Osho met als titel: How to stop thinking? Na het schrijven van de laatste blogs over zelfonderzoek ben ik benieuwd hoe Osho deze vraag beantwoordt. Ik beluister de satsang en geniet van zijn wijsheid:

Love your mind, don't make it an enemy.

Prachtige uitspraak..., zo waar...
Tja, wonderlijk..., alles bevindt zich op de juiste plaats en tijd: een toevalligheid - het beluisteren van de satsang - sluit naadloos aan bij de vraag van deze cliënt. Ik deel de essentie van de satsang met haar, het komt binnen. En ik deel de metafoor die beschreven staat in mijn blog 'overtuigingen transformeren, de directe weg'. Ik zie dat er energetisch het een en ander gebeurt tijdens de overdracht.

Weer een maand later komt ze terug.
Ze zegt: er is echt iets verschoven in mij en ik geef jou de schuld, ze kijkt me aan en geeft een knipoog. Er is een enorme last van me afgevallen. Van de ene op de andere dag viel een lading stress van me af.  Ik begrijp gewoon niet meer waar ik me al die jaren zo druk over heb gemaakt..., al die stress was helemaal niet nodig geweest..., dat zie ik nu.

Tja, zo waar wat ze zegt: al die stress was helemaal niet nodig geweest. Maar ja, als je er middenin zit, als je door de mind wordt gegijzeld, als je al je gedachten/emoties gelooft, als je vanuit de mind (nu moet ik mindfull zijn) het gevecht met de mind aangaat, dan is het leven een hel..., totdat je de deur ontdekt, die altijd al open stond: getuige bewustzijn.

Wonderlijk hoe het leven kan lopen...

Ja, getuige bewustzijn, daar gaat het om: los komen van de mind. Niet door de strijd met de mind aan te gaan, maar door liefde voor de mind: oordeelloos bezien wat er in de mind plaats vindt.

Louise geeft aan dat mijn uitleg over de metafoor van de zaal (bewustzijn) en het podium (de mind) heel behulpzaam voor haar was/is (zie blog: overtuigingen transformeren, de directe weg).

Love your mind, don't make it your enemy.

Voor de liefhebbers, de link naar Osho 'How to stop thinking?':
www.youtube.com/watch?v=tCShgsLzpjA

www.bewustzijnscoaching.com
LinkedIn: Caroline Ootes
Facebook: Caroline Ootes, Ontwaken, Bewustzijnscoaching

Vanuit welke bril kijk jij?



Vanuit welke bril kijk jij?

Er komt een cliënt in de praktijk. Louise vertelt over een familielid, laten we hem Jos noemen, die ongeneeslijk ziek is. Jos is nog in staat om het nodige in huis en buitenshuis te ondernemen, naast de rust die hij nodig heeft in verband met zijn ziekte. Louise gaat op bezoek. Ze wil graag haar hulp aanbieden.

Naar zeggen van Louise maakt Jos gebruik van zijn ziekte door van iedereen te verwachten dat ze dag en nacht voor hem klaar staan en hem op zijn wenken bedienen. Zijn gedrag is overigens niet veel anders dan voor het moment dat hij ongeneeslijk ziek werd: alles draait om hem, hij manipuleert iedereen om hem heen om aan zijn verlangens te voldoen, iedereen moet naar zijn pijpen dansen.

Louise geeft aan dat ze graag iets zou willen doen voor Hilde, de vrouw van Jos, maar ze weet niet wat. Na met hen op stap te zijn geweest, ontstaat er een gesprek tussen Louise en Hilde. Jos ligt op dat moment op bed. Hilde geeft aan dat ze zich uitgeput voelt, ze staat overal voor aan de lat. Ze is moe en zou ook weleens op de bank willen liggen, net als haar man. Of eens de deur uit gaan om hard te lopen, maar dan moet ze zoveel regelen voor de kinderen en haar man: het is te lastig…, laat maar. Ja, en Jos geeft doorlopend opdrachten, want ja, hij is ziek, hij heeft aandacht en zorg nodig.

Ik vraag aan Louise of ze op dat moment in het gesprek haar hulp heeft aangeboden, nu Hilde zo duidelijk aangeeft wat haar wens is. Nee, zegt Louise, ik heb geen hulp aangeboden, het ging wel door me heen, maar ik dacht dat daarmee de situatie niet zou gaan veranderen, eigenlijk dacht ik alleen maar 'hij mag ook weleens iets voor haar doen'.

Tja, zo gaat het dan…, er gebeurt blijkbaar het nodige in Louise zelf waardoor ze niet ‘aanwezig’ kan zijn, in afstemming met Hilde.

Het gesprek tussen Louise en Hilde gaat verder. Louise vraagt aan Hilde of ze Jos geen kleine opdrachten kan geven om daarmee zichzelf wat te ontzien. Nee, zegt Hilde, ik wil Jos niet het gevoel wil geven dat hij niet genoeg doet. Louise reikt nog aan dat Jos bijvoorbeeld fruit kan klaar maken voor de kinderen, maar Hilde houdt de boot af: ze is bang dat Jos boos wordt (zoals dat tot dan toe is gegaan in hun huwelijk), dan is de sfeer negatief en dat wil ze niet. Louise voelt de onmacht van Hilde en voelt zichzelf ook onmachtig. Ze weet niet goed hoe ze verder met deze situatie om kan gaan en welke hulp ze kan aanbieden.

Ik vraag aan Louise wat er bij haar wordt getriggerd: Wat plak jij op deze situatie? Welke plaatjes/overtuigingen worden in gang gezet? Vanuit welke bril kijk jij?

Louise zegt: hij behandelt haar als een slaaf, ze doet zichzelf gewoon tekort, ik zou haar wakker willen schudden…, jij bent ook een persoon, die zorg en aandacht mag ontvangen en nodig heeft.

Herkenbaar? vraag ik.
Tot voor kort leefde jij ook een soortgelijk scenario, toch?
Zie je de spiegels waar je in kijkt?
Dat jij, nog niet zo lang geleden, je ook uitgeput en onmachtig voelde en jezelf zwaar tekort deed…, je bleef maar rennen en zorgen voor de anderen en jij wilde ook de lieve vrede bewaren: als zij niet over lastige onderwerpen spreken, dan hou ik ook mijn mond...

Louise herkent de spiegels.
Naast onmacht voelt zij ook frustratie. Wiens frustratie is dat? vraag ik. Gaat dat over Hilde en Jos of is het jouw frustratie? Frustratie, omdat jij zo lang bent door gegaan in een ongezonde situatie, een situatie die jou uitputte? Frustratie, omdat jij alsmaar door ging met het geven van zorg en aandacht, terwijl je zelf die zorg en aandacht nodig had, maar niet kon vragen…
Ze herkent wat ik terug geef.

Blijkbaar leeft er nog het nodige aan frustratie in jou over de afgelopen jaren en die frustratie wordt getriggerd door deze situatie van Hilde en Jos. Ja, zegt Louise, ik heb heel veel weg gestopt…, ik wilde dat gevoel van onmacht en frustratie niet voelen en zo gauw mogelijk weg poetsen. Ja, zeg ik, en dat wil je dus ook bij Jos en Hilde: de onmacht en frustratie weg poetsen... Mag zij zich onmachtig en gefrustreerd voelen?
Ja, ik zie wat je bedoelt, zegt Louise.

En verder..., vraag ik, wat leeft er nog meer in jou? Nou, zegt Louise, ik zou zo graag willen dat Hilde ook een kop koffie krijgt van hem. Het is niet zo dat alles maar om Jos draait en dat hij zich kan permitteren om de sfeer te verpesten als Hilde niet doet wat hij zegt.

Is dat zo wat jij zegt? Is dat zo: dat het niet zo kan zijn dat alles om Jos draait.
Ik zie iets anders. Wat ik zie is dat de situatie is zoals die is: alles draait om Jos, en Hilde is hem in alles ter wille om te voorkomen dat hij boos wordt of haar volledig negeert. Dat is de realiteit, dat zijn de feiten. Ja, zegt Louise, dat is waar.

Kan jij daarmee zijn?
Moeilijk, zegt Louise.

Als Hilde aangeeft dat zij in deze laatste fase met deze man op dezelfde voet wil doorgaan als voorheen, wie ben jij dan om dat anders te willen?

Als je hulp zou willen bieden, vanuit compassie met haar situatie, dan is dat toch zonder voorwaarden? Of dient zij zich uit te spreken naar haar partner toe, omdat jij nog met frustratie zit vanuit jouw situatie, vanuit al die keren dat jij je niet hebt uitgesproken?

Als je werkelijk je ondersteuning wil geven, dan kan ik me voorstellen dat je haar aanbiedt om bij haar langs te komen en dat zij, bij wijze van spreken, twee uur voor zichzelf heeft om te doen wat zij op dat moment graag zou willen (hard lopen/rusten/vriendin opzoeken).

En dan zeg je erbij dat je heel goed voor haar man zal zorgen…
Louise kijkt me met grote ogen aan.

Ja, zeg ik, dat is nou precies waar haar zorg over gaat…, het is te ingewikkeld, te groots om oppas te regelen voor de kinderen én voor deze man in het bijzonder…, laat maar.

Zij realiseert zich heel goed dat hij een dwingeland is, waar zij niet tegen in gaat…, en zeker niet nu hij ongeneeslijk ziek is… Zij heeft zo haar beweegredenen om het te doen zoals zij het doet…, mag dat? Of moet zij en Jos veranderen voordat jij in het bootje kan stappen om hen hulp te geven?

Kan je zijn met wat is?

En dit is het: een vrouw die een destructief patroon in stand houdt om de lieve vrede te bewaren, want haar man zal binnen niet al te lange tijd sterven. Dat is de realiteit. Zie dat jouw frustratie en onmacht erdoor heen loopt, waardoor je niet kan aanvoelen en kan geven wat er nodig is voor Hilde. Dat is niet erg…, het gaat niet over goed of fout…, maar over de drijfveren, die maken dat jij zo reageert zoals je reageert. Als je die doorziet, ontstaat er bewegingsvrijheid en kan je de hulp bieden die passend is.

En hoe lang heb jij erover gedaan om uit je patroon te stappen?
Kan je compassie voelen voor haar en voor de situatie waarin zij zich bevindt?
Omdat je zelf aan den lijve hebt ervaren dat je niet bij machte was om uit een destructief patroon te stappen?
Omdat je zelf aan den lijve hebt ervaren dat je zo jouw beweegredenen had om een ongezonde situatie in stand te houden?
Omdat je zelf aan den lijve hebt ervaren dat het heel wat moed vraagt om in opstand te komen?

Ja, zegt Louise, ik voel wat je zegt, het komt binnen. Ik zou dit met haar kunnen delen, van mens tot mens, dat ik begrijp dat ze zich in een moeilijke situatie bevindt, dat ik het herken.. en dat ik haar graag wil bijstaan zoals het voor haar goed voelt. Ik heb er zelf ook zo lang over gedaan…

Ja, zo is het..., nu voel ik je hart.

www.bewustzijnscoaching.com
LinkedIn: Caroline Ootes
Facebookpagina: Caroline Ootes, Ontwaken, Bewustzijnscoaching

Ik zou zo graag in het hier en nu willen leven...



(Cartoon: Joost Verweij)

Ik ontmoet een vrouw in de praktijk. Voor het gemak noem ik haar Silvia. Er ontstaat een uitwisseling. Silvia geeft aan dat ze in haar leven steeds de neiging heeft om 20 stappen verder te zijn dan waar ze nu is.
Ze vindt het moeilijk om in het hier en nu te leven. Ze leeft eigenlijk van de ene stip op de horizon naar de volgende stip op de horizon. En dit speelt zich niet alleen af op het gebied van haar werk (the next step op de carrièreladder), maar ook met betrekking tot relaties.
Ze zegt: 'Ik kan het gewoonweg niet stoppen..., ik ben alsmaar bezig met de volgende stap, ik maak voortdurend plaatjes in mijn hoofd over mijn werk en over een nieuwe relatie, die enige tijd geleden is gestart. Mijn coachingsvraag is hoe ik in het hier en nu kan zijn.’

Ik nodig haar uit om wat meer te delen. Ze vertelt over een nieuwe relatie. Ze ontmoette hem en vanaf de start gingen ze meteen de diepte in: een totaal nieuwe ervaring voor haar. Ze geeft aan dat ze hem dichterbij wil laten komen, maar dat ze er ook bang voor is. Net als hij. Hij heeft haar laten weten dat hij moeite heeft met binding door een eerdere verstikkende relatie in zijn leven.

Op enig moment nodigt ze hem gekscherend uit om met haar familie mee te gaan op familieweekend. Ze weet van tevoren al het antwoord dat hij zal geven van waaruit ze zegt: ‘Ik vraag je niet mee, maar ik deel wel met je dat mijn broer grapte dat het moment daar is om eens kennis met elkaar te maken: misschien wil je vriend wel mee met het weekend?’
De uitnodiging van de broer van Silvia triggert direct een gevoel van verstikking bij de vriend van Silvia: er ontstaat spanning op zijn keel, hij voelt zich onder druk gezet.
'Je hoeft echt niet mee hoor, zegt Silvia tegen hem, ik vraag je toch ook niet mee..., ik deel gewoon even wat mijn broer zei.'

Na deze ontmoeting merkt ze op dat de plaatjesmachine gaat draaien. Allerlei gedachten spoken door haar hoofd waardoor er twijfel in haar opkomt of ze wel met deze man verder moet gaan: ‘Zit er wel een toekomst in? Niet alleen houdt hij de boot af, ik ook.’

Ik vraag aan Silvia wat zoal haar plaatjes (gedachten) zijn: breng ze eens allemaal aan/in het licht, wat spookt er zoal door je heen?

‘Nou, zegt Silvia, allereerst gaat er door me heen of ik hier wel mee door moet gaan, ik stel me dan voor wat deze bindingsangst betekent voor onze relatie in de nabije toekomst... en dan ontstaat er twijfel.' Dan denk ik: 'Jeetje, deze man is wel heel erg beschadigd..., en ik wil ook niet zijn therapeut zijn..., maar we hebben wel diepe uitwisselingen, dat is heel fijn..., en het komt me ook wel goed uit dat hij een vorm van bindingsangst heeft..., dan hoef ik zelf ook niet over de brug te komen..., en ...als ik heel eerlijk ben..., voelt het wel veilig dat hij afstand houdt, dan kan het ook niet fout gaan..., want er leeft een sterke gedachte in mij dat het toch wel weer fout zal gaan.’
Ze vervolgt: ‘Ja, ik zie die denkmachine aan gaan..., ik zie dat ik weer volledig wordt opgeslorpt door al die plaatjes, al die gedachten, maar ik kan het niet laten, dat hoofd gaat gewoon door. Ik zou zo graag in het hier en nu willen leven. Eigenlijk maak ik zelf kapot wat er nu is (mooie uitwisselingen) door steeds maar in gedachten vooruit te lopen op de nabije toekomst.’

‘Ja, zeg ik, ik voel je energie..., het ontbreekt aan vertrouwen...
Ik voel dat je houvast wil, zekerheid, duidelijkheid..., en die is er niet doordat de situatie zo is zoals die is. En daarnaast..., het leven zelf is van nature ook onzeker: je weet niet wat het volgende moment brengt, dus er is geen antwoord mogelijk.’

Het resoneert: er is geen vertrouwen. Ze barst in huilen uit: 'Als ik nu ga vertrouwen, ben ik zo bang om de deksel op mijn neus te krijgen.'
Ze huilt. Ik geef haar de tijd om haar verdriet te voelen.

Na enige tijd vraag ik aan haar wat ze bedoelt als ze zegt dat ze zo bang is om de deksel op haar neus te krijgen.
‘Dat ik gekwetst kan worden’, zegt Silvia.
Hoe ziet dat er dan uit? Waar ben je bang voor?
‘Ik ben bang dat hij de stekker eruit trekt.’
Van waaruit zou hij de stekker eruit trekken, in jouw beleving?
‘Nou, dat hij mij niet goed genoeg vindt, dat ik zijn liefde niet waard ben.’
En dan? Waar ben je dan bang voor?
‘Dat ik alleen achter blijf.’
‘Ja, dat is wat ik voel’, zeg ik. ‘Je hebt op enig moment je hart afgesloten, net als hij, je bent zo bang om gekwetst te worden...’

Ik voel dat je wordt geleid door een overtuiging en die overtuiging lijkt te zijn: liefde zit er niet in voor mij, niemand die mij echt wil, ik blijf alleen achter.

Deze opmerking triggert een stortvloed van verdriet. Ik voel compassie voor haar en nodig haar uit om de oude pijn ten volle toe te laten.

Na enige tijd vraag ik: ‘Heb je door dat dit kindpijn is? Het lijkt erop dat je in je kindertijd de boodschap van je ouders hebt opgepikt dat ze niet echt van je hielden, wat jij hebt vertaald naar: ik ben niet goed genoeg, ik ben het niet waard om van te houden.'

Wederom barst ze in huilen uit. Ze zegt: ‘Het resoneert 100%. Ik heb als kind soms wel eens gedacht dat ik geadopteerd was, ondanks mijn geboortefoto’s als bewijs.’
Blijf bij je verdriet, zeg ik,  voel waar het zich bevindt in je lichaam, breng al je aandacht naar deze pijn en laat het smelten, ga niet naar je hoofd, naar verhalen.

Na de nodige schokken van intens verdriet wordt het weer rustig in Silvia.
‘Ja, zeg ik, dit is de pijn die je al een heel leven bij je draagt. En waar vanuit je handelt. Deze pijn heeft nog nooit volledig het licht gezien. En het bestaan is je heel genadig, door deze man op je pad te brengen, waardoor jou de mogelijkheid wordt aangereikt om de pijn, van het kind dat je was, te laten smelten.

Deze pijn maakt dat je steeds een toevlucht neemt naar je hoofd: er is geen vertrouwen. Op enig moment in je leven ben je je gaan afsluiten: je verlangt naar intimiteit en openheid, dat is je hart. Ieders hart verlangt naar verbinding, naar nabijheid en contact, maar de pijn van niet geliefd zijn, zit er nog voor.’

Ik ga nu weer even terug naar de vraag waarmee je binnen kwam: 'Hoe kan ik in het hier en nu zijn?'
Er zijn meerdere wegen. Allereerst: laat deze pijn smelten, die vandaag inzichtelijk is geworden. Iedere keer wanneer angst en twijfel wordt getriggerd en een dwangmatige neiging opkomt om plaatjes te maken over deze relatie, keer naar binnen en voel de pijn die schuil gaat onder de plaatjes: alles is onzeker (dat klopt: het leven is onzeker), ik weet niet wat ik moet doen (dat kan jij ook niet weten, de stroom van het leven is niet voorspelbaar), moet ik hier wel mee door gaan (dat wijst zich vanzelf uit), ik ben zo bang dat het fout gaat, dat er niemand is die van me houdt, dat ik alleen achter blijf (de pijn van het kind en existentiële pijn: een diep gevoel van eenzaamheid).

Wanneer je de pijn tot op de wortel hebt gevoeld, dan verdampt deze.
Dan  kan de neiging tot het maken van plaatjes nog wel getriggerd worden, maar je wordt niet langer meer gegijzeld door de mind, het is dan mogelijk om aanwezig te zijn bij de plaatjesmachine: je ziet wat er plaats vindt in jou zonder dat je daar in opgaat. Het Zelf (Bewust Zijn) kijkt naar het zelf (de mind). Je ziet het verhaal wat zich afspeelt in je hoofd. En kijk dan totaal: bekijk alles wat door de mind ten tonele wordt gevoerd, van het begin tot het eind..., wees aanwezig..., de hele film rolt zich uit, terwijl je ernaar kijkt..., je realiserende dat jij niet het verhaal bent, maar de lamp van gewaar zijn, die het verhaal beziet. Door volledig bewust de capriolen van de mind te aanschouwen, breng je alles aan en in het licht van gewaar zijn. Het patroon wordt helemaal doorgelicht, doorzien en op het bepaald moment dooft die uit.

Betreft het een nieuwe situatie die jou triggert, een situatie die je niet los kunt laten (het blijft aan je trekken, je blijft ermee bezig): kijk, neem waar wat er gebeurt, wat je zegt, doet... en onderzoek op een rustig moment wat er wordt geraakt, welke overtuigingen (plaatjes) er zijn aangetikt in jou. Hou je niet bezig met de ander, met wat de ander fout deed. Hou je ook niet bezig met wat jij al dan niet goed hebt gedaan: dat is geen zelfonderzoek, dat is de mind, die de ander schuldig wil verklaren en/of jezelf. Ga niet naar psychologische analyse en verklaringen.
Breng eenvoudig alles aan het licht, dat is zelfonderzoek: de lamp van Bewust Zijn die alles in het licht zet wat er leeft in jou aan overtuigingen en angsten tot je uitkomt bij de pit: het pijnpunt (zie vorige blog). Soms is het doorzien van de trigger al genoeg om de realiteit weer te zien zoals die is, soms is er meer werk nodig: het voelen van de oorspronkelijke pijn zoals dit vandaag plaats vond in jou.
Hoe voelt die pijn? De pijn van niet geliefd zijn, de pijn van eenzaamheid. Ga niet naar verklaringen en verhalen over je jeugd. Ga naar de pijn die schuil gaat achter de gedachte dat je vaak het gevoel hebt gehad dat je geadopteerd was: niemand die van me houdt, eenzaamheid. Laat die pijn smelten. En dan opent jouw hart zich en is het mogelijk om werkelijk een intieme relatie aan te gaan.

En besef de doorwerking van jouw proces op je partner: alles wat jij opschoont, heeft een helende uitwerking op hem en op een ieder waarmee jij je verbindt. Is dat niet geweldig?

Een andere weg om uit het hoofd te geraken, is: aanwezig zijn in het hier en nu. En ik zie/voel dat de lamp van gewaarzijn niet meer totaal versluierd raakt door de identificatie met de mind: je ziet, je merkt op dat je steeds een toevlucht neemt naar je hoofd, naar verklaringen, naar twijfels, wantrouwen. Veroordeel deze neiging niet, het is niet persoonlijk, het is collectief, we zijn allemaal in dit veld van angst en tekort groot gebracht. En het is al heel wat dat je de neiging ziet. De meerderheid van de mensheid heeft niet door dat ze continu vanuit dit veld, vanuit de mind leven: in het verleden of in de toekomst, maar niet hier en nu. Ze zijn volledig geïdentificeerd met de mind, met hun gedachten en emoties, die het ik zich toe eigent (mijn verhaal). En verandering begint met zien, met gewaarzijn. Dus geweldig dat je de neiging ziet. De oefening die ik je wil mee geven, is: keer terug naar het hier en nu. Iedere keer als je weer opmerkt dat je in je hoofd zit, breng de aandacht naar dit moment. Dit is niet eenvoudig, omdat het een diep ingesleten groef is: het hoofd als overlevingsstrategie om kwetsing te voorkomen. Grip willen op een situatie (relatie) om mogelijke teleurstelling en pijn voor te zijn. Duidelijkheid en zekerheid willen daar waar geen duidelijkheid en zekerheid te geven is: want het leven is onzeker en open, dus niet voorspelbaar.

En dat doet me denken aan Nisargadatta, een spiritueel leraar die in 1981 overleed. Ken je die? Nee. Hij is tot verlichting gekomen door een eenvoudige instructie van zijn meester consequent toe te passen. Iedere keer dat er sprake was van identificatie met de mind (ik ben de wereld, deze persoonlijkheid, het lichaam, mijn geloof, cultuur etc.) bracht hij de aandacht weer terug naar het oorspronkelijke principe, naar het 'zijnde' principe, het 'I am'. Naar dat wat is..., voorbij de mind..., voorbij alle aannames en overtuigingen die door het ik worden geclaimd (ik ben zus en zo). Als dat van ons afvalt..., de identificatie met de mind..., wat blijft er dan over? Dat wat is: I am. En na I am... is het stil, geen invulling, geen houvast: openheid, geen identificatie met wat dan ook, dat is Leven.

I am..., meer valt er niet te zeggen. Iedere keer dat de neiging er is om in een verhaal op te gaan, een verhaal over jezelf of over de ander, een verhaal over het verleden of over de toekomst: keer terug naar I am, naar Beingness, naar gewoon Zijn.

Hiermee eindigen we de sessie. Ze is mij enorm dankbaar. ‘Hoe is het mogelijk dat we in zo'n korte tijd tot de kern kwamen’, zegt ze. Ja..., soms gaat het zo..., je bent een rijpe appel.



I Am - Nisargadatta

Noot: de blog bevat een uitgebreide reactie op de vraag van de cliënt hoe in het hier en nu te leven. In werkelijkheid gaf ik tijdens het consult twee handreikingen: als je in het denken zit, in een verhaal, maak je daarvan los door je aandacht terug te brengen naar het hier en nu, daarnaast vertelde ik over Nisargadatta: I Am.
De uitgebreide reactie  - vanuit gewaarzijn een patroon volgen -, ontstond tijdens het schrijfproces.

www.bewustzijnscoaching.com
Facebook: Caroline Ootes, Ontwaken, Bewustzijnscoaching.
LinkedIn: Caroline Ootes