Fixed ideas: Als iets niet resoneert, dan vertrouw ik het gewoonweg niet.



Enige tijd geleden ontving ik een mail waarin Wim (gefingeerde naam) aangaf dat bepaalde persoonlijke informatie, die ik met hem deelde niet resoneerde bij hem en dus ook niet klopte voor hem. Hij gaf aan bij zijn waarheid te willen blijven.
Niets mee mis, allebei een andere kijk op dat wat werd gedeeld, zou je zo zeggen. Ware het niet dat ik enige verkramping voelde in de vasthoudendheid van de opmerking die Wim plaatste. En dat wat ik deelde ging niet over hem, maar over mij waarbij het delen niet bedoeld was om enig advies of een mening van hem te ontvangen; ik deelde gewoon in alle openheid het een en ander. Opvallend dat Wim blijkbaar niet vanuit diezelfde openheid kon luisteren. Integendeel: hij liet naderhand weten dat als iets niet resoneert, het dan ook niet klopt voor hem.

Na een eerste uitwisseling tussen ons, zijn reactie gelezen hebbende, de bevestiging van hem gekregen hebbende dat hij open stond voor wat nadere feedback, stuurde ik hem onderstaande mail om een ander perspectief aan te reiken.

Zie hieronder:
Ha Wim,
Dank voor je reactie.
Je geeft aan dat als iets niet resoneert, je het gewoonweg niet vertrouwd.
Daar wil ik graag op ingaan. Ik wil niets afdoen aan jouw gevoel…en wil toch de nodige vraagtekens stellen bij de zin waarin jij aangeeft dat je ‘jouw’ waarheid niet teniet wil doen.
Wat is waarheid? En in hoeverre is ‘mijn’ waarheid waar?

Even een uitstapje:
Gisteravond lag ik op de bank en luisterde ik naar een satsang van Osho en de volgende zinnen raakten mij:
This is your understanding. You hear according to yourself. You see according to yourself. Because you have a fixed pattern of hearing and seeing. This has to be dropped. To know existence all fixed ideas has to be dropped. 

Your eyes should be just windows, not projectors. Your ears should be just doors, not projectors.

Jij zult mogelijk aangeven dat er geen sprake is van fixed ideas (als het niet resoneert, dan klopt het niet voor mij) of van projectie, maar dat het gewoon je gevoel is. Maar in hoeverre is je gevoel zuiver of ‘waar’ als het hart nog niet volledig open en schoon is?

De hoogste waarheid is de taal van het hart: dan ontmoet je de ander zonder de drang van het ego (zoals je aangeeft in je reactie) om er iets van te vinden; dat leeft niet, je stemt je af op de innerlijke stroom van de ander, je bent de ander…, van waaruit je de ander kan verstaan. Dat is de taal van het hart.

Wanneer het hart nog niet volledig open en schoon is, dan luisteren en kijken we vanuit de mind: we projecteren, we interpreteren, we vinden er wat van…en dat is wat de ander voelt. De luisteraar is dan meer met zichzelf bezig, dan dat hij/zij aanwezig is bij degene die deelt.

Overigens wil dat niet zeggen dat op enig moment wat feedback gegeven kan worden…, als de ander daarom vraagt of als de ander bevestigend antwoordt op de vraag of er wat feedback gegeven mag worden. En soms vindt ongevraagd gegeven feedback plaats, ook dat komt voor; de ander wordt een ander perspectief aangereikt wat in een proces dienend (en confronterend) kan zijn, ook als de ander het op dat moment niet als zodanig ervaart. En soms is er geen herkenning van de feedback. Het is niet zwart-wit; het een of het ander.

Wat ik in de afgelopen jaren heb ontdekt is dat alles projectie is, werkelijk alles, totdat het hart transparant is. Op het moment dat dit diep doordringt, ontstaat er als vanzelf enige voorzichtigheid met het ventileren van een waarheid (over de ander), die voort komt uit ‘dat is gewoonweg mijn gevoel’.

Als jij aangeeft dat je mij niet wil weg zetten of verwerpen zoals je in het verleden met mensen deed, en je aangeeft dat je wil vast houden aan jouw waarheid (gevoel/mening) en tegelijkertijd wil ontdekken hoe je dan toch de ander kan ontmoeten, dan vraag ik mij het volgende af: Wat maakt dat je wil ‘vasthouden’ aan ‘jouw’ waarheid? Heeft degene die in openheid over zichzelf deelt naar ‘jouw’ waarheid gevraagd?

Ergens voel ik een verkramping daarin…hoe zou het zijn om gewoon aanwezig te zijn bij de ander, je te verplaatsen in de ander, in de achtergrond of innerlijke stroom van de ander, zodat je de ander wellicht wel kan horen, zien en voelen?

En zou het zo kunnen zijn dat je vast wil houden aan ‘jouw’  waarheid, omdat jouw waarheid in het verleden werd weg gezet of direct werd ontkend en verworpen, van waaruit je een drang voelt om, tegen alle stromen in, jouw waarheid overeind te houden: als het niet resoneert, dan klopt het niet voor mij.

Dit zijn zo wat overwegingen; het is aan jou om te onderzoeken (of niet) of iets resoneert en wat die resonantie jou dan te vertellen heeft. Ik ben benieuwd wat er in beweging komt…
En fijn, dank je wel dat je je open stelt voor feedback ook al voelt het mogelijk wat spannend zoals je zelf aangeeft in onze vorige uitwisseling.

Veel liefs,
Caroline

Een samenvatting van zijn reactie:

Hoi Caroline,
Dank voor je mail., deze mail ervaarde ik heel anders dan de vorige. Bij het lezen van je mail voelde ik gelijk een warm gevoel in m'n hart. Nu ik 'm weer lees is dat weer zo.

Ben nu al een paar dagen niet lekker. Ik hang op de bank en kijk wat tv.
Ik voel me daardoor ook wat kwetsbaarder en de gedachte aan je mail kwam weer op.

Net weer gelezen. Ja, ik voel dat er inderdaad een verkramping zit.
Wat is dan waarheid? Geen idee. Weet wel dat ik dat altijd onderzoek op het level dat ik kan zien of horen.

En juist door dit aan te gaan met jou en erover te sparren komt er weer wat meer ruimte. Alleen al de mogelijkheid het open te laten dat ik geen gelijk hoef te hebben of dat wat mijn gevoel zegt niet hoeft te kloppen doet dat al.
Dank voor de uitwisseling Caroline.

Liefs,
Wim

Voor de lezer: Observeer jezelf eens in intieme uitwisselingen met anderen.
In hoeverre ben je werkelijk aanwezig bij de ander? In hoeverre voel je en zie je het wezen van de ander van waaruit je de ander kan verstaan? Je zou kunnen zeggen: in hoeverre staat jouw wezen ‘aan’, waardoor je de ander in en vanuit het hart ontmoet?

Luister je vanuit openheid, afgestemd op de innerlijke stroom van de ander, zodat je de ander kan ontvangen, horen en voelen?

Of luister je vooringenomen? Luister je vanuit de mind, vanuit de criticus? Weeg en beoordeel je de informatie, die in een persoonlijke uitwisseling wordt gedeeld? Betrek je alles op jezelf, terwijl het niet over jou gaat, maar over de ander? Luister je vanuit een fixed idee: klopt dit wat de ander zegt of klopt dit niet?
Check ook eens gaande de uitwisseling of je ander wel juist hebt verstaan.

Enkele jaren geleden wisselde ik samen met een vriendin uit. Op enig moment moesten we allebei heel hard lachen en vroeg zij: waar lach jij nu om? Wat bleek: we lachten allebei om iets totaal anders, terwijl we beiden dachten dat we om hetzelfde lachten. Allebei lachten we vanuit een eigen projectie. Heel vermakelijk.
We denken de ander te verstaan, maar heel vaak horen en zien we alleen dat wat in ons leeft: onze overtuigingen, aannames, onze inkleuringen dus.

Tot slot:
Onderzoek eens wie de ander is voorbij jouw gedachten en evaluaties over de ander.
Wie is de ander werkelijk, voorbij jouw beeld en interpretaties over de ander?

Mensen zijn niet wat wij over hen denken…
Nogmaals: mensen zijn niet wat wij over hen denken...

Kijk eens naar de mensen waar je dagelijks mee leeft en optrekt: wat is de box waar je hen in hebt gestopt (zo zijn zij/aannames/oordelen) waar je aan hecht?

Zelfs de mensen die we het beste kennen, zijn eigenlijk diep mysterieus.



www.bewustzijnscoaching
LinkedIn: Caroline Ootes
Facebook: Caroline Ootes, Ontwaken, Bewustzijnscoaching

 

Moed betekent angst voelen en toch je hart volgen.



Moed betekent angst voelen en toch je hart volgen.

We zijn op vakantie. Kennissen uit de omgeving komen langs, op visite.

De man en de vrouw delen de wetenswaardigheden van het afgelopen jaar. We luisteren naar de nieuwtjes en vragen hier en daar door. Leuk om te horen welke concrete veranderingen er in hun leven hebben plaats gevonden (verbouwing/andere baan).

Het tempo van het gesprek ligt ‘hoog’. Het ene verhaal na het andere wordt gedeeld. Na enige tijd valt mij op dat er niet een wederkerige uitwisseling ontstaat. Zij delen, wij (mijn partner en ik) luisteren. Wat maakt dat deze uitwisseling zo verloopt?

Wat ik bemerk, is er dat er weinig ruimte is in het gesprek, ruimte in de zin van openheid, ruimte in de zin van vertraging, ruimte in de zin van pauzes gedurende het delen, ruimte in de zin van: stilte.

De stilte, de openheid, de vertraging van waaruit verdieping, een werkelijk ontmoeten en humor kan ontstaan...

Op enig moment wordt er een wedervraag gesteld: welke nieuwtjes hebben jullie?
Ik voel geen enkele impuls om wat te delen. Er komt niets op. Ik heb geen nieuwtjes te delen. Wel een proces doorlopen naar aanleiding van het overlijden van onze dochter, waar zij van op de hoogte zijn.

De energie in het gezelschap ligt ‘hoog’ of is ‘gehaast’, ‘snel’. Ik merk dat ik wat tijd nodig heb om te zakken, om in te dalen, om te voelen wat er van binnenuit gedeeld wil worden, maar die tijd ontbreekt. En ik spreek me daarover niet uit. Mijn partner doet een poging door een nieuwtje te delen. Het nieuwtje wordt op een bepaalde wijze opgepakt en vertaald door de ander. Er komt geen uitwisseling op gang en al snel draaien de rollen weer om. Hier en daar plaats ik nog een opmerking, maar er komt geen werkelijke ontmoeting op gang.

Ik bekijk onze interactie. Ja, zo gaat het…, dit is het hoofdmenu, niet het voorgerecht, maar het hoofdmenu: de wetenswaardigheden. Geen stilte, pauze, vertraging van waaruit verdieping en humor kan ontstaan, maar in een hoog tempo zenden.
Hij mist contact, hij mist de uitwisseling van emoties, geeft de bezoeker aan. Dat begrijp ik, als ik zo het gesprek waarneem. Hij voelt zich alleen, eenzaam, kent weinig mensen. Dat begrijp ik, als ik zo het gesprek beluister.

Na 1,5 uur breekt het moment aan om afscheid te nemen. De man geeft aan dat we altijd langs kunnen komen als er iets is, dat zij graag met ons willen wandelen en vervolgens nodigt hij ons uit om over 6 dagen te komen barbecueën.

En dan komt het erop aan: Wat zeg ik? Wat is mijn waarheid? Wat voel ik? Wil ik wel nader contact? Wil ik wel barbecueën met hen? En durf ik me uit te spreken ook als de ander dat mogelijk als een afwijzing of teleurstelling ervaart?

Eén ding is op voorhand voor mij duidelijk: ik wil niet barbecueën. Ik voel er niets voor om een aantal uren van mijn tijd door te brengen met mensen, die zich bewegen op het level van nieuwtjes. Niet dat er iets mis is met hen (het zijn sympathieke mensen) of met het uitwisselen van nieuwtjes, maar dat kan ook door even een praatje te maken, zo nu en dan.

Oké, de uitnodiging. Wat is mijn antwoord?
Ik zeg: ik weet het nog niet. Waarop de ander reageert: hoezo weet je het nu nog niet?
Ik zeg: Ik wil eerst met mijn partner overleggen, ik laat het je nog weten.
Hoezo is daar overleg voor nodig? Je weet nu toch wel of je over 6 dagen wilt barbecueën? (En dat klopt, ik weet mijn antwoord, maar ik ben niet alleen, er is ook een partner, en ik vind het niet makkelijk om ‘nee’ te zeggen).

En vervolgens kijkt hij vragend naar mijn partner: wat vind jij ervan? En ik zeg nogmaals dat ik met mijn partner wil overleggen: ik laat het je over enkele dagen weten. Mijn partner knikt instemmend naar mij en het gezelschap. Ik zie en voel dat de bezoeker geïrriteerd is en zich afgewezen voelt.

Ik pak de draad weer op en zeg: ik weet niet of ik het nu wel wil…, misschien voelt het gewoon te snel…, voelt het meer kloppend als we over een maand afspreken om te barbecueën. En ik wil ook gewoon even afstemmen met mijn partner. Waarop hij verbolgen reageert: Over een maand? zegt hij (dan pas…), nou, dan weet ik niet of ik er wel ben, misschien ben ik dan wel op vakantie. Waarop ik zeg: Oké, dat zij dan zo. Dat antwoord vindt hij niet leuk. En ik voeg eraan toe: Als het antwoord ‘nee’ is, als we jullie uitnodiging afslaan, betrek het dan niet op jezelf. Het gaat niet over jullie, ik mag jullie, maar de vraag is of ik op deze wijze wil afspreken met jullie. Nou, reageert hij echt geïrriteerd: ik wil het wel een paar dagen van tevoren weten om de inkopen te doen.
Ik zal het je tijdig laten weten, zeg ik.

Voel je het gesprek aan? Voel je hoe moeilijk het is om jezelf trouw te blijven als je een sterk appèl voelt van de andere kant tot contact? Als je weet dat de ander zich eenzaam voelt, ook al ben ik niet verantwoordelijk voor de eenzaamheid van de ander… Voel je wat voor enorme uitdaging er in zit om je uit te spreken, om je waarheid te leven?

Zo nu en dan een praatje of een kopje koffie/thee, meer zit er niet in. Dat is het antwoord van binnenuit, oftewel ‘mijn’ waarheid. Ga er maar eens aan staan om deze boodschap in alle openheid en eerlijkheid te geven. Ik wijs hen niet af, maar zo interpreteren zij dat wel, zij betrekken het op zichzelf, maar daar gaat het niet over, het gaat niet over hen, maar over mij: wat klopt voor mij?
Ook al klopt dat niet voor de ander…

Ja, maar je kunt toch niet altijd uitgaan van jezelf? Dat is toch egoïstisch?
Is dat zo? Is het egoïstisch om jezelf trouw te zijn? Of is het egoïstisch van de ander om er bij voorbaat vanuit te gaan dat je aan de verwachting (de uitnodiging) van de ander tegemoet komt? Het is toch een uitnodiging? Oftewel: een vraag? En op een vraag zijn toch meerdere antwoorden mogelijk: ja, nee, misschien. Mag ik ‘nee’ zeggen? Of dien ik eigenlijk ‘ja’ te zeggen, omdat de ander zich anders afgewezen voelt of teleurgesteld, alsof ik verantwoordelijk ben voor de reactie van de ander?

Ben ik verantwoordelijk voor de pijn die de ander in zich draagt, de pijn die geraakt wordt op het moment dat ik ‘nee’ zeg, de pijn die ooit is ontstaan in zijn of haar geschiedenis? Dien ik dan het leven te leiden wat anderen van mij verwachten, omdat zij zich anders afgewezen of teleurgesteld voelen?

Ben ik op het punt aangeland dat ik een afwijzing van de ander in ontvangst kan nemen wetende dat deze afwijzing niets over mij zegt, maar alles over de ander: hij of zij raakt getriggerd door een ‘nee’, hij of zij heeft een verwachting waar ik niet aan tegemoet kan komen, hij of zij laat de ander (mij) niet vrij, er is geen ruimte bij de ander om elk antwoord in ontvangst te nemen, het antwoord moet eigenlijk ‘ja’ zijn. Is dit liefde?

Hoe groot is het hart van de ander als er impliciete eisen worden gesteld? Als je eigenlijk geen ‘nee’ mag zeggen. Is het egoïstisch om naar jezelf te luisteren? Om na te gaan wat klopt voor jou? Ook als dat niet klopt voor de ander… Moet ik dan mijn leven zo  leven dat ik aan alle verwachtingen en verlangens van anderen voldoe? Dus dat ik het leven van anderen leid in plaats van het leven zoals het van binnenuit klopt?

Van waaruit bewegen we mee met al die verwachtingen die anderen over ons hebben? Schuldgevoel? Dan ben ik geen goeie …: vader, moeder, dochter, zoon, buurvrouw/man, partner, werknemer, werkgever?

Bewegen we mee met de verwachtingen om mogelijke oordelen van anderen te voorkomen? Oordelen die nog in onszelf leven, want anders zouden de oordelen van anderen ons überhaupt niet raken. Oordelen die voort komen uit overtuigingen, die we van jongs af aan hebben mee gekregen: als je aan jezelf denkt ben je een egoïst, dan heb je niets voor de ander over. Is dat zo? Heb je niets voor de ander over als je uitgaat van datgene wat klopt voor jou?

In hoeverre ben je echt aanwezig, in verbinding, in contact, als je ‘ja’ zegt, terwijl het van binnen een ‘nee’ is? In hoeverre is dat liefdevol naar de ander toe? Maar bovenal naar jezelf? Waarom voelen zoveel mensen zich moe en uitgeput? Zou dat onder andere te maken kunnen hebben met het gegeven dat we niet luisteren naar dat wat de innerlijke stem aangeeft, omdat we geleefd worden door allerlei overtuigingen, die aan ons door opvoeders en maatschappij met de paplepel zijn mee gegeven?

Oké, terug naar de situatie. De uitnodiging voor de barbecue. Ik overleg met mijn partner en vraag hem hoe hij erin zit. Hij geeft aan dat hij niet van barbecueën houdt. Zo nu en dan een kopje koffie/thee drinken en hij wil ook wel een enkele keer met de mannelijke bezoeker wandelen (of het er daadwerkelijk van komt, weet hij niet), maar hij zit niet te wachten op een barbecue.

Dit is het antwoord wat ik de bezoekers stuurde:

Ha lieve mensen,
Barbecue: nee. We vinden het leuk om jullie zondag even te bezoeken, de  verbouwing te zien en een praatje te maken, als het voor jullie ook oké is.

Ik kreeg het volgende antwoord terug: Hi, Oke op zondag.

Tja, zo gaat het dan…, dikke kans dat hij zondag vraagt waarom we niet willen barbecueën. En wederom een uitdaging: wat zeg ik dan? En mijn antwoord is anders dan het antwoord van mijn partner. Durf ik open en eerlijk aan te geven hoe voor mij de vork in de steel zit: zo nu en dan een praatje, dat is het, het heeft niets met jullie persoonlijk te maken, dit is gewoon het antwoord wat ik van binnenuit voel.

Ben benieuwd wat zich zondag ontvouwd.

PS betekent dit dat mijn partner voor hetzelfde dient te kiezen? Nee. Als hij wil gaan wandelen, eten, kletsen of anderszins…, ga je gang…, je bent een vrij mens…, net als ik.

De vrijheid die in mij rijzende is, gun ik ieder ander.

www.bewustzijnscoaching.com
Facebook: Caroline Ootes, Ontwaken, Bewustzijnscoaching
LinkedIn: Caroline Ootes

Documentaire: A family affair. Met welke ogen kijk jij?

mariannefa-still-a16

Een foto van Marianne Hertz, de vrouw waar het in de documentaire om draait.

Mijn vriendin en ik kijken naar een documentaire genaamd: A family affair.

Een aanrader. Echt kijken…

Hieronder: een samenvatting van de documentaire en een uitnodiging tot reflectie;  een stukje dialoog uit de documentaire met enige reflectie van mijn kant en de link naar de documentaire.

Samenvatting:
Een family affair is een familieverhaal van de filmmaker Tom Fassaert, die op zijn dertigste verjaardag een uitnodiging ontvangt van zijn 95 jarige oma (Marianne Hertz) om haar te bezoeken in Zuid Afrika. Tom leeft in Nederland. Marianne heeft lang geleden gebroken met haar zoons, ze vertrok destijds naar Zuid-Afrika, de moederrol niet langer op zich nemend. Voor haar dood wil ze nog één keer terug naar Nederland om afscheid te nemen van haar familie. Kleinzoon Tom gaat in op haar uitnodiging. Hij heeft oma nooit ontmoet en kent haar alleen van de overwegend negatieve verhalen, die verteld zijn door zijn vader.
Marianne Hertz, de oma van Tom, werd in de jaren 50 in Zuid-Afrika een bekend model en opende enkele modezaken. De twee zonen, de vader van Tom die later psycholoog werd en zijn oom, die na het vertrek van zijn moeder enige tijd in een psychiatrische inrichting opgenomen werd, hielden hun leven lang last van het vertrek van hun moeder. Tom Fassaert (kleinzoon) besluit om op de uitnodiging van zijn oma in te gaan en neemt zijn camera mee.

Een uitnodiging tot reflectie tijdens het bekijken van de documentaire:
Terwijl je kijkt naar de documentaire, registreer wat er zoal door je heen gaat: wat merk je op? wat zie je? met welke ogen kijk je? welke oordelen komen langs? welke interpretaties komen voorbij? wat vind je ervan?

Kijk je vanuit een bril?
Kijk je door een bril van meningen en overtuigingen (ego)?
Met de blik van de criticus, die overal wat van vindt?
Beoordeel je de keuzes die gemaakt worden als goed of fout?
Zit er iets tussen jou en dat wat wordt getoond in de documentaire?
Tussen jou en de realiteit van deze familiegeschiedenis?

Of kijk je naar de realiteit zoals deze wordt getoond in de documentaire, zonder er iets van te vinden? Ben je ontvankelijk, open en in resonantie met wat zich afspeelt binnen deze familie? Kijk je vanuit het hart: zonder oordeel, vol compassie voor ieders beleving en voor de keuzes, die zijn gemaakt.

En wat als je opmerkt dat je kijkt vanuit oordelen en meningen?
Wat als je kijkt vanuit de mind, de criticus?
Wat als je ziet dat je bril behoorlijk beslagen is en je ontdekt dat je er van alles van vindt…, waardoor je de ander niet open kan zien, aanvoelen en horen…, omdat jouw ‘waarheid’ ertussen zit?

Wat als je oordeelloos, vanuit het hart zou willen kijken, maar je opmerkt dat dit niet het geval is?

Het enige wat je te doen staat is: Gewaarzijn. Zie wat er allemaal wordt getriggerd in jou, wat er wordt aangeraakt in jou, doe een stap achteruit (Gewaarzijn), zie de oordelen en meningen, dat is alles. En hecht geen waarde aan wat jij denkt dat de waarheid is, identificeer je niet met alle verhalen en analyses, die je mind erop los laat.
Geloof niet wat de mind je voorspiegelt aan opvattingen en overtuigingen, die allemaal voort komen uit conditionering en maatschappelijke coderingen (je hoort je kinderen niet achter te laten).

En veroordeel jezelf niet als er allerlei oordelen voorbij komen (ik mag geen oordelen hebben), want dan ben je wederom een gevangene van de criticus, de mind.

De oordelen hoeven niet weg, ze hoeven niet uitgewerkt of opgelost te worden…, dan ben je een leven lang bezig…, met de mind…, die steeds wel weer wat anders verzint waar aandacht aan geschonken dient te worden…, het volgende issue wat opgelost dient te worden (ps: overigens is er niets mis met de mind wanneer het betrekking heeft op praktische zaken of intelligentie, die nodig is voor wetenschappelijke doeleinden, het bouwen van bruggen e.d., over dat deel van de mind heb ik het niet).

Richt je aandacht op Gewaarzijn: wie of wat in ons neemt die oordelen waar? Richt daar je aandacht op. Niet op de oordelen zelf, maar op DAT wat de oordelen waarneemt. DAT is neutraal, DAT is compassie, DAT is: kijken vanuit het hart, bewustzijn.

Een fragment uit een dialoog tussen oma en kleinzoon met reflectie:
Een vrouw van 95 jaar, genaamd Marianne, die de rol van oma toebedeeld heeft gekregen, zegt tegen haar kleinzoon Tom:
‘Hoe zie jij mij eigenlijk? Ergens hebben wij dezelfde golflengte al is de leeftijd enorm verschillend. Jij bent 30 en ik ben drie keer zo oud, maar eigenlijk speelt die leeftijd geen grote rol. Dat is het vreemde. Ik hou van jou…, te veel. Ik mag het niet, het is verkeerd, maar het is een feit. Je ziet, ik ga me helemaal open maken voor jou en dat gebeurt niet veel. Ik kan het niet, maar bij jou kan ik het wel. Vreemd, ik had nooit verwacht dat ik zo verliefd zou zijn op jou. Het is achterlijk. Wat denk jij daar nou van?
Tom, de kleinzoon, geeft aan dat hij niet zo goed weet wat hij moet zeggen, dat hij haar als oma ziet en de familiegeschiedenis wil filmen.
Waarop Marianne zegt: ‘Luister, Tom, ik geloof het niet dat jij mij alleen maar als oma ziet…, ik geloof het niet. Ergens denk jij misschien ook was zij maar 25 of 26 jaar oud… Dan was het een passionate love affair, fantastic…, fantastic…, fantastic…
Tom: het gaat er bij u niet in dat ik u alleen maar als oma zie…
Nee, zegt Marianne, er is meer, er is meer… Tom blijft aangeven dat hij Marianne als zijn oma beschouwd ook al weet hij niet wat een oma is, omdat zij een groot deel van zijn leven uit beeld is geweest. Waarop Marianne zegt: ‘Ach jij met je oma, hou je mond over oma.’  Tom: ‘Waarom wilt u niet mijn oma zijn?’
Marianne: ‘Dat vind ik te officieel, te onromantisch, te werkelijk, te werkelijk.’

Reflectie: Als ik naar deze documentaire, deze vrouw kijk, luister en voel, dan smelt ik…, in tegenstelling tot meerdere recensies, die over de documentaire en over haar zijn geschreven.

Wat ik zie, hoor en voel is: Liefde.

Liefde voor Marianne die geen ‘oma’ wil zijn, geen rol wil spelen, maar een mens wil zijn. Liefde voor een vrouw, die met krulspelden op in de camera verschijnt.
Liefde voor een vrouw, die zich zonder enige gene, uitgebreid opmaakt voor de camara, terwijl zij aangeeft dat uiterlijk niet belangrijk is.
Liefde voor een vrouw die op 95-jarige leeftijd iedere dag haar gymnastiek oefeningen doet. Liefde voor een vrouw, die duidelijk haar grenzen aangeeft (daar wil ik niet over praten, dat is een ander onderwerp). Liefde voor een vrouw, die zich geleidelijk aan opent naar Tom (kleinzoon).

Eindelijk is er iemand binnen de familie/in haar leven, die werkelijk geïnteresseerd is in haar, in haar verhaal, haar geschiedenis, haar motieven. Haar kleinzoon, die ze niet als kleinzoon wil zien, maar als mens…, luistert naar haar, ziet haar, stelt zich open voor haar. En ook al is er zo nu en dan wrijving tussen hen: zij ontmoeten elkaar van hart tot hart, voorbij alle woorden. Marianne vertaalt dit als ‘verliefd’ zijn, als ‘ergens hebben wij dezelfde golflengte’, als ‘er is meer tussen ons, er is meer’, maar wat er eigenlijk plaats vindt, is dat haar hart open gaat, geleidelijk aan opent zij zich en toont zij haar liefde aan Tom.

Aan het einde van de documentaire, in de laatste fase van haar leven, wanneer ze in het ziekenhuis ligt, schuift Tom aan het bed, hij houdt haar hand vast en zegt: ‘Marianne (dus niet ‘oma’, hij benadert haar als mens), ik ben er, ik ben er. Ze glimlacht gelukzalig en aait wat over zijn hand. Tom vraagt hoe het met haar gaat. Waarop ze zegt: Met mij? Fantastisch… En wederom verschijnt er een gelukzalige glimlach op haar gezicht. Niet veel later overlijdt ze.

Tja, dat is pure liefde… Dat is wat ik zie, voel en hoor. Wat zie, voel en hoor jij?

Hieronder een alinea uit een recensie geschreven door de Volkskrant:
met welke ogen is dit geschreven?
‘Met die onthutsende ontboezeming, vastgelegd door de camera, komt Fassaert nog het dichtst bij de kern van Marianne’s persoonlijkheid. Ze is een onstuitbare flirt, een narcist die nooit moedergevoelens gekend lijkt te hebben en ook geen oma wenst te zijn. Wanneer ze later geëmotioneerd over haar eigen moeilijke jeugd vertelt, is het moeilijk haar te geloven; wie weet dikt ze haar verhaal wel aan om indruk te maken, zoals haar hele optreden erop gericht is anderen voor zich te winnen.’

Tot slot een citaat van Marianne en een citaat van Tom:
Marianne: ‘Wanneer is iets waar? Waarheid is persoonlijk. Er bestaat geen echte waarheid. Waarheid: forget it…, die vindt je nooit!’

Citaat van Tom: ‘Ik was gefascineerd door het feit dat mijn vader telkens opnieuw een band met haar probeerde op te bouwen. Hoe bij zeventigjarigen, zoals mijn vader en zijn broer, het verlangen naar een moeder, dat is ontstaan in hun kindertijd, een rol blijft spelen.’

Ja, waarheid bestaat niet…, niet op het relatieve vlak.
Iedereen heeft zo zijn/haar eigen kijk en beleving en houdt vast aan herinneringen, aan een verhaal uit het verleden waardoor we de ander niet open tegemoet kunnen treden, omdat al onze projecties, alle oordelen die we op de ander plakken, gebaseerd op pijnlijke herinneringen, ertussen zitten.

Zo gaat dat…, zolang je niet ontwaakt bent. Iedereen leeft in haar/zijn virtuele werkelijkheid, wat leidt tot conflicten en lijden als je meent dat jouw kijk, jouw verhaal de juiste is: wat ik zie is waar, wat de ander ziet is niet waar, ik heb gelijk, jij ziet het verkeerd.

Ja, Marianne heeft dit goed begrepen: waarheid op het relatieve vlak bestaat niet. Maar wat gaat voorbij ieders beleving, ieders waarheid, voorbij alle inkleuringen, voorbij alle oordelen (positief of negatief) en (belastende) herinneringen?

Richt daar je aandacht op, wie of wat neemt die persoonlijke waarheid waar?

Bewustzijn… en als je thuis bent in gewaarzijn, dan ontvouwt zich de realiteit zoals die is, dan kan je de ander horen, voelen en zien zoals die is, dan zit er niets meer tussen jou en de realiteit, dan ontvouwt zich werkelijke liefde.

De link naar de documantaire ‘A family Affair’:
https://www.npostart.nl/2doc/16-11-2016/KN_1686075

 

www.bewustzijnscoaching.com
www.thehealingcircle.one
LinkedIn: Caroline Ootes
Facebookpagina: Caroline Ootes, Ontwaken, Bewustzijnscoaching

Karma: Het zal wel mijn schuld zijn, ik heb het er zelf naar gemaakt.



Er komt een cliënt in de praktijk. Op enig moment geeft ze aan dat ze gelooft dat de loop van haar leven, die bepaald niet makkelijk is geweest (en nog de nodige uitdagingen met zich mee brengt), wordt bepaald door karma.
Karma wordt ook wel de wet van oorzaak en gevolg genoemd. Dit betekent dat alles wat we doen (actie) een oorzaak vormt, die op een zeker tijdstip een gevolg heeft. Dat latere tijdstip kan betrekking hebben op dit leven of een volgend (ander) leven.

Ik vraag aan de cliënt wat het voor haar betekent dat ze in reïncarnatie & karma gelooft. Ze zegt: 'Het zal wel mijn eigen schuld zijn geweest dat mijn leven zo is gelopen, ik heb het er zelf naar gemaakt.'

Is dat zo? vraag ik. Heb jij het er zelf naar gemaakt? Eigen schuld, dikke bult?
Weet jij wat al je handelingen zijn geweest uit een ander leven waardoor je huidige leven zo loopt zoals het is? Nee, zegt ze.
Heb jij het leven in de hand? Het nest waarin je geboren werd? De omstandigheden zoals die eruit zien? Heb jij je ouders uit gekozen? Was jij daarbij? Dat weet ik niet, zegt ze.

En welke stem hoor jij als je zegt:  'Het zal wel mijn schuld zijn?'
Is dat de stem van het hart, de stem van compassie en mededogen?
Of de stem van je ouders, de stem van het verleden, de stem die verbonden is aan pijnlijke herinneringen, de stem van de mind, die steeds hetzelfde scenario blijft herhalen: het is jouw schuld dat je leven zo loopt...
Is dat waar?

En zijn deze overtuigingen behulpzaam? Nee, helemaal niet, zegt de cliënt.

Zolang we nog geprogrammeerde c.q. geconditioneerde wezens zijn, kan er dan wel sprake zijn van keuzevrijheid? De vrijheid om anders te handelen dan de scenario's, die in ons programma staan geschreven?

Wat heeft het dan voor zin om op deze wijze (schuld en boete) naar jezelf en het bestaan te kijken?

Zie je dat de mind alles aangrijpt, zelfs het concept van karma en reïncarnatie om jou gevangen te houden in schuld, in veroordeling van jezelf?

Ja, zegt de cliënt, dat realiseerde ik me later ook..., dat ik hier niks mee kan..., waar ik wel wat mee kan, is hoe ik ermee om ga. Precies, zeg ik, verantwoordelijkheid nemen voor
datgene wat er op je pad komt, wakker worden uit de geconditioneerde staat van zijn, wakker worden uit al die aangeleerde reactiepatronen en overtuigingen.
En dat heeft niets met schuld of straf te maken.

En uiteindelijk weten we niet hoe de vork in de steel zit..., of reïncarnatie waar of onwaar is. En doet dat er wel toe? Je leven speelt zich hier en nu af, richt daar je aandacht op.
Mediteer en gebruik zelfonderzoek om te ontsnappen uit de greep van de mind, die jou terroriseert met gedachten en emoties als schuld, angst, niet goed genoeg zijn, karma etc.

En: Het leven blijft een mysterie. Gelukkig maar…, we kunnen erover filosoferen, maar het uiteindelijke antwoord weten we niet. En dat is maar goed ook.

Dat gezegd hebbende voel ik zelf affiniteit met het concept ‘reïncarnatie’. Oftewel: het Bewustzijn (niet een 'ikje') kiest de omstandigheden (leven na leven), om thuis te komen bij het Zelf (wat we al zijn, maar ons niet meer herinneren) van waaruit we loskomen van het wiel van wedergeboorte.

Een tijd geleden las ik een boek van Osho (Totdat je sterft) waarin hij o.a. een verfrissende kijk geeft op de basisconcepten van religies zoals het Hindoeïsme (reïncarnatie/karma), Soefisme en het Christendom. Het fascineerde me. Ik wil dan ook graag met de lezer delen wat Osho daarover in zijn boek weer geeft.

Hieronder een verkorte weergave van enkele bladzijden uit het boek (pagina 144 en verder). De cursivering van bepaalde uitspraken van Osho komt van mij, evenals enkele woorden die tussen haakjes staan geschreven.
Met 'onecht' wordt bedoeld: de geconditioneerde, mechanische structuur (ego/mind).

Oké, daar gaan we dan:
‘De waarheid kan jou niet rechtstreeks gezegd worden. Er moet iets gedaan worden, zodat je geleidelijk je weg naar de waarheid vervolgt. (…) De kennis moet geleidelijk in jou groeien door middel van bepaalde omstandigheden. En natuurlijk zullen alleen onechte omstandigheden helpen, omdat jij onecht bent. (…)
Om een voorbeeld te geven: stel dat je in een gesloten huis woont, een huis waar je nooit uit bent geweest. Je hebt de zon nooit gezien, je hebt de vogels nooit gehoord, je hebt de wind nooit door de bomen voelen gaan. Je bent nooit buiten geweest, je hebt nooit bloemen gezien of de regen. Je hebt in een dicht huis gewoond, volkomen afgesloten, zelfs geen raam. Dan kom ik naar je toe en ik wil graag dat je buiten komt en zingt met de vogels en danst met de wind en bent als de bloemen die zich openen (…) voor het oneindige. Maar hoe kan ik jou iets vertellen over de wereld buiten?
Er is geen taal voor. Als ik over bloemen praat, zul je het niet begrijpen.
‘Bloemen?’ zul je vragen, ‘wat bedoel je met bloemen? Bewijs eerst maar eens dat ze bestaan.’ (…) En met welk bewijs ik ook aankom, jij kunt het weerleggen, je kunt met tegenargumenten komen. (…) ‘Je droomt’, zul je zeggen. ‘Het is je verbeelding’, zul je zeggen, ‘er bestaat geen buitenwereld’. Dit is de enige wereld; er is geen andere wereld. Waar praat je over?’ (…)

De moeilijkheid is: in welke taal moet ik tot jou spreken, van welke gelijkenissen, van welke symbolen moet ik gebruik maken? Wat er ook gezegd wordt, het zal misverstanden oproepen -  omdat je iets alleen kunt begrijpen wanneer je het ervaren hebt. (…) Ik zal de een of andere methode moeten toepassen. Die methode is waar noch onwaar. (…)
Ik kan bijvoorbeeld een koortssituatie scheppen: ‘Het huis stort in. Kom er zo snel mogelijk uit! (…) Dat deed Jezus. Hij zei: ‘De hele wereld zal in elkaar storten. (…)
Het einde is nabij – De dag des Oordeels.’ Tot nu toe is het niet gebeurd.
En Jezus zei tegen zijn discipelen: ‘Voor jullie sterven zal de dag des oordeels komen. Zorg dat je een transformatie ondergaat, verander jezelf, bekeer je! Kom tot inkeer! Want de tijd gaat snel voorbij en het huis stort in.’ (…)
Wat zegt hij eigenlijk?
Jullie kunnen de taal van de vrijheid niet verstaan, maar wel de taal van de angst. Daarom zegt hij dat de dag des oordeels nabij is.
Jezus zegt: ‘Er is maar één leven. Eenmaal verloren, altijd verloren.’
Daarom maakte Jezus nooit gebruik van het Indiase hulpmiddel reïncarnatie. (…)
Jezus zegt: ‘Dit is het enige leven’, om een koorts in je op te wekken van angst.
Want als hij zegt dat er vele levens zijn, kun je ontspannen; dan kun je zeggen: ‘Er is geen haast. Dit huis zal tijdens mijn leven niet in elkaar storten en er zijn meer levens, dus waarom zou ik me nu haasten?’ (…) Zo kan je blijven uitstellen. Jezus verwierp uitstellen. Hij zei: ‘Er is maar één leven, dit is het enige leven.’ (…) En spoedig zal in dit leven, voor je dood, de dag des oordeels aanbreken. Dan zullen je zonden beoordeeld worden en zul je gestraft worden’.
Wat zegt hij eigenlijk? (…)
Hij probeert je uit je huis te halen. (…) Zodra je Jezus volgt, zodra je het huis uit bent, weet je dat het een list was, dat je naar buiten gelokt bent. Maar dan ben je niet boos: je voelt je dankbaar, omdat het de enige manier was. En je was zo onecht dat zelfs een Jezus van een leugen gebruik moest maken om je eruit te halen. Maar zodra je eruit bent, vergeet je alles over de dag des oordeels en god en zijn koninkrijk; dan vergeet je alles over dood en angst. Zodra je buiten bent, in de open lucht, in wind en zonneschijn, dan vier je dat, dan geniet je, dan ben je Jezus voor eeuwig en altijd dankbaar, omdat hij zo’n mededogen toonde dat hij zelfs loog om je maar naar buiten te kunnen brengen.

In India hebben we van een andere methode gebruik gemaakt en daar zijn verschillende redenen voor. India is bijzonder oud. (…) Het Westen is jong. Wanneer je met een oude man praat, praat je op een andere manier dan wanneer je met een jonge man praat – omdat hun houding volkomen anders is. Een jonge man kijkt altijd naar de toekomst.
Een oude man kijkt altijd naar het verleden, omdat er voor een oude man geen toekomst is. (…) De Oosterse  geest wil zowel van het leven als van de dood verlost worden. Het Oosten is verveeld, zoals iedere oude man. (…) Het Oosten heeft genoeg van het leven.
Je kunt niet méér leven beloven. Dat is geen belofte, integendeel, dat lijkt een straf. Daarom hebben we in het Oosten van een volstrekt andere methode gebruik gemaakt en die methode is: het rad van leven en dood. Wij zeggen dat je miljoenen keren geboren bent (…) En iedereen blijft hetzelfde patroon herhalen – kindertijd en de fantasieën van de kindertijd; jeugd en de dwaasheden van de jeugd; ouderdom en de verveling en dan de dood. En het rad blijft maar in beweging. (…)
Wat is de boodschap achter de reïncarnatietheorie?
De boodschap is: genoeg is genoeg! Reken er nu eens voor altijd mee af! Kom er nu uit! Als je erin blijft zal het rad steeds doordraaien. (…) Dat is een taal die een verveeld mens kan begrijpen. Maar zowel de ene als de andere theorie zijn methoden. Vraag me niet of ze waar zijn. Ze zijn noch waar noch onwaar. Zodra je uit het huis bent, zul je weten of het waar is; als je binnen blijft, zul je de waarheid nooit weten.
 Alles wat je op weg helpt naar de open lucht, naar vrijheid, naar openheid, is waar. Als een religie niet meer helpen kan, is ze onwaar.
Het idee van Jezus zal het Westen nu niet veel helpen. Daarom keert de Westerse geest zich naar het Oosten. Nu zal de filosofie van de verveling beter voldoen omdat jullie nu ook oud zijn. Het christendom spreekt minder aan. Hindoeïsme, Boeddhisme zijn aantrekkelijker. Jullie zijn oud geworden! (…) Reïncarnatie spreekt meer aan dan één leven. De Dag des Oordeels lijkt kinderachtig en één leven lijkt niet voldoende.
Hoe kun je een mens beoordelen door hem maar één kans te geven? Er zullen op zijn minst meer gelegenheden nodig zijn om een oordeel te kunnen vellen, omdat hij alleen door vallen en opstaan leren kan. Door hem maar één kans te geven, geef je hem eigenlijk geen kans. Als hij zich vergist, vergist hij zich. Dan is er geen tijd om de fout te herstellen. (…)

Het zijn hulpmiddelen. ‘Een hulpmiddel’ is iets dat waar noch onwaar is.
Het kan helpen. Als het helpt is het waar. Als het een belemmering vormt, dan is het onwaar. (…)

En wanneer je er werkelijk uit bent, dan is er geen behoefte meer aan enige methode. Alle methoden dienen alleen maar om je uit je geslotenheid te halen, uit je graf, uit je ongevoeligheid, uit je onbewustheid. (…)

Soefi’s zeggen dat alles in het leven zo met elkaar samenhangt, dat de karmatheorie niet juist kan zijn. En ze hebben gelijk, want ook hun methode is waar. Als alles in het leven zo met elkaar samenhangt hoe kan de karmatheorie dan zin hebben?
Volgens de karmatheorie ben je verbonden met je vorige leven, alleen met je vorige leven; je bent een gevolg van je eigen karma’s en je oogst de resultaten van je eigen karma’s. Maar Soefi’s zeggen dat er een onderlinge samenhang is tussen alles wat leeft: het karma van ieder ander is mijn karma en mijn karma is het karma van ieder ander. Het is een netwerk van onderlinge verwantschap. (…) Je gooit een steentje in het meer en het hele meer komt in beroering. Iedereen is als een steentje in het meer. Wat je ook doet, je brengt golven, vibraties teweeg. (…) Het geheel is heel dankzij allen. Soefi’s zeggen dat de karmatheorie in de grond getuigt van een egoïstische instelling. En ze hebben gelijk! Volgens die theorie (karmatheorie) ben jedus wat je zaait zul je oogsten. Dat versterkt jou, het ego.
Soefi’s maken van een ander patroon gebruik om je eruit te halen. Jij bent er niet meer. Het geheel is. Je bent slechts een golfje.
Wat heeft het voor zin om te denken dat je bent?
Soefi’s zeggen, als je de onderlinge samenhang van alles begrijpt, laat je het begrip van het ego eenvoudig vallen, dan ben je geen ik meer. (…) Het is een methode.

Hindoes hebben hun eigen methode (karmatheorie). Zij zeggen: ‘Zo je zaait, zul je oogsten.’ Ze bedoelen: als je er beroerd aan toe bent, ben jij daar zelf de oorzaak van. Als je in angst verkeert heb je ergens in een of ander leven het gif gezaaid en oogst je nu het resultaat. Waarom leggen ze hier zo de nadruk op?
Om twee redenen: Ten eerste. Als je voelt dat jij verantwoordelijk bent, dan kun je je ellende en angst laten varen; er is geen andere manier. Als je denkt dat iemand anders net zo verantwoordelijk is als jij, dan blijf je zoals je bent. Wat kun je er dan aan doen? Jij alleen kunt er niets aan veranderen. Zo wordt het onmogelijk om je ellende en je angst los te laten.
Ten tweede en van grotere betekenis: de Hindoemethode leert dat het hele verschijnsel van het verleden – wat je ook gedaan hebt, wat je ook gedacht hebt – nu op dit moment in jou aanwezig is. De mensen denken dat het verleden niet ongedaan gemaakt kan worden. Hindoes zeggen dat het ongedaan gemaakt kan worden, omdat het verleden deel uitmaakt van het heden. Je draagt het bij je. Je kunt niet alleen het heden en de toekomst veranderen, je kunt ook het verleden veranderen, je kunt het laten vallen.
En, zeggen ze, vrijheid is mogelijk, omdat jij de enige bent die verantwoordelijk is voor jouw leven. (...)

Hindoes menen dat jij verantwoordelijk bent voor je karma’s. Dat is goed. Als jij verantwoordelijk bent, dan kun je veranderen, dan is transformatie mogelijk.
Jij bent de enige die erbij betrokken is. Je kunt je karma loslaten of je kunt het met je meedragen, wat je maar wilt? En wie wil graag angst, ellende, hel met zich meedragen?
Je zult het allemaal laten vallen.'
Einde weergave van Osho.

Hoe ik er naar kijk?
Het was Karl Marx die heeft gezegd dat godsdienst opium is voor het volk, het houdt mensen in slaap. En zo is het... Mensen zijn verworden tot slaaf van een doctrine (geloofsovertuiging) die hen vertelt wat goed en fout is en hoe zij zich dienen te gedragen.
Elke vorm van godsdienst die ons niet thuis brengt in ons hart, houdt de mens in coma.
Door de eeuwen heen zijn we door de godsdiensten vergiftigd met schuld, boete, plicht en haat, naar onszelf toe en naar andersdenkenden en anders levenden (homoseksuelen etc.). Het hoofd in de vorm van geboden/verboden (de doctrine): geen abortus, monogamie, afwijzing van homoseksualiteit etc. ... in plaats van het hart (open en vrij).

Identificatie met een geloof (ik ben een Christen, Moslim, Jood etc.) heeft in de geschiedenis tot vele conflicten en oorlogen geleid - en nog.
Met de mond  wordt 'vrede' en 'menslievendheid' gepredikt en het zwaard geheven tegen een ieder, die anders leeft en denkt. Of het tegenovergestelde: er wordt gedreigd met hel en verdoemenis onder het mom van Liefde en verlossing van ons lijden.

Het woord 'religie' verwijst etymologisch gezien onder andere naar het woord 'religare' wat 'opnieuw verbinden' betekent. Een duiding die resoneert bij mij, gelijk de duiding van Osho: religie is een hulpmiddel - om naar binnen te keren (in plaats van een oordelende houding naar anders levenden toe).
Religie zou een hulpmiddel moeten zijn om ons opnieuw te verbinden met de goddelijke essentie die we zijn, voorbij geloof en ongeloof, voorbij elke regel of doctrine, voorbij de priesters en de dominees, voorbij de mind (wat goed en fout is).
De goddelijke essentie is onvoorwaardelijke liefde en wijsheid.
En als een religie je niet thuis brengt..., niet leidt tot onvoorwaardelijke liefde en wijsheid, dan dient het niet..., laat het los..., en ga op zoek naar een levende meester, die thuis is in de Bron van Liefde en Wijsheid, van waaruit hij/zij jou kan begeleiden op je pad naar ontwaken, naar een vrije staat van zijn.

www.bewustzijnscoaching.com
Linked-In: Caroline Ootes
Facebookpagina: Caroline Ootes, Ontwaken, Bewustzijnscoaching